zondag 25 september 2011

Wenen

Foto: flickr, by Sarah Braun
In de lente van 1991 was ik tien jaar oud (bijna 11!) en deed ik samen met mijn broertje een klusje voor de buurvrouw. Ik weet niet meer wat het was, maar wel dat de buurvrouw me voor een duivels dilemma stelde: wilde ik vijf gulden ontvangen voor de verrichtte diensten of een klein rood radio'tje?
  Ik koos voor het kleine rode radio'tje en 's-avonds in bed luisterde ik naar de muziek die werd uitgezonden. Er zat een prachtig nummer bij waar ik altijd erg somber van werd maar wat ook schitterend was en iets zei over alles dat er is en dat er nu eenmaal niets aan te doen is. Het stond in de Nederlandse Top Veertig en het heette Loosing my Religion. 
  Een paar jaar later zat ik op de Middelbare School en kreeg ik een bandje van een vriend met muziek die hij erg mooi vond, een band die in 1980 was opgericht in Athens, in de Verenigde Staten, een band die langzaam maar zeker aan de weg timmerde en in 1993 een geweldige hit had met 'Everybody Hurts'. Op het bandje dat mijn vriend voor me opgenomen had stond aan de ene kant 'Automatic for the people', met die nieuwe hit, en op de andere kant 'Out of Time', waar ik met de zogeheten schok der herkenning het liedje op terugvond waar ik een paar jaar eerder op het rode radio'tje naar had liggen luisteren.

  Toen werd iedereen grunge en lieten we ons haar groeien en liepen we het liefst in vieze kleren en ook REM werd een beetje grunge met 'Monster' , met daarop een nummer voor mijn nieuwe held Kurt Cobain. Maar het liefst draaide ik toch nog dat bandje met die twee prachtige albums, het ging mee op een vakantie naar Praag, met vier jongens in een auto die gestolen werd zodat ik later toch maar de cd's heb gekocht.

  REM ging vrolijk door, ik draaide 'Imitation of life' op mijn studentenkamer en toen ik een paar jaar daarna in de trein naar huis zat vanaf mijn eerste baan zat de nieuwe REM cd in mijn discman: Around the Sun met de prachtige single 'Leaving New York'.

Veel cd's leen ik niet meer, bandjes worden niet meer gekopieerd en met rode oortjes naar de radio luisteren is sinds lange tijd voorbij. Na 31 jaar houden ze ermee op, de melancholieke mannen met hun meezingbare popliedjes die uit lijken te drukken dat het leven niet makkelijk is maar dat er altijd een grote troost is en dat zijn gitaren, een drumstel en een zanger die de rotsen en de stenen nog aan het wenen kan krijgen.


woensdag 21 september 2011

Business-menu

Foto: flickr, by roberttwain86
 De zomer van 2003 was een hete zomer waar ik weinig van mee heb gekregen. Ik zat in Heerenveen om mijn co-schap Interne Geneeskunde te lopen in het Tjongerschans-ziekenhuis. De laatste tijd komen er steeds meer berichten naar boven dat ze het geld daar zo ongeveer over de reling kieperen, maar daar merkte ik destijds weinig van. Had ik wat beter opgelet dan had ik misschien ook wel een gouden handdrukje van een paar tonnen kunnen versieren.
  In plaats daarvan viel ik goedmoedige Friezen lastig met infuusnaalden en reflexhamers. Als ik na een lange dag het ziekenhuis uitliep sloeg de hitte me in het gezicht.

  Ik kan me twee boeken herinneren die ik in die zomer las: 'de Asielzoeker' van Grunberg en 'Anatomie van het gevoel' van Alexander van Es.
  Anatomie van het gevoel is verplichte kost voor elke medisch student. Het is een serie columns die aanvankelijk gepubliceerd werden in Medisch Contact.
  Van Es, een pseudoniem, beschrijft in deze columns zijn eerste ervaringen als aankomend arts in het ziekenhuis. Hij doet dit op een open manier, met aandacht voor zijn emoties en die van de patient. Dit was iets dat eind jaren zeventig niet erg op prijs werd gesteld en de publicaties ontlokten een verhit debat. De aankomend arts werd aangeraden om met de opleiding te stoppen omdat hij te gevoelig was, hij zou uit de school klappen en op de toenmalige hoofdredacteur van Medisch Contact werd druk uitgeoefend om de serie te staken.
  Zelfs W.F. Hermans bemoeide zich met de zaak. Hij schreef een column waarin hij de spontaniteit en de levendigheid van de stukken van van Es aanprees.

  Vandaag ontmoette ik de man achter het pseudoniem. Het was op een symposium over literatuur en geneeskunde in het VUmc. 
  De man die geprezen was door W.F. Hermans vroeg waar ik zoal voor schreef. Ik mompelde wat en zei: 'maar u heeft ook wat geschreven: Anatomie van het gevoel.'
  'Zeg maar je', zei hij, 'en ik heb nog wel meer geschreven.'
  Samen constateerden we dat er sinds zijn veelbesproken columns niet echt veel veranderd is: 'de patient centraal' is een loze kreet geworden die weinig meer betekent, aldus de voormalig medisch dissident.
 
  Op het symposium droeg Ronald Giphart gedichten voor van Martin Bril. De gedichten werden er naar mijn mening niet echt sterker door.
 Op de terugweg, langs de Vrije Universiteit en de Zuid-as, zag ik studenten tennissen op een tennisveld zonder net. Ook zag ik midden tussen de grote gebouwen waar stoere zakenmannen belangrijke zaken doen, een restaurantje waar bovenaan de menukaart 'business-menu' op stond.
  Ik dacht aan zakenmannen die na een dag zaken doen naar het restaurant afzakken om daar het business-menu te bestellen.  En dan dat welverdiende business-menu oppeuzelen, met een flinke business-pils erbij.  Bril had zijn lol opgekund, als hij even door het raam had mogen loeren.

donderdag 15 september 2011

'Baby don't worry, cause

Foto: flickr, by wealhtheow1
Every little thing, is gonna be allright'
 
  Het schalde door de betonnen Arena en liffte het gemoed omhoog, maar was het ook waar? Hoe kan alles in orde komen, als er geen enkele speler in de volwassenheid van zijn voetballeven meer bij Ajax voetbalt? Jonkies van 23 jaar en jonger en een enkele dertiger moesten gisteren de Amsterdamse eer tegen Olympique Lyon verdedigen.
  Ajax bulkt af en toe van talent, maar met talent alleen win je geen wedstrijden.
  Van der Vaart had bijvoorbeeld talent, hij ontwikkelde het bij Ajax en verzilvert het nu bij Tottenham Hotspur, als ze hem tenminste niet vergeten in te schrijven. Hij schijnt weer bij Ajax te willen eindigen, misschien dat hij weer terugkomt als hij 32 is, om achterin nog een beetje de lijnen uit te zetten. Een sympathiek gebaar, maar ik had liever dat hij nu de lijnen uit kwam zetten. Christian Eriksen doet zijn best, maar die is 19. In Nederland al een topper, in Europa nog te groen. En als hij wel klaar is voor het echte werk, wordt hij opgehaald door een rijke oliesjeik. Die zitten rustig te loeren tot Ajax uitgezaaid is, om met een zak geld precies op tijd het oogsten over te nemen.
 
  'Every little thing is gonna be allright.'
 
  Jammer dat Sulejmani die boodschap even gemist had, anders had hij rustig een paar balletjes naar binnen geschoven. De speaker noemde hem een tovenaarsleerling. Dat kan zijn, maar dan wel eentje die op Zwijnstein een paar cruciale lessen heeft gemist. Misschien kon hij het juiste lokaal niet vinden, de kortste afslag nemen lijkt niet zijn sterkste punt te zijn.
  Natuurlijk, soms valt alles wel even in elkaar. Dan heeft Boerrigter een prachtige trap, behoudt Eriksen het overzicht en heerst Vertonghen achterin als een Maarschalk. Maar te vaak is het ook net niet, net niet fel genoeg, net niet slim genoeg, net niet geslepen genoeg.
 
  'Every little thing, is gonna be allright.'

  Misschien had de man die anderhalf uur later nog steeds vastzat op parkeerterrein P6 iets aan deze boodschap. Hij heette Eddy en belde in bij een radioprogramma om de tijd te doden. De meeste Ajacieden zullen niet meer gehoord hebben dat Eddy de juiste oplossing uit zijn mouw schudde: het liep tegen twaalfen en ze hoorden allang braaf op één oor te liggen.

dinsdag 13 september 2011

Intellectueel moet springen

Foto: flickr, by VCU Libraries
(Lezerscolumn VI)

‘Daar kan die man toch ook niets aan doen.’ Met die woorden verweerde Keje Molenaar zich aan de nationale voetbalborreltafel van VI. Over welke man ging het? Iemand met een verstandelijke handicap, die er ook niets aan kan doen dat hij niet zo vlot is? Of ging het misschien om iemand met twee linker handen die wat stuntelig overkomt? Geen van beide, het ging over Steven ten Have, de nieuwe voorzitter van Ajax. Ten Have heeft namelijk gestudeerd. En niet alleen dat, hij is afgestudeerd in de psychologie, rechten en bedrijfskunde. In de bedrijfskunde heeft hij tot overmaat van ramp ook nog eens zijn doctoraat behaald.

In elk ander wereldje zou het hebben van titels voor je pleiten, behalve in het voetbal. Iemand die gestudeerd heeft, die is verdacht. Iemand die drie studies heeft afgerond en ook nog eens is gepromoveerd, die is vogelvrij. Johan Derksen had het al snel meesmuilend over ‘Meneer professor doctor meester’, een opmerking waar hij de lachers makkelijk mee op zijn hand kreeg.

Waar komt deze weerzin tegen titels toch vandaan? Voor een deel zal het een preventieve aanval zijn. De meeste mensen uit het voetbalwereldje hebben net de middelbare school afgemaakt, wat ze er zelden van weerhoudt om over elk maatschappelijk fenomeen een uitgebreide mening te hebben. De status die aan deze mening wordt verbonden heeft meestal echter meer met hun voetbalachtergrond te maken dan met iets anders. Wanneer er dan iemand opduikt die wel eens een boek gelezen heeft, loopt de allesweter het risico ontmaskerd te worden als een zwammer.

Iets anders is het fenomeen dat er onder voetballers sowieso een allergie voor gefundeerde kennis lijkt te leven. In plaats van de dokter van een academisch ziekenhuis te bezoeken, reizen ze af naar Servië voor een placentabehandeling. Wanneer een journalist dan aan ze vraagt wat die Servische vrouw nou precies met ze uithaalt, krijg je een wat wazige blik en een antwoord waar geen touw aan vast is te knopen.

‘Maar ze is echt heel goed’, besluiten ze hun verhaal dan zeer stellig, waarna ze zelfverzekerd maar weer eens tegen een bal aanschoppen.

Dit brengt ons bij de derde optie waarom voetballers vaak bij voorbaat al hard beginnen te lachen als er iemand met een brilletje verschijnt: ze zijn doodsbang voor de academische waarheid. De voetbalwereld is fijn afgeschermd en zit vol autoriteiten die precies weten hoe alles zit. Vervelende intellectuelen die weleens gaatjes in deze ballon kunnen prikken kunnen een keiharde tackel verwachten. Vergelijk het met een wetenschapper die het woord in een volle kerk wil nemen. En met die weerzin voor harde kennis en voorliefde voor het mythische blijkt de voetbalwereld bij nader inzien eigenlijk toch ook weer niet zo heel veel van de meeste andere wereldjes te verschillen.

zondag 11 september 2011

Balen

foto: Flickr, by galabgal
De wedstrijd tussen PSV en Nantes in de Champions League ging gewoon door. Bij PSV speelden spelers als Nikiforov, Heintze en John de Jong. Wim Kok hield een toespraak. Het was gebeurde 's-middags, ik was van het ziekenhuis naar mijn kamer gelopen. Ik zat op mijn kamer toen een Indische huisgenoot mijn kamer binnen kwam stormen.
  'Heb je het al gezien', zei hij glunderend. 'We pakken ze eindelijk terug.' Ik deed mijn tv aan en ik zag mensen naar beneden vallen. Tijdens de voetbalwedstrijd later op de avond botste Kezman tegen Waterkneus op. Volgens Harrie van Raaij had Kezman tegen Waterreus gezegd: ' de Amerikanen krijgen terug wat ze ons als Joegoslaven hebben aangedaan.'

Een half jaar later werd Pim Fortuyn vermoord. Ik vertelde dat tegen een andere huisgenoot die het nog niet gehoord had.
  'Shit', zei ze, 'dat heb ik helemaal gemist.' Ze leek er oprecht van te balen.

zaterdag 3 september 2011

Ziener

'Je hebt de dood van zoveel mensen op je geweten'

Foto: flickr, by globochem3x1minus1
Dat staat in een e-mail aan de Belgische weerman Frank Deboosere. Aanleiding is het noodweer op Pukkelpop dat aan vijf mensen het leven kostte. 'Ik vrees dat het van alle tijden is', aldus de weerman, 'de boodschapper heeft het nu eenmaal vaak gedaan.'

Ik vrees dat er iets anders aan de hand is.

Het begon met de uitbreiding van die apparatuur. Ineens waren de stickers met zonnetjes en wolkjes verdwenen en kregen de weermannen de nieuwste computertechnieken tot hun beschikking. Vervolgens kregen ze steeds meer tijd: het journaal is slechts een inleiding voor Erwin Krol, die het als eerste in de gaten kreeg. 'Mensen hebben richting nodig', moet Erwin gedacht hebben, 'dat is altijd zo geweest en zal altijd zo zijn.' Hij had natuurlijk gelijk, mensen hebben inderdaad richting nodig en als God en Mark Rutte het af laten weten, dan geven we ons wel aan de weerman over.
  Langzaam maar zeker begon Erwin persoonlijke boodschappen in zijn weerberichten te stoppen. 'U gaat genieten', zegt hij dan bijvoorbeeld, of: 'u voelt zich verwend.'

'Ik voel me verwend', zeggen de mensen de volgende dag op een zonnig terras tegen elkaar, en in stilte denken ze aan Erwin Krol, waarna ze een kruisje slaan.
  Van een lullig mannetje dat wolkjes met de hand op een slecht getekend kaartje plakte, is de weerman veranderd in een Ziener waar we ons elke avond massaal aan over geven. Groepsgewijs knielen we voor het tv-toestel om bibberend het oordeel af te wachten. Gaat Hij regen over ons uitstorten, of is Hij in een milde bui? Maar het volk is wispelturig en adoratie kan zomaar omslaan in rancune. Na de slechte zomer kan Erwin zich geen harde winter meer veroorloven. De Belgen mogen dan mailtjes sturen, in Nederland lachen we daarom.
  Mijn visioen: Erwin Krol, aan een kruis op de Vaalserberg. Naast hem hangen een relmarokkaan en een man die betrapt werd met een naakte baby in een kinderdagverblijf. Terwijl de pedo en de marokkaan jammeren sluit Erwin zijn ogen. 'Vergeef ze, NOS', zal hij prevelen, 'ze weten nog steeds niet wat ze doen.'  Aan zijn voeten die gezalfd zijn door Linda de Mol dobbelen Nick en Simon om zijn pak.