vrijdag 28 december 2012

Halfje wit (een morbide love-story)

foto: flickr, by lusciousblopster
Een man maakt zijn fiets vast aan de reling van een gracht. Het is midden in de winter, de handen van de man zijn stijf van de kou. Hij slaat zijn slot, een blauwe plastic huls die om ijzeren ringen zit geschoven, bibberend om de bruin uitgeslagen reling. Bovenop de stangen van de reling ligt ijzel. De gracht is dichtgevroren, maar onder de brug zit een wak dat open gehouden wordt door de oranje zwemvliezen van eenden die voor hun leven trappelen.
  De man begint te lopen naar een winkel voor doodskisten. Als hij is aangekomen blijft hij even voor de etalage staan, met zijn handen in zijn zakken. De etalage is zwart uitgevoerd en spaarzaam ingericht. Het opvallendste item is een gevlochten grafkrans op een rood laken. Als hij door de deur gaat klinkt er een belletje. Tegen de wanden van de winkel staan de doodskisten uitgestald. Er gaan er drie boven elkaar tot het plafond is bereikt. Even staat de man alleen in de winkel, dan komt er van achteren iemand tevoorschijn.

  De winkelier is kalend en draagt een bruine trui die als los vel om zijn lichaam hangt. 'Wat kan ik voor u doen?', vraagt de winkelier aan de man. 'Ik zoek een doodskist', antwoordt de man, 'het liefst een die een beetje prettig ligt.' De winkelier leidt de man naar een kist achterin de winkel. Hij is van lichtbruin hout en heeft een groene voering van binnen. De man vraagt of hij de kist even mag proberen. De winkelier heeft geen bezwaar, hij tilt de kist samen met de man op de grond. De man gaat in de kist liggen, even krijgt hij een flashback van een kanotochtje, tientallen jaren geleden in de Belgische Ardennen.
  Als hij zich opvouwt kan net het deksel dicht. Bij het afrekenen vraagt de man om een bonnetje.  De winkelier hannest wat met het bonnetje, dan zegt hij dat de kist binnen twee weken thuis wordt bezorgd.
   Na het verlaten van de winkel volgt de man zijn voetsporen terug naar zijn fiets. Als hij zijn slot weer heeft losgemaakt bekruipt hem het fantastische idee dat hij nooit in de winkel met de doodskisten is geweest. Hij voelt in zijn zak naar het bonnetje. Hij bekijkt de prijs en draait het bonnetje om. De winkelier heeft iets op de achterkant geschreven, in een kinderlijk handschrift, met trillende halen staat er: 'I Love You, call me xxx'. De man vouwt het bonnetje tot een propje en gooit het op het ijs.
  Als hij op zijn fiets stapt bedenkt hij dat hij nog langs de bakker moet voor een halfje wit en vier croissants.

maandag 24 december 2012

Schaduw

Foto: flickr: by freefotouk
Als ik om één uur des nachts vanuit het café via het park naar huis fiets word ik bij de ingang van mijn straat opgewacht door een politieagente.
  'Kun je even tien minuten wachten', vraagt ze, 'we gaan net een inval doen.' De hele flat is afgezet met rood-witte linten. Op hoeken posten politieagenten. Ik zet mijn fiets tegen de lantaarnpaal en wacht op de inval. Na een kwartier is er nog niets gebeurd, ik verveel me te pletter. Er wordt onderhandeld en in krakende mobilofoons gesproken, maar dat is het wel zo'n beetje. Ik besluit achterom te gaan, met mijn fiets onder het rood-witte lint door en dan via de achterdeur naar binnen. Het is donker in het park, niets te zien. Als ik boven in de keuken het licht aandoe zie ik dat het grasveld overspoeld wordt door mannen met een helm. Ook staan er mannen met een sjaal om hun hoofd naar ramen te turen.
  De inval is begonnen. Ik ben met mijn dronken hoofd door de linies geslopen als een volmaakt camouflage specialist. Mijn fiets en ik, we glijden door de nacht als een zwarte schaduw door een donkere stad.

donderdag 20 december 2012

Daders

Foto: flickr, by antonemus
Gepeste kinderen die het leven niet meer zien zitten, wat kunnen we daaraan doen? In ieder geval de daders als het probleem zien in plaats van de slachtoffers verwijten te maken. Maar dan mogen we wel alvast in de grote mensenwereld beginnen, betoog ik op de opiniepagina van de Volkskrant.

zaterdag 15 december 2012

Partijdig

Foto: flickr, by Arjan Richter
Dick Advocaat. Hij begint met de week aandoenlijker te worden. Twee weken geleden mopperde hij over het feit dat Ajax twee keer gefloten werd door dezelfde scheidsrechter, gisteren mopperde hij over de openbaar aanklager van de KNVB. Die veroordeelde een speler van PSV omdat hij een Ajacied in zijn nek had geslagen. De reactie van Dick Advocaat: 'uit welke stad komt zo'n man'?

  De aandoenlijkheid zit hem in het wereldbeeld: Dick Advocaat denkt nog in steden. De hele wereld over geweest, maar in feite nooit Den Haag ontgroeid. Het is een soort jaren vijftig wereldbeeld: je wordt geboren in Amsterdam, je woont in Amsterdam en je sterft in Amsterdam. En werk je toevallig als openbaar aanklager voor de KNVB dan zal je liefde voor Amsterdam zich natuurlijk uiten in het voortrekken van Ajacieden. Het veronderstelt een soort schattige clubliefde uit de tijd van Sjakie en de Wondersloffen. Mensen komen niet meer uit een stad, ze verhuizen om de paar jaar, van Amsterdam naar Utrecht naar Zwolle naar Eindhoven, al naar gelang hun werk. Niemand voelt zich meer ergens mee verbonden en fanatieke voetbalsupporters bestaan uit professionele knokploegen die zich, vol gesnoven en vol gespoten, met de dichtstbijzijnde club affiliëren omdat ze hun agressie nu eenmaal op de een of andere manier moeten rechtvaardigen.

Maar Dick Advocaat gelooft nog in de man die, hartstochtelijk verbonden met zijn stadje, stiekem een formuliertje partijdig invult. Je zou er bijna PSV-fan van worden.

dinsdag 11 december 2012

Respect

Foto: flickr, by Yongjiet
Nadat we allemaal opgestaan zijn tegen kanker, blijft er een woordje rondzingen: respect. Op twitter, op het internet, iedereen heeft respect voor mensen met kanker. De teneur: hoe zieliger, hoe meer respect. Een man die zijn familie belooft dat hij de eerste zal zijn die een ongeneeslijke vorm van kanker zal overleven: het regent '#indrukwekkend' en '#diep respect' op sociale media.
  Ik vrees dat de man die zit te vloeken of bang in een hoekje kruipt met zijn kanker, heel wat minder respect oogst. Wat we vooral respecteren, is het mooie verhaal dat ons wordt voorgeschoteld. Van niets raken we meer onder de indruk dan van onze eigen ontroering. Wie ons zulke diepe gevoelens weet te geven moet wel heel speciaal zijn.

woensdag 5 december 2012

Bewijs

Foto: flickr, by minifig
Ik loop rond half zeven 's-avonds over het Janskerkhof in Utrecht. Ik ben op weg naar een college filosofie aan de Drift. Ik kom langs een kapperszaak die bijna helemaal leeg is, maar nog wel volledig verlicht. De enige persoon in de kapperszaak is de eigenaar. Hij staat achter een lege stoel, met zijn handen op de leuning. Zijn voeten staan naar achteren, hij leunt op de stoel, zoals een voetballer op zijn knieën leunt voor een elftalfoto. Hij kijkt intens in de spiegel.
  Het college gaat onder andere over Wittgenstein. Wittgenstein heeft ooit ergens gelezen dat in de Indische wiskunde een geometrische figuur met de woorden 'kijk hiernaar' een bewijs kan vormen. Argumenten zijn niet het enige bewijs, ook een beeld kan een bewijs zijn. Een beeld kan je de waarheid laten zien. Ik begin het idee te krijgen dat de kapper die ik een half uur geleden in zijn lege zaak in de spiegel zag staren stiekem een wiskundige figuur was die me de waarheid liet zien. Als ik weer langs de kapperszaak kom is het licht uit. De waarheid zit met een zak chips op de bank lekker voetbal te kijken en ziet hoe Ronaldo de Ajacieden weer eens tot kleuters degradeert.

maandag 3 december 2012

Navelbreuk

Foto: flickr, by wester
Afgelopen zaterdag was de Sint van Dick Maas op tv. De film die twee jaar geleden nog een nationale rel veroorzaakte vanwege de horrorposters, bleek geschreven te zijn door laaggeletterden met een typemachine op zolder. Een jongen wiens complete vriendenkring net was uitgemoord door zombie Zwarte Pieten, zat een uur later op een bootje als een geïnteresseerde HBO-student naar een brabbelende man te luisteren die de mythe voor hem uitlegde.
  Toen hij was uitgepraat werden ze opgepakt door een hysterische wateragent die meteen met zijn pistool begon te zwaaien. Mensen die als een klein wezeltje in elkaar gedoken zouden moeten zitten keken gemoedelijk rond, getrainde politieagenten gedroegen zich als idioten en de horror Sint zag eruit als Jan Boskamp na zijn navelbreukoperatie. De commotie had een betere film verdiend.

woensdag 21 november 2012

Sleepwagen

Foto; flickr, by Pug50
Naast Boekhandel Athenaeum op het Spui zit een pizzeria: La Piccola Trattoria. Het tafeltje aan de straat is onbezet en ook binnen zitten geen mensen. Op de verdieping boven de pizzeria, een woonetage, brandt een staande lamp in de hoek tussen muur en raam. In het zachte licht wordt een man geknipt.
  Hij zit met ontbloot bovenlijf voor een spiegel, een vrouw danst om hem heen, ze maakt korte knipjes met de schaar, stoot toe als een dartel veulen in de wei.

  De man, een jongen eigenlijk nog, zit doodstil, de kleinste beweging kan fataal zijn, een oog is snel verloren.
  Op de straat voor de pizzeria, voor het onbezette tafeltje, steekt een jongetje verheugd zijn armpjes in de lucht. Hij heeft de takelwagen voor de Kinderboekenwinkel aan de andere kant van de pizzeria in het oog gekregen, een replica van de sleepwagen van Puk van de Petteflet. Hij roept zijn moeder, die voor de etalage van Athenaeum is blijven staan. Hij is ongeduldig, hij wil zijn vondst samen met zijn moeder bewonderen, hij springt op en neer, een volledige tegenpool van de jongen die een verdieping boven hem wordt bijgepunt.
  Als je geschoren wordt, moet je stil zitten.
  Er klinkt een bel, de tram komt de hoek om, het jongetje wordt aan het zicht onttrokken en het meisje met de schaar sluit de gordijnen naar de straat. Wat niet voor onze ogen is bestemd verdwijnt uit beeld.

woensdag 14 november 2012

Goed mens

Foto: flickr, by _Davo_
Vol verbazing zag ik een tijdje terug woedende VVD'ers in een tv-programma tekeer gaan tegen het nivelleringsplan. Je zou bijna denken dat Rutte en Samsom hadden bekokstoofd dat de middeninkomens hun eerstgeborene voortaan aan het rijk af moeten staan. Wat was er aan de hand? Is het echt zo'n ramp om van 60.000 naar 55.000 per jaar te gaan?
  Een stuk van Peter Giesen in de Volkskrant verduidelijkte een hoop: de liberalen denken dat succes volledig eigen verdienste is. Zoals elke echte woede, was ook dit morele woede. De hard werkende advocaat vindt dat hij terecht vijf keer zoveel verdient als de hard werkende vuilnisman: hij doet beter zijn best. Als de vuilnisman wat harder zou werken dan zou hij ook een advocaat kunnen zijn. In feite schreeuwden de boze VVD'ers: wij zijn geen Tokkies.
  Vroeger was je een goed mens als je elke zondag in de kerk zat, vandaag ben je een goed mens als je drie keer per jaar op vakantie kan gaan.

zaterdag 10 november 2012

Vriendinnen

Foto: flickr, by opacity
Het was vol in de trein en daarom zaten er twee meisjes op het trapje dat van de onderverdieping naar de bovenverdieping leidde. Een Marokkaans meisje met kort zwart haar en een Nederlands meisje met blond haar in een suikerspin: in rondingen van afnemende lengte deinde het haar boven op haar hoofd. Een gewaagde coupe voor een meisje van zeventien en ze leek dan ook niet helemaal zeker van haar zaak. Steeds keek ze in de spiegelende ruit tussen het trapje en de coupé naar haar coupe, keurend, de lippen tuitend en ondertussen haar telefoontje checkend en giechelend met haar vriendin die haar geruststellend aankeek en van mening leek dat het allemaal wel goed zou komen.

  Maar toen de trein Den Bosch binnen reed sneuvelde de suikerspin alsnog, resoluut trok ze een pin los waardoor het blonde haar als een waaier over haar schouders viel, er leek wel licht tussen te schijnen en even betrok het gezicht van haar vriendin, wat de verdenking op haar laadde dat ze niet zozeer een overtuigd aanhanger van de suikerspin coupe was geweest, als wel vreesde door de haarwaaier van haar vriendin overschaduwd te worden, als ze straks door twee morsige jongetjes met een airtje en een petje op hun hoofd beneden aan de roltrap zouden worden opgehaald.

dinsdag 6 november 2012

Onderwereld

Foto: flickr, by Joelk75
De parkeergarage is donker, nat en griezelig. Er zouden plaatsen vrij moeten zijn, we draaien zeven rondjes en dan hebben we nog geen vrije plaats gevonden. We beginnen dezelfde auto's tegen te komen, mede verdoemden die gevangen zijn in de vierde ring van de hel, die Dante vergeten was: de volle parkeergarage zonder uitgang.
  In een donkere hoek liggen zeven ratten aan een dode haas te knabbelen.
  Dan: mensen die hun auto inladen, vertrekkers, de Witte Walvis van de vierde ring. We wachten tot ze klaar zijn. En we wachten. Ze hebben een kind. Er moet een stoeltje op de achterbank bevestigd worden. En nog een keer, hij zat niet stevig vast. En waar is het kind nu weer? En nu zit het stoeltje weer los. Achter ons sluiten honderden auto's aan. Er wordt getoeterd. De spullen moeten in de achterbak. Het kind is weer los. Het stoeltje moet weer vast. Auto's die van de andere kant komen beginnen te azen op dezelfde plek. Uitstappen, klaar staan voor als ze wegrijden.
  Een met urine besprenkelde wenteltrap leidt terug naar de bovenwereld.

woensdag 31 oktober 2012

Restaurant


Foto: flickr, by Chiot's Run
Onze buurvrouw nam mijn broertje en mij vroeger wel eens mee naar de Mongolen. 'Zal ik ze even meenemen naar de Mongolen', vroeg ze dan over de schutting aan mijn moeder. 'Ze zijn zo druk vandaag.' De Mongolen liepen rond in een park aan de andere kant van het dorp. Mijn broertje en ik waren doodsbang voor de Mongolen. Ze schreeuwden en kwijlden en sommige stormden op je af.     
  Het was zaak de buurvrouw bij de Mongolen weg te houden, want de buurvrouw vond ze echt helemaal fantastisch. 'Kijk, daar heb je er één', schreeuwde ze als ze een Mongool in het vizier kreeg. 'Dat is een echte hoor', zei ze dan, 'kijk eens hoe raar hij doet. Dat doen normale mensen niet, hè jongens. Maar ze kunnen er niets aan doen, zielig hè?'

Nadat we naar de Mongolen hadden gekeken gingen we soms een taartje eten in het restaurant. Ik was gek op taartjes, maar de taartjes in het Mongolenrestaurant smaakten me altijd maar matig.

vrijdag 26 oktober 2012

Kapper

Foto: flickr, by philosophygeek
'We sturen je drie keer een brief met de vraag of je over vijf jaar in elkaar wilt worden geslagen. Reageer je niet, dan slaan we je over vijf jaar in elkaar. Op deze manier verhogen we je zelfbeschikking. Zo komt de vraag of je wel of niet in elkaar wordt geslagen namelijk niet meer op ons bordje te liggen.'

Vervang in elkaar slaan tot orgaandonatie na de dood en je hebt de redenering van Pia Dijkstra vandaag in de Volkskrant om 'actieve orgaandonatie' te verantwoorden.
  De drammerigheid druipt ervan af. Er wordt niets op bordjes gelegd, ook mijn beslissing om niet op de brieven van mevrouw Dijkstra te reageren is een beslissing. Ik zou me niet actief hoeven te verweren tegen orgaanroof na mijn overlijden, net zoals ik me niet actief zou hoeven te verweren tegen mishandeling tijdens mijn leven. Pia Dijkstra dwingt mij op deze manier om morgen naar de tattooshop te gaan om overal 'Pia Dijkstra, blijf van me af' te laten noteren. En dit terwijl ik eigenlijk naar de kapper wilde.

maandag 22 oktober 2012

Televisie

Foto: flickr, by Dave Stokes
Nieuw programma (1)

Vanavond op RTL 5
het spiksplinternieuwe programma
Haha
je dochter is toch niet dood
waarin de moeder van Elisabeth
na zeventien weken voor de gek te zijn gehouden
erachter komt
dat haar dochter toch niet door een
voorheftruck is overreden
terwijl ze op vakantie was
en dat haar vriend
eigenlijk een acteur is en dat haar man
al twintig jaar lang
op een onbewoond eiland zit

Nieuw programma (2)

BN'ers bij de beesten af
Waarin Ron Brandsteder
En Patricia Paay naakt
Door Artis lopen
en een kangoeroe nadoen
om punten te verdienen
voor Stacey Rookhuizen
die op haar hoofd
met een banaan in haar bek
in het gorilla hok hangt

woensdag 17 oktober 2012

Paradijs

Foto: flickr, by Stewf
Lijn twaalf stroomt nog steeds bijna helemaal leeg voor het Bestuursgebouw, op de laatste halte, bij het ziekenhuis, ben je de enige die overblijft om uit die ellenlange bus te stappen zodat je de neiging krijgt door de hele bus (twee keer een hoek om) de chauffeur gedag te roepen. Op het parkeerterrein voor de ingang van het ziekenhuis staan nog steeds mensen met infuuspalen te roken en taxi's op hun klanten te wachten.
  Wel nieuw: een groot scherm naast de collegezalen waarop live mee valt te kijken. Een oploopje kijkt naar André Kuipers die een tikje schutterig een microfoon vasthoudt en zich beter thuis lijkt te voelen in een gewichtsloze cabine buiten de dampkring.

Ook nieuw: een compleet studielandschap met loungehoeken en koffiebarretjes, die studenten lijken zich tegenwoordig wel met een lome tred door een all-inclusie vakantieresort te bewegen, fruitsapje in de ene hand, I-podje in de andere hand.
  Nee, dan toen ik nog studeerde, een warm broodje kroket, daar was je dan dolblij mee, en misschien een kopje tomatensoep om het weg te spoelen. En je moest je door duistere gangen bewegen naar weggestopte kamertjes wilde je een formuliertje bemachtigen, terwijl ik me nu bij een spiksplinternieuwe balie met een spiksplinternieuwe mevrouw er achter kan melden, midden in de ruimte nog wel, ze hebben niet eens hun best gedaan om hem ten minste een kleine beetje te verstoppen. Ik krijg zonder problemen een stempel op een kopie van een diploma dat ik zes jaar geleden heb gehaald.

  'Heb je het origineel ook bij je?, vraagt de mevrouw aan de balie.
  'Nee', zeg ik, 'die hangt ingelijst boven mijn bureau.'
  'Geen probleem', zegt ze. 'Dat is inderdaad lastig.'

Ik weet het niet helemaal zeker, maar toen ik na deze onwerkelijk meewerkende mevrouw tussen twee sapbarretjes door om een loungehoek heen zwenkte, meende ik even in de verte een hertje te zien weg springen.

maandag 15 oktober 2012

Feest

Foto: flickr, by Math Smath
Het is feest op het plein. Er zijn nieuwe plantenbakken neergezet door de gemeente en door de buurtbewoners zijn er bloemen in de bakken geplant. Er komt een grote huifkar vol met drankjes en hapjes het plein op rijden. Iedereen gaat eromheen zitten om te drinken en te toasten op het nieuwe plein. Er worden foto's gemaakt door een professionele fotograaf. Alleen de vieze man van nummer 39 is niet uitgenodigd. Als de huifkar half leeggegeten en gedronken is gaat er iemand aanbellen bij de vieze man.
  'Buiten komen, het is feest!'

  De vieze man doet de gordijnen dicht, hij heeft geen zin in feest. 'Ze zouden hem dood moeten schieten' , zegt de buurvrouw van de vieze man, terwijl ze nog een hapje uit de huifkar pakt. Ze lacht als de fotograaf een foto neemt. Als het feest is afgelopen gaat iedereen weer naar huis, alleen de jongetjes spelen nog met een bal op het plein. De volgende ochtend zijn alle bloemen uit de bakken gerukt en de aarde ligt over het hele plein verspreid. Iedereen verdenkt de vieze man, maar niemand kan het bewijzen. Als de foto van het feest een week later in de buurtkrant staat is de aarde  nog steeds niet opgeruimd en heeft de vieze man twee keer zijn ruiten moeten vervangen.

vrijdag 12 oktober 2012

Klootzak

Foto: flickr, by sallysetsforth
Dus die Lance Armstrong blijkt een ontzettende klootzak te zijn. Dit is niet echt een verrassing, als we kijken naar de kwaliteiten van een klootzak, dan zijn dit ongeveer precies dezelfde kwaliteiten als van een absolute winnaar: egoïsme, tunnelvisie, machtsdrang, manipulatieve kwaliteiten en door roeien en ruiten gaan om je zin te krijgen.
  De prijzenkast van een sporter komt ongeveer tot stand via onderstaande formule:
(talent x klootzakgehalte) / blesuregevoeligheid + ambitie = aantal bekers.

In deze formule ligt de grootste tragiek van het Nederlandse voetbal besloten: als Johan Cruijff een grotere klootzak was geweest, waren we minstens één keer wereldkampioen geworden. 

dinsdag 9 oktober 2012

Circusjongen

Foto: flickr, by zoomar
Elk jaar verschijnt er bij uitgeverij De Tijdstroom een boek in de serie Literatuur en Geneeskunde. Deze boeken worden geredigeerd door onder andere Arko Oderwald, medisch filosoof en ethicus aan het VU Medisch Centrum.
  Toen ik Oderwald vorig jaar interviewde voor een stuk voor Arts in Spé, een blad voor medisch studenten, vroeg hij na het interview of ik niet een stuk voor het boek van 2012 wilde schrijven. Dat wilde ik wel, en zodoende staat mijn stuk over barende mannen nu in het boek Nieuw leven, geboorte in fictie.
 Naast mijn bijdrage bevat het boek onder meer stukken van Ronald Giphart, Bert Keizer en Manon Uphoff. Ook bevat het boek stukken proza en poëzie die eerder gepubliceerd zijn en aansluiten op het thema. Wat te denken van dit fragment van Gerard Reve uit 'Een circusjongen':

'Het lijdt geen twijfel, dat ik zeer slecht ben... Zo ooit bij enig ander schepsel, dan zijn wel bij mij mijn slechtheid en onwaardigheid tot leven getoond en vertolkt in de omstandigheden waaronder ik ter wereld kwam.'

Schrijven is spanning opbouwen, wie weten wil hoe de geboorte van bovenstaande verteller verliep, moet Nieuw leven maar aanschaffen, of Een circusjongen, dat kan natuurlijk ook.

zaterdag 29 september 2012

Horror

Foto: flickr, by MJames
Het tuincentrum was open tot acht uur 's-avonds. We reden een verlaten parkeerplaats op, ergens in de hoek brandde een groene pijl met daarboven de letters 'ingang'. Het draaihekje onder de letters piepte, we kwamen op een buitenplaatsje waar honderden witte beelden onder schaarse peertjes stonden te blinken. Tussen een paar buxushagen stond een man in een groene regenjas tegen een tuinkabouter te praten.
  'Ik neem je mee', mompelde de man, 'ik neem je gewoon mee.'
Binnen zwommen duizenden vissen in aquaria en lagen een paar pluizige konijnen in hun hok met hun ogen te knipperen. Personeel sjouwde hier en daar met zakken aarde. Ik aaide een konijn, 'jouw neem ik ook mee', hoorde ik achter me. De man in de groene regenjas stak een behaarde klauw naar een cavia uit.
  'Waar liggen de hondenspeeltjes', hoorde ik iemand vragen, 'mijn hond speelt graag met speeltjes.'

Bij de kassa lagen hoofden van de kerstman opgestapeld tot aan het plafond. Toen we weer in de auto zaten en de koplampen aandeden hief de man in de regenjas zijn rechter arm voor zijn ogen tegen het verblindende licht. De tuinkabouter droeg hij onder zijn andere arm en uit zijn jaszak stak het hoofdje van een cavia die langzaam door begon te krijgen dat hij de volgende ochtend niet ging halen.

dinsdag 25 september 2012

Bang

Foto: flickr, by sassyradish
Die relschoppers begrijp ik dus wel. Die hebben gewoon zin om te rellen. Beetje vechten, beetje  stoer doen. Overigens valt het op dat er geen enkele keer de term 'jonge blanke man' valt. Als er daar in Haren vrouwen, Marokkanen of Chinezen waren samengeschoold, dan had iedereen het over vrouwen, Marokkanen en Chinezen gehad. Maar als het blanke mannen zijn dan is iedereen ineens kleuren- en sekse blind. Dan zijn het relschoppers, hooligans of feestvierders zonder nadere aanduiding.
 
  Maar goed, die qua afkomst en geslacht blijkbaar totaal niet nader te determineren groep 'hooligans' begrijp ik dus wel. Maar wat is er met die andere mensen aan de hand? Waarom stap je in vredesnaam ergens in Zuid Holland met een taart op de trein, om die zogenaamd naar een feestje van een meisje te gaan brengen dat eigenlijk helemaal geen feestje geeft, in ieder geval niet voor jou. Wat heb je daar te zoeken als je niet met de ME wilt knokken? Vervelen we ons zo erg dat we met taarten in de trein naar niet bestaande feesten moeten afreizen om ons leven enige zin te geven? Is het ludiek bedoeld? Is het lollige gekkigheid? Als je geen serieus artistiek statement wilt maken lijkt het me een hoop gedoe om een beetje de lollige gast uit te hangen. Gaan ze er de volgende dag op hun werk over vertellen?

  'Ja, ik was gisteren in Haren bij een feestje.'
  'Oh, familie ofzo?'
  'Nee, iemand die ik niet ken had via Facebook per ongeluk een uitnodiging verstuurd en toen heb ik een taart gekocht en toen ben ik met de trein naar Haren gereisd om zogenaamd die taart aan haar te gaan geven.'
  Trekken ze er dan een guitig gezicht bij? En gaan ze daarna op het toilet vijf minuten zachtjes zitten huilen?
  Die hooligans zijn makkelijk aan te pakken: gericht schieten. Maar die andere mensen, die met een taart op de trein stappen om naar niet bestaande feesten af te reizen, daar ben ik echt bang voor.

dinsdag 18 september 2012

De ziel breekt zich als ze woorden spreekt

Foto: flickr, by ky_olsen
 – over kunst en over Bob Dylan

Het is tijdens het vierde liedje van de nieuwste cd van Bob Dylan dat je wakker schiet: daar is potverdorie ineens Bob Dylan!
  Was het hij er in de liedjes daarvoor dan niet? Dat hangt ervan af wat je verstaat onder aanwezig zijn. De laatste pakweg vijftien cd's was Bob Dylan op zijn cd's te horen, hij zong liedjes waarvan hij de teksten zelf geschreven had, de liedjes swingden vaak, maar waar was Bob Dylan? Waar was, met andere woorden, de kunstenaar Bob Dylan?
  Wat is dan een kunstenaar? Om deze vraag te beantwoorden citeer ik graag Martinus Nijhof, die in zijn gedicht 'Het Licht' schrijft:

Het licht, Gods witte licht, breekt zich in kleuren:
Kleuren zijn daden van het licht dat breekt.
Het leven breekt zich in het bont gebeuren,
En mijn ziel breekt zich als ze woorden spreekt.


Een ziel die zich breekt als ze woorden spreekt, dat klinkt als kunst. Hierbij zijn meerdere kanttekeningen te plaatsen:

1. Een ziel kan zich ook breken als ze noten speelt, of verf op een doek gooit, maar we hebben het hier even over de talige kunst, Nijhof eindigt zijn gedicht niet voor niets met:

Naakt aan een paal geslagen door de koorden,
Ziel, die zichzelve brak in liefde en woorden:
Dit zijn de daden waar ik mens voor was.


Nijhof vergelijkt de creatieve daad hier met het lijden van Christus, een metafoor die later ook nog verwoord is door John Lennon ('God, you know it ain't easy, they're gonna crusify me').

2.  Ook van iemand die net een geliefde heeft verloren en kreten slakend ter aarde stort, kan je zeggen dat zijn 'ziel in woorden breekt'. Het verschil is dat het in dat geval geen kunst is, maar de werkelijkheid. Het verschil tussen deze twee zaken zit hem in het feit dat het breken in het eerste geval min of meer bewust wordt opgeroepen en bovendien in een vorm gegoten is. Bij het gieten in de vorm kunnen twee dingen mis gaan:

a) Er is te weinig vorm: het is een gemakzuchtige kopie van de werkelijkheid, het huilende zigeunerjongetje: kitsch.

b) Er is teveel vorm: het breken is teveel een maniertje geworden, of er wordt helemaal niet meer gebroken. Dan is het ineens alleen nog maar woorden op papier, of noten op een cd. Het kan goed zijn, technisch goed, leuk om naar te luisteren, maar echte kunst wil het maar niet worden.

Dylan is op zijn beste platen de brekende ziel waar Nijhof over dicht. Wel heeft  Nijhof het over een ziel die zichzelf in liefde en woorden breekt, terwijl je bij Dylan net zo goed, en eigenlijk vaker, over een ziel kan spreken die zich in woede en woorden breekt, om niet te zeggen in diepe haat en rancune en woorden breekt.
  Een voorbeeld hiervan is Idiot Wind op 'Blood on the Tracks', dat piept en kraakt, dat is boos en manisch, dat is pure geconcentreerde en technisch perfecte zielenbrekerij.

De laatste jaren was het allemaal aardig, wat Dylan deed. Maar op nummer vier van die nieuwe plaat, als hij zingt

'We cried on a cold and frosty morn,
we cried because our souls were torn
so much for tears
so much for these long and wasted years'


 is hij even weer helemaal present. En dan moet zijn ode aan John Lennon nog komen.

vrijdag 14 september 2012

Nieuwe lente (door L van Gaal)

Foto: flick, by sharpals
Er is een tijd van komen
en een tijd van van Gaal
Zoals iedereen weet
wint van Gaal elke schaal

Daarom laat ik nieuwe jongens spelen
en prijzen die win ik velen
en als je niet speelt dan ben je er niet bij
dat klinkt als Cruijff maar het is van mij

Dus laat ik een nieuwe lente zien
In de vorm van Bruno Martins Indi

Als een druistig veulen
dendert hij op mij af
maar hij moet wel op tijd naar bed
anders krijgt hij straf

Als je dat niet snapt
dan ben je niet goed snik
want iedereen weet
de beste trainer dat ben ik

En trouwens ook de beste timmerman
ik kan heel goed zagen
het is dat ik niet bij bewustzijn was
anders had ik die nieuwe heup er zelf wel ingeslagen.

donderdag 6 september 2012

Ochtend

Foto: flickr, by rogiro
Vanochtend zag ik
het Lieverdje
Hij droeg een rode jas
misschien was Roemer
langsgeweest
en haalt Rutte hem er straks weer af

Het was heerlijk stil, er was geen hond
De banken leeg, geen geschreeuw
De stenen fris, een kastelein
die water over zijn terras heen giet
Een tram die de hoek om draait:

mooier wordt het niet.

vrijdag 31 augustus 2012

Motivatie

foto: flickr, by paddynapper
Ik denk niet dat ik de waarheid geweld aandoe als ik zeg dat de mensen in de wijk waarin ik woon relatief lastig in beweging zijn te krijgen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar er wordt redelijk wat gehangen. Gehangen op pleintjes, galerieën, in trapportalen. De enige manier waarop de wijk massaal in beweging te krijgen is, is een loeiende sirene. Zet ergens een sirene aan, en de mensen beginnen te rennen alsof hun leven ervan afhangt. Niet van het gevaar af, maar naar het gevaar toe.  En niet alleen jongetjes op fietsjes, huisvrouwen laten hun kroost in de steek, pakken met een hand de panden van hun jas bij elkaar en beginnen te spurten met een verbetenheid waar ze de rest van het jaar niet op te betrappen zijn.

   Andermans leed is blijkbaar het enige waar de mensen nog echt enthousiast van worden. Verschillende partijen willen mensen weer aan het werk krijgen, ik stel dan ook de volgende maatregel voor: iedereen die een jaar gewerkt heeft mag na dat jaar op een zelf gekozen tijdstip een uur lang naar vreselijk auto-ongeluk, brand of bloederige vechtpartij kijken. Hiervoor schakelen we draaideurcriminelen in, hetgeen een win-win situatie oplevert.

donderdag 30 augustus 2012

Versieren

Foto: flickr, by reefdaddy
Marijke was blond, jong en ze hing in een hoek van de tram met haar rug tegen de ruit. Haar aanbidder was ook jong, ongeveer twee meter en hij torende hoog boven haar uit. Hij hield zich vast aan een paal waar ik me ook aan vast hield, mijn arm scheidde de aanbidder van zijn aanbedene.
  Ze werkten samen op een kantoor. De aanbidder had een wat trage, slome stem, maar hij was vasthoudend en nadat ze vijf minuten over vervelende stagiaires en vervelende bazen hadden gesproken, zette de aanbidder zijn stap:

'Maar Marijke, zullen we anders 's-ochtends voortaan op het station afspreken?'
Marijke: 'Ik ben 's-ochtends niet zo gezellig hoor.'
Aanbidder: 'Dat maakt toch niet uit.'
Marijke: 'Maar ik ben dan chagrijnig en ik zeg dan niet zo veel.'

De aanbidder was even uit het veld geslagen, hij zocht naar een manier om dit enigszins moeizaam verlopende gesprek gaande te houden, en kwam uiteindelijk met een fatale wanhoopspoging op de proppen:

'Wat is jouw ochtendritueel?'

Dit was het moment waarop het gesprek de aandacht van derden begon te trekken en waarop Marijke zich echt een beetje ongemakkelijk begon te voelen.

Marijke: 'Oh, niets bijzonders, snel douchen en eten.'
Aanbidder: 'Ik sta altijd veel te lang onder de douche. Dan kom ik weer te laat op werk.' Deze laatste ontboezeming werd beantwoord door een zeer afwezige blik in de verte. Het station was daar, de aanbedene sprong uit de tram en de de aanbidder had nog een hele treinreis voor de boeg om te bedenken waar het fout was gegaan.

vrijdag 24 augustus 2012

Olifant

Foto: flickr, by 401 (K) 2012
Waarom ben ik zo'n fan van Frank de Boer? En wat wens ik geldbeluste wijsneuzen toe? Je leest het hier.

zondag 19 augustus 2012

De slapende moordenaar

Foto: flickr, by Brother O'Mara
(Zeer kort scenario voor een B-film)

Op het einde van het perron staat een jongen te roken. Hij draagt het flodderige geel met roze uniform van de schoonmaakdienst. Hij staat op het uiterste puntje van het perron, als hij nog verder loopt valt hij er vanaf.  Hij denkt aan vanavond. Hij gaat playstation spelen bij een maat van hem. Misschien nog even de stad in, naar de Grot.

Er komt een trein  voorbij, vol met vermoeide mensen. Een man leunt met zijn hoofd  tegen het raampje. Zijn mond staat open, hij slaapt. Hij heeft vandaag hard gewerkt, hij werkt elke dag hard. Hij heeft zijn vrouw verlaten voor een tweede leg. Hij moet twee gezinnen onderhouden en verdient niet overdreven veel. Zijn vrouw heeft het hem inmiddels vergeven maar zijn oudste dochter wil niet meer met hem praten.
  Vanavond gaat ze naar de Grot, sinds haar vader weg is cultiveert ze een oorlogsstemming. In de Grot zal ze een jongen tegen komen die in een hoekje staat te dealen. Hij moet bij wijze van taakstraf schoonmaken op het centraal station. Hij is perfect geschikt voor haar plan. Drie weken later zal haar vader er achter komen dat ze een nieuwe vriend heeft. Twee maanden later komt het tijdens het kerstdiner tot een confrontatie.
  Er ligt een scherp mes op tafel, daar is zojuist de kalkoen mee gesneden.

  De jongen die een kleine drie maanden geleden nog rustig tegen een lantaarnpaal op het uiterste puntje van het perron stond te blowen had nooit kunnen denken dat het slapende hoofd in het raampje dat in een flits voorbij kwam het hoofd was van zijn moordenaar.

(Hoogtepunt: als de vader, die hem compleet geflipt is,  met het blinkende mes op de vriend van zijn dochter gericht uitgebreid gaat vertellen over het zomerbaantje dat hij dertig jaar geleden had bij een kippenboer, hoe hij achter de beesten aan moest rennen en ze de kop af moest hakken, terwijl de complete familie doodsbang naar dat mes zit te staren keuvelt hij er vrolijk op los, alleen de oma is niet bang, haar gehoorapparaat doet het niet en ze denkt dat haar zoon een leuke speech aan het houden is.)

zondag 12 augustus 2012

Entertainment

Foto: flickr, by Mick E Talbot
Het nieuwe programma-ideetje van John de Mol gaat niet door: de grote adoptie-show zou het waarschijnlijk gaan heten. Kinderen die hun favoriete pleeggezin kunnen kiezen, waar ze dan gaan wonen. In een reactie zegt een zegsman van de Mol het te betreuren dat 'het probleem van de wachtlijsten in de pleegzorg nu niet wordt aangekaart.'
  Ook hypocrisie heb je in soorten en maten, de familie de Mol is wat dat betreft een toppertje. Het hoofdprobleem lijkt me dat de Molletjes maar niet in hun botte Mollehoofdjes kunnen krijgen dat de rest van de mensheid niet ter hun vermaak op de wereld is gezet. Zus Linda ziet het gekrioel om haar heen als klapvee dat in katzwijm moet vallen bij Linda's gewoonheid, haar broer John ziet ons als slecht betaalde acteurs in zijn eigen wereldshow.

  Wij zijn er om amusement te leveren. Laten we de zaak voor één keer eens omdraaien. Ik pitch bij deze een nieuwe show: Mollenjacht. Linda en John worden vrijgelaten in een ondergronds gangenstelsel dat langzaam vol loopt met water. Ook kruipen er zeventien beverratten rond in de gangen en is er slechts één uitgang die bewaakt wordt door Mart Smeets. Met honderden camera's kunnen we de pogingen van John om te ontsnappen volgen en kunnen we zien hoe gewoon Linda onder deze ongewone omstandigheden blijft.
  Ik zeg: top televisie.

maandag 6 augustus 2012

Punk

Foto: flickr, by campbelj45ca
  Veel verrassingen kende het duel om de Johan Cruijff schaal natuurlijk niet. Ajax mist ervaring, die zagen we aankomen. Van Bommel is terug op de Nederlandse velden en gedraagt zich als een rat, ook dat is een eenvoudig één-tweetje. Eigenlijk sprong er maar één ding echt bovenuit op de eerste voetbaldag: de baard van Jan Joost van Gangelen. Ik schakelde wat later in en ik zag eerst het hoofd van Ronald de Boer die heel hard probeerde om te doen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat Jan Joost in de vakantie in de lang verloren gewaande bassist van de Grateful Dead was veranderd.
 
  Ik weet wel ongeveer hoe zoiets gaat: je ligt in Tenerife zes weken op een strand en je denkt: laat ik eens iets nieuws proberen. Je vrouw ziet het gebeuren en denkt: laat hem maar even. En voor je het weet loop je de eerste drie dagen op je werk in een zijden kaftan, omdat dat zo 'lekker voelde op vakante', of je steekt je collega aan de andere kant van de tafel een oog uit met je authentieke sombrero die 'echt een deel van je ding is geworden'.  Een paar dagen later leg je hem beschaamd in de kelder waar hij nooit meer uit komt.
  Waar trekt SBS 6 de grens? Ik zou graag zien dat Jan Joost het nog een paar graadjes doortrekt, ik begin de smaak van zijn nieuwe look te pakken te krijgen. Nu zit er achter die baard nog steeds dat lieve Jan Joost gezichtje verborgen, maar wat als hij een zonnebril opzet?
 
  Stel je voor: Jan Joost met die baard, een zonnebril en hoge, bruine cowboylaarzen. Hij hangt lui onderuit in zijn stoel, zijn laarzen heeft hij over elkaar op de tafel gelegd. Het is stil in de studio, we horen slechts het gezoem van een dikke bromvlieg. Dan spuugt Jan Joost op de grond, hij schuift met een vinger loom zijn zonnebril omhoog, tuurt met fijngeknepen ogen naar zijn gast en mompelt: 'ging niet zo goed hé, die wedstrijd? Verkeerde spelers opgesteld?' In de studio laat een meisje van de grime een glas met water vallen. Jan Joost grijnst, buigt over de tafel en fluistert tegen van Gaal: 'Do you feel lucky, punk?'

maandag 30 juli 2012

Well

Foto: flickr, by brum d
Op de kaart had ik bekeken hoe we in een rechte lijn van ons huis naar het kasteel konden fietsen. Dit ging goed, vrolijk zeilden we door het Noord-Brabantse land. We meenden de kasteeltorens in de verte al te zien liggen, en toen stonden we stil. Gestrand op de Maas. Rustig kabbelde het blauwe water dat ons van onze bestemming scheidde.
  We keken naar links, geen brug. We keken naar rechts, geen brug. Twee mannen met ontbloot bovenlijf waren iets met een bootje aan het doen.
  'We moeten naar de overkant', wezen we. 'Dan moet je naar Well', antwoorden de mannen, 'en daar de pont nemen. Je kan over de dijk fietsten, maar dan fiets je wel tussen de schapen.'

Het fietspad was inderdaad bezaaid met schapen, het deed me vagelijk denken aan het Oud-Testamentisch paradijs. De pont was blauw met geel en hij zette er een flink tempo in. We stalden onze fietsen naast een bordje met 'stal uw fietsen hier'. Langzaam verzamelde zich een rij auto's naast ons. We staarden naar de pont die aan de overkant op het punt stond te keren, een tractor beladen met hooi moest nog ingeladen worden.
  Gretig fietsten we de pont op toen hij aan onze kant zijn klep had laten zakken en er aan de andere kant weer af. Het voelde als een overwinning: de Maas had ons er niet onder gekregen.

woensdag 25 juli 2012

Zomer

Foto: flickr, by Jason Tromm
Mijn oude baantje is opgeheven: de fietsenstalling bij de plas wordt niet langer bewaakt. Voor de rest is er weinig veranderd: twee kassa's, zon, kleine kinderen en opgeschoten jeugd.
  Aan het eind van het strand is het rustig, we gaan zitten voor paal 216. Na een kwartier komt een groepje ganzen poolshoogte nemen. Het zijn Grote Canadese Ganzen: 'de Grote Canadese Gans is een exoot in Europa. Een exoot is een organisme dat zich heeft gevestigd in een land waar het oorspronkelijk niet vandaan komt.'

  We kijken naar de exoten. Het is duidelijk dat ze hier niet vandaan komen. Ze zijn wit met grijs en staan hoog op hun poten. Ze nestelen zich rond paal 216 en kijken rond alsof ze hier al jaren komen.
  Ze vragen nog net niet wat wij eigenlijk komen doen.
  Als we gezwommen hebben drogen we op in de zon. De ganzen slapen, even staat alles stil, dan komt er een strandbal het beeld in waaien. Hij waait van links naar rechts, op zijn gemakje stuitert hij het hele strand af. Er rent niemand achteraan, de bal kan rustig doorrollen. Heeft een kind niet de in de gaten dat zijn bal ervandoor is? Haalt een jongen met gel in zijn haar zijn schouders op, omdat hij er lullig uitziet als hij achter die bal aan gaat hollen en dan dat meisje in bikini wel kan vergeten? Of is de bal van die oude man in die ligstoel, die net zo lekker zit?
  De ganzen kan het niet schelen en mij ook niet meer: ik draai me om. Het is  zomer.

zondag 22 juli 2012

Watje

Foto: flickr, by ChrisFAustralia
In de derde klas van de middelbare school had ik een Garfield agenda. Op de kaft had ik een foto geplakt van Kurt Cobain, de zanger van Nirvana. Een vriendje dat achter me zat had een foto in zijn agenda van Krist Novoselic, de basgitarist. Cobain had het jaar daarvoor een einde aan zijn leven gemaakt, zoals gewoonlijk hobbelde ik wat achter de hype aan.
  De muziek van Nirvana was helemaal fantastisch. Het was precies goed: de woede, de makkelijke melodieën, het rauwe en tegelijk het toegankelijke. En natuurlijk die zelfmoord: dat was een soort romantisch extraatje dat de muziek nog meer urgentie verleende. Ik was toen veertien: waarschijnlijk vond ik zevenentwintig helemaal geen onredelijke leeftijd om er een einde aan te maken.
  Wat moest je in vredesnaam na je zevenentwintigste nog doen?

  Onlangs herlas ik de biografie van Cobain en ik luister weer wat meer naar zijn muziek. Die muziek vind ik nog steeds goed,  maar de held van een half leven geleden blijkt met terugwerkende kracht veranderd in een psychiatrisch patiënt.
  Waar ik eerst een heldenleven las, lees ik nu een aaneenschakeling van kindermishandeling, drugsmisbruik, depressie en wanhoop. Toen ik veertien was wilde ik net zo'n spannend leven als Kurt Cobain hebben. Nu ik in de dertig ben wil ik hem over zijn bolletje aaien, in bed leggen en tegen hem zeggen dat het allemaal wel goed komt. Dus dat gebeurt er na je zevenentwintigste: je wordt een beetje een watje.
  Ik denk dat Cobain een schitterend watje was geworden. Net voor zijn dood begon hij wat meer de singer-songwriter kant op te gaan, hij bewoog wat weg van de agressieve herrie en nam onder andere covers van Leadbelly op:

maandag 16 juli 2012

Vissen 4 (de moeder)

Foto: flickr, the uptownlife
Ik geef niet toe. Ik geef niet toe. Ik geef niet toe. Hij is niet de baas. Ik geef niet toe. Het is net zijn vader. Ik geef niet toe. Ik had het kunnen weten. Recalcitrante genen. Toen ik hem zag zei hij: 'wil je wat drinken?' Hij wachtte niet eens op antwoord, hij ging het meteen halen. Nu sta ik hier met zijn zoon. Ik had weg moeten lopen. Kan ik nog weg lopen? Hij haalde een witte wijn, ik dronk nooit wijn. Sindsdien drink ik wijn. Zijn zoon wil alleen maar cola. Zijn tanden gaan naar de klote. Hij krijgt geen cola. Hij krijgt sap. Hij krijgt geen cola. Hij krijgt geen cola. Shit, een conducteur. Daar komt gezeik. Daar komt gezeik, nee, hij loopt door. Wat is dat voor een jongen? Wilde blik, plastic tas. Die is niet in orde. Tobias over tien jaar. Ontspoord. Ongehoord. Blowen, politie, jeugdgevangenis. Jeugdtrauma, mijn schuld, te streng geweest. Oedipuscomplex. Gecastreerd.

'Kom Tobias, opstaan. We gaan een lekkere cola voor je halen.'

Vissen 3 (Tobias)

Foto: flickr, by Ludie Cochrane
Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas. Ik ben de baas.

'Komt Tobias, opstaan. We gaan een lekkere cola voor je halen.'

Ik ben de baas.

woensdag 11 juli 2012

Vissen 2 (de waterdrager)

Foto: flickr, by Anirudh Koul
'Want de zee moet gered van de zon'
  – Lennaert Nijgh, de Waterdrager

De waterdrager heeft haast: Maastricht schijnt zonder te zitten. Aan de Oudegracht zakt hij via een wiebelend ijzeren trappetje naar de werf. Liefdevol vult hij zijn flessen, groene slierten krinkelen om hem heen.
  Op het station koopt hij een kaartje met korting, in de trein ziet hij iemand van een kantoor. 'Reis je met korting?', vraagt hij.
  De man schrikt op, hij vouwt meteen zijn laptop in elkaar.
  De trein rijdt niet verder dan Den Bosch, hij moet een bus naar Boxtel nemen. Hij denkt aan Londen, daar rijden de treinen altijd op tijd. Maar Londen wilde hem niet meer.
  Als hij de bus naar Boxtel zoekt, ziet hij beneden een fontein. Een rilling raast langs zijn ruggengraat: roze vissen en waterbogen. Hij zwenkt langs een kind dat op de grond ligt te krijsen, een vrouw kijkt met grote ogen naar hem op.
  Hij is gek op waterbogen. Hij rent de roltrap af, hij heeft nog één lege fles. Klaterend loopt hij vol, de zon breekt door, hij aait de vissen en even vergeet hij de reden dat hij Londen uit is gejaagd.

maandag 9 juli 2012

Vissen 1 (de kantoorklerk)

Foto: flickr, by PhotoAtelier
Als ik in de trein zit buigt er een morsige jongen over me heen. 'Reis je met korting?', vraagt hij. Hij heeft een Engels accent en een plastic tas met rinkelende flesjes. 'Ja', zeg ik. 'Mag ik met je meerijden', vraagt hij. 'Dat is goed', zeg ik.
  Hij gaat naast me zitten, nu moet ik mijn laptop opbergen, er is te weinig ruimte om te tikken, ik kan mijn ellebogen niet goed kwijt en ik wil hem liever niet aanraken. 'Deze trein gaat niet verder dan Den Bosch', wordt er omgeroepen. 'Neem de bus naar Boxtel.' 'Boextel', prevelt de jongen. 'Boextel. Moet jij ook naar Boextel?' 'Nee', zeg ik, 'ik moet niet naar Boextel.' Als we de grote rivieren overrijden gaat de telefoon van de jongen. 'Die tas van je oma is echt geweldig', zegt de jongen in de telefoon. 'Alles past erin.'

  Boven in de hal van station Den Bosch ligt een kind van een jaar of vier languit op de grond te krijsen. Hij maakt er een heel nummer van, het lijkt wel of hij dood gaat. Een vrouw staat met haar handen in de zij naar hem te kijken. Een conducteur komt eraan, ik verwacht dat hij er iets van gaat zeggen, maar hij doet net alsof hij het kind niet ziet liggen.
  Als ik de roltrap naar beneden heb genomen zie ik de jongen uit de trein naar een fontein staren. De fontein is een soort kunstwerk, op de grond liggen roze vissen en daartussen spuit water heen en weer. De jongen pakt een fles uit zijn plastic tas en houdt hem onder een boogje water. De fles loopt klaterend vol, als ik langs hem loopt kijkt hij op, maar hij doet net alsof hij me niet herkent.

woensdag 4 juli 2012

Koning der Strijkers

Foto: flickr, by jcolman
Als mannen van alles kapot maken
en vrouwen mishandelen en compleet bedekken
dan is het altijd in naam van iets
maar nooit in naam van henzelf
vreemd genoeg

Als ze kinderen vermoorden dan heten ze
Het Leger van de Heer
als ze culturele schatten opblazen
dan zijn ze de Ware Gelovigen
Blijkbaar zijn ze alleen Ali of Piet
als ze een broodje
bal bestellen

En nu ga ik strijken
ik ben namelijk de koning
van het Genootschap der Strijkers
van de afdeling Beddengoed
hier in dit pand

En ik eis totale overgave
van alle kledingstukken
op straffe van
de dood

maandag 2 juli 2012

De romantiek van de rush

Foto: flickr, by Thowra_uk
Begrijp me niet verkeerd, ik vind het echt heel knap van Spanje.
  Drie toernooien op rij, dat is gewoon knap. Ze kunnen gewoon heel goed voetballen die Spaanse mannetjes, maar toch.  Er knaagt iets aan me, het drijft me naar youtube.
  Ik bekijk beelden van het Nederlands Elftal van twintig jaar geleden. Het ek in Zweden. Ik kijk naar Ruud Gullit en ik weet meteen wat er aan me knaagt. Ruud Gullit was een voetballer. Hij speelde rechtsbuiten en als hij aanzette, dan zette hij aan.

 Dan passte hij die bal een paar meter voor zich uit, en dan rende hij erachteraan, zijn armen zwaaiden, zijn zwarte haart danste in de wind.
  Een Duitse verdediger zette een sliding in, die zette hij al meters van te voren in, je zag het aankomen, dat Duitse been dat naar de bal toe gleed en Gullit die met de punt van zijn voet de bal er net overheen wipte, hij sprong over dat been en daar kwam alweer een volgende verdediger aan glijden, ook die ontweek hij, hij vloog en richtte die machtige kop op en dan verstuurde hij een pass, een crosspass, zo'n fijne, lange bal met effect die eeuwig onderweg leek en dan precies op het hoofd van de aanstormende Bergkamp plofte, of er net langs vloog, zodat je voor niets was opgesprongen van de bank, je mocht opblijven en staarde met een verhitte kop naar de televisie waar helden met heldendaden bezig waren, je vergat zelfs van je cola te drinken.

  Twintig jaar later drink je bier, en helden heb je allang niet meer. Je kijkt naar voetbal dat knap is, echt, het is heel knap. Het is technisch perfect, de bal gaat razendsnel rond, de voetballers lijken wel machientjes, zo knap houden ze die bal onder controle. Heel knap, en toch.. Het kan niet alleen maar de leeftijd zijn, dat alles vroeger beter was. Er zit iets in een rush, een uitgestoken been, wapperende haren en een krom wegdraaiende voorzet, iets heroïsch, iets dat met dat moderne tikkie-takkie, echt heel knap enzo, helaas toch voorgoed verloren lijkt te gaan.

zondag 24 juni 2012

Dialect

Foto: flickr, by azrael 74
'Waarom blijven die Spaanse supersterren wel voor elkaar lopen?' Deze vraag houdt de voetbalborreltafels de laatste dagen bezig. 'En die Duitsers, die maken zich ook ondergeschikt aan het team.'
  Ironisch genoeg denken we vaak dat we een landje zijn van 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.' Hollandse nuchterheid en zo, maar ondertussen geen land met zoveel sterallures. Mijn hypothese: we zijn te klein. Niemand kan Duitsland of Spanje ontgroeien, maar als van Persie en Huntelaar zich moeten melden in Hoenderloo, dan voelen ze zich als iemand die het gemaakt heeft in de grote stad en zich voor een familiefeest weer in de provincie moet melden.
  Er is niets aan te doen: we zijn allemaal de half-achterlijke ouders van Arjen Robben. Op zijn verjaardag moeten we stil onze koffie drinken en als het even kan onze mond houden: ons dialect zou hem kunnen verraden.

dinsdag 19 juni 2012

Verlangen naar een gore fluim

Foto: flickr, by tomswift46
Mijn oudemannen-tirade tegen de jongste generatie ('generatie lulverhaal' roep ik tegen de televisie, terwijl ik bier op mijn trainingspak mors) is zowaar te lezen op de site van Voetbal International.

woensdag 13 juni 2012

De hangjongere

Foto: flickr, by Savannah Roberts
Leunend tegen een muurtje
nonchalant
een sigaretje rokend

Pratend
in staccato toontje
verveeld, alsof hij
eigenlijk wel wat beters heeft te doen

Starend in de verte
alsof hij
net terug is uit
het frontgebied
bewaakt hij, angstvallig

zijn houding

maandag 11 juni 2012

Wijze woorden

Foto: flickr, by Dluogs
  'Als het e.k. begint dan staan we er.' Deze woorden werden maanden geleden uitgesproken door de aanvoerder van het Nederlands Elftal, ik geloof na de wedstrijd tegen Duitsland. Hij trok er een gezicht bij alsof hij net zeven jaar tussen de monniken van Tibet geleefd had en nu de bergen af was gedaald om zijn wijsheid te delen met de mensen in het dal.
  Tegen die Duitsers werden we met 3-0 van de mat gespeeld, maar volgens de wijze oude vos van Bommel waren we eigenlijk veel beter geweest.

  'Wacht maar', was de boodschap die er in de fonkelende oogjes van zijn oude mannenhoofd te lezen was, 'dit is allemaal een truc, een rad dat we de Duitsers voor de ogen draaien.' Graag wekt van Bommel de indruk dat hij, in tegenstelling tot gewone stervelingen, dingen ziet die wij niet zien. Door zijn karrenvracht aan ervaring ziet hij drie stappen vooruit, hij is samen met zijn oude nestor Grijze Bert bezig aan een masterplan dat wij onmogelijk kunnen overzien.
  Het ontbreekt er nog maar aan dat hij leunend op een wandelstok het journaille te woord staat, terwijl hij aan een pijp lurkt en net als de kleine goeroe Yoda uit de Star Wars films zijn woorden expres in de verkeerde volgorde zet.

 De wijze woorden van de aanvoerder ten spijt bleven we echter slecht spelen en we bleven maar kletsverhalen aanhoren, hopend dat ze inderdaad bezig waren met iets dat het gewone oog ontging. Inmiddels weten we beter: het gewone oog zag het prima, het Nederlands Elftal speelt al een half jaar als een krant en het voetbal lijkt bij vlagen nergens naar.
  En de sluwe vos van Bommel? Dat blijkt een ploeteraar op het middenveld te zijn die met grote overtuiging de wijze profeet kan uithangen. Als van Bommel slim is laat hij het voetballen volgend jaar gewoon maar helemaal aan zijn piepjonge ploeggenoten over en gaat hij alleen nog maar op de bank met een pijpje in zijn mondhoek wijze woordjes mompelen. Een Gouden Kalf behoort tot de mogelijkheden.

zondag 10 juni 2012

Timmeren

foto: flickr, by guuleed
Gisteren keek ik Nederland - Denemarken tussen het volk. Wat is het volk? Dit is een gevaarlijke vraag, het risico om over te komen als een linkse intellectueel die boeken leest en zich mijlenver boven het volk verheven voelt, is niet gering.
  Laat ik toch een poging doen: de volkse man staat met een strak t-shirt bier te hijsen, je hoeft hem niks op de mouw te spelden, hij is een man van de wereld en als je het niet met hem eens bent dan ben je een sukkel en moet je snel je bek houden. Zijn volkse vrouw is blond, kijkt tegen haar man op, en staat te wachten tot je op haar tenen trapt zodat ze kan krijsen dat je op haar tenen hebt getrapt en haar man je in elkaar kan slaan, terwijl zij tevreden toekijkt.
  Om me ook als een man van het volk te vermommen, deed ik snel een oranje pruik met plastic stekels op, maar toen ik bier ging halen en mezelf in de spiegel zag legde ik deze weer  beschaamd in een hoekje.
  Hoewel het integreren moeizaam ging, bleken het volk en ik toch iets te delen: een grote passie voor  Klaas-Jan Huntelaar. Een groot gejuich steeg op toen deze in het veld kwam, een gejuich waar ik me oprecht bij aan kon sluiten.
  Dat onze held niet bracht wat we ervan verwachtten, betekent niets en als je denkt dat van Persie een betere spits is dan moet je maar eens langskomen, dan timmeren we je helemaal in elkaar.

donderdag 7 juni 2012

Nieuwe media (slot)

Foto: flickr, by mooste
'Hoeren van Babylon', mompelt hij als hij door de stromende regen over de Oudezijds Voorburgwal richting het Rokin wandelt. De rode lichten komen hem voor als een waarschuwing: de likkende vlammen van de hel tonen zich al in de peeskamertjes. Bij de aanlegplaats van de boot staat hij stil. 'Je bent gekomen', hoort hij iemand brommen. 'De verloren zoon is teruggekeerd.'

Uit de schaduw onder een afdak stapt zijn oudste broer tevoorschijn. In het lantaarnlicht ziet hij korsten op zijn broers gelaat, alsof hij aangevallen is door een bende wilde katten.
  'Wat is er met je gezicht gebeurd?'
  'Kinderen. Ze wilden mijn voetbalplaatjes hebben. Ik heb gevochten als een leeuw.'
  'De wereld is gek aan het worden. Waar is iedereen?'
  'Op de boot. Jij bent de laatste.'
  'Heeft Wilma haar minnaar meegenomen?'
  'Ik heb hem niet gezien.'

Zijn vrouw is er een paar jaar geleden vandoor gegaan met de tuinman, een romantisch cliché waar hij vreemd genoeg nog steeds wel om kan grinniken. Het was een Pool met een rug vol tatoeages, een platte buik en een vierkante kop.

  Hij loopt achter zijn broer naar de kade. Ze moeten een trappetje af en lopen over een houten plank de boot binnen. Het is er druk, vochtig en lawaaierig. De ramen zijn beslagen, er is niets van de stad te zien. Zijn kleindochter zit op schoot bij zijn dochter, het kleine meisje haalt een viltstift met driftige halen over een vel papier. De helft van de mensen staat foto's te maken van de andere helft. Alsof de stuurman op hem gewacht heeft, begint de motor meteen na zijn binnenkomst te draaien.

Hij wisselt beleefdheden uit en speurt naar zijn vrouw. Ze zit achterin, ze is in gesprek met een stel tieners. 'Triggerfinger is echt de bom', hoort hij haar boven de muziek uit schreeuwen, 'vet chill.' Hij geeft haar een kus op de wang, ze lacht naar hem en pakt zijn hand. 'Fijn dat je gekomen bent', schreeuwt ze in zijn oor.

Al snel houdt hij het binnen niet meer vol. Hij klimt het dek op, er is een bankje met een afdakje.  Hij had vanavond eigenlijk de papieren van Waterman & Co na moeten kijken. Jansen zal woest op hem zijn.
  De deur naar het dek piept open. Zijn kleindochter rent het dek op, ze speurt om zich heen en als ze hem ziet ploft ze naast hem neer.
  'Deze heb ik voor jou gemaakt', zegt ze tegen hem, ze haalt een verkreukeld vel papier onder haar jasje tevoorschijn. Ze bungelt driftig met haar beentjes heen en weer, ze analyseert zijn reactie.
  Het papier staat vol woeste krassen, het lijken twee gezichten.
 
  'Zijn dat papa en mama', vraagt hij aan het meisje.
  'Dat ben jij met oma', zegt het meisje. 'Als jullie weer samen zijn. De tuinman is weg opa, die is weer naar Polen. En mama zegt dat oma verdrietig is.'
Met deze boodschap laat ze hem weer alleen, ze rent door de regen en smijt de deur achter zich dicht.
  In het lantaarnlicht van de Herengracht kijkt hij naar de kleurige halen van zijn kleindochter en hoewel  het hard regent, lijkt het toch een traan te zijn die daar even aan zijn oude neus blijft hangen.

woensdag 6 juni 2012

Nieuwe media (3)

Foto: flickr, by johnmuk
'Met Jan'
'Jan, alles goed? Stoor ik niet?' Ze klinkt gejaagd, maar dat zegt niets. Ze klinkt al veertig jaar gejaagd.
'Zeg het maar.'
'Zoals je weet wordt onze enige kleindochter morgen alweer vijf.'

 Hij haalt adem, het is niets.

'Jij wilde natuurlijk weer een van je eloquente kaarten sturen. Maar zoals je waarschijnlijk wel gelezen hebt, vieren Anja en Martijn het vanavond met een rondvaart. Het zou leuk zijn als je ook eens kwam.'
 Hij stopt een gehaktballetje in zijn mond.
 'Waar had ik dat moeten lezen?'
 'Je komt toch op haar Facebook.'

 Hij had er inderdaad speciaal een internetaansluiting voor aangeschaft. Twee Turken hadden zijn hele huis overhoop gehaald, zijn kat was uit protest drie dagen niet thuis gekomen. Hij was naar haar 'pagina' gegaan en daar had hij gelezen dat zijn dochter, die in de dertig is, de avond tevoren 'vet veel gezopen had, en nu lekker op de bank brak lag te wezen'.
   Daaronder staken vierendertig mensen hun duim omhoog om te laten zien dat ze dat 'leuk vonden.' De volgende dag kwam hij op haar pagina en toen zag hij zijn schoonzoon die in zijn onderbroek een eitje aan het bakken was. Dat vonden veertien mensen leuk. Hij had het internet dezelfde dag nog opgezegd.

 'Dat virtuele Sodom en Gomorra betreed ik niet meer.'
 'Sodom en wat?'
 'Lees de bijbel maar eens.'
 'De bijbel? Kom je nou of niet?'
 'Hoe laat is het?'
 'Het begint over een uur. Opstappen bij het Rokin. Het wordt vet gezellig en vet romantisch, over het water varen met al die lichtjes.'

 Het bandje is afgelopen en Matthijs heeft alweer twee gasten afgewerkt. Hij luistert half naar het opgewonden geratel van zijn bijna bejaarde vrouw. Ze praat even snel als Matthijs en gebruikt woorden die hij nauwelijks kent. Iedereen wil tegenwoordig zestien zijn. Behalve de zestienjarigen, waarschijnlijk.

 'Ik kan niet', onderbreekt hij haar als ze de complete route van de boot aan hem voor wil leggen, 'ik moet werken.'
 'Werken? Vanavond? Werk je nog steeds voor die lul de behanger?'
'Ik zal kijken wat ik kan doen.'

Hij hangt op. Matthijs sluit af. Zijn spaghetti is koud. De kat miauwt klaaglijk en hij staat voor het raam naar de immer door kletterende regen te kijken.

Nieuwe media (2)

Foto: flickr, by Zhao Shouren
Als hij binnenkomt ruikt hij meteen dat het mis is. Hij trekt de donkergroene gordijnen open, een smoezelig licht valt de zolderkamer binnen. Het regent al de hele maand, boven zijn bed zit een lek, het matras op zijn bed is doorweekt.
  'Zachtjes tikt de regen tegen het zolderraam', mompelt hij, en hij loopt naar het keukentje om een pan te pakken. Als hij met de pan in de hand de kamer weer in loopt klappert het kattenluik, zijn doorweekte kater loopt in een rechte lijn naar zijn mand in de hoek en krult zich tot een bolletje.
  'Mijn kat erkent mijn bestaan niet', denkt hij. Hij zet de pan op zijn bed, de eerste regendruppel valt met een hoge tik op de bodem.
  'Eerst maar eens wat eten, dat scherpt het denkvermogen.'

Uit zijn versleten aktetas haalt hij zijn maaltijd, spaghetti met balletjes van de Albert Heijn To Go. 'Waarheen, waarvoor', denkt hij altijd als hij die winkel binnenloopt, 'waarheen leidt de weg?' Zou het denkbaar zijn dat de Albert Heijn het antwoord op deze eeuwenoude vraag kent?
  Hij zet zijn bakje in de magnetron en stelt hem in.

  'Doe er ook maar een blikje bier bij', had hij tegen het piepjonge meisje achter de kassa gezegd, 'doe maar een halve liter.' Hij gaat met het bier achter zijn tv zitten. Matthijs van Nieuwkerk vuurt vragen op een jonge politicus af. Eigenlijk zijn het geen vragen, eigenlijk zijn het verwijten vermomd als goedbedoelde adviezen. De jonge politicus zweet als een otter, hij is blij voor de jongen dat Matthijs er na een minuut alweer mee ophoudt en het nieuwste, van talent barstende bandje aankondigt.

De muziek klinkt precies hetzelfde als de vorige twintig nieuwe bandjes.

Tegelijk met de hoge piepjes van de magnetron gaat zijn mobiel. 'Vervloekt zijn de nieuwe media', roept hij. Hij zet zijn pils op het tafeltje en sloft naar zijn tas. 'Driemaal vervloekt en nog eens vervloekt. Ze zijn de plaag van deze tijd, een straf voor onze hoogmoed en de weg naar onze ondergang. Twitterend zullen we verzwolgen worden.'

Hij herkent het nummer en houd meteen op met mompelen. Zij belt hem nooit meer. Met een akelig voorgevoel drukt hij het oplichtende knopje in en brengt de telefoon naar zijn oor.

maandag 4 juni 2012

Nieuwe media (1)

Foto: flickr, by kartikay.sahay
Op het station heeft hij een enveloppe en een kaart gekocht. Ze zitten samen in het plastic. In de trein van Utrecht naar Amsterdam scheurt hij het pakje open en als de trein begint te rijden haalt hij uit zijn bruine, versleten tas een ouderwetse vulpen te voorschijn. Hij legt de kaart op het kleine tafelblad naast het raampje.
 Hij veegt door zijn dunne haar. Zijn gezicht is getekend, maar zijn ogen staan scherp. Hij is alleen, maar hij is niet verslagen. Hij begint te schrijven, met rustige, bedachtzame halen. Als hij klaar is ondertekent hij en laat hij de kaart even drogen. Zijn telefoon gaat, hij aarzelt en haalt hem dan uit zijn tas.
  'Ik zit in de trein', zegt hij. 'Dat moet wachten tot morgen.'
Hij legt de telefoon, een dik model van jaren geleden, neer naast de drogende kaart op het blad. Na een paar tellen pakt hij hem weer op, toetst een nummer en zegt: 'Het spijt me, ik doe het vanavond wel.'

Meteen daarna stopt hij de kaart in de enveloppe. Meteen haalt hij hem er ook weer uit, de inkt is uitgesmeerd, zijn mooie handschrift is een kliederboel geworden. Hij kijkt er even naar en scheurt de kaart dan bedachtzaam in tweeën, en nog een keer, en stopt hem in het vuilnisbakje onder het tafelblad. Hij legt de gescheurde stukken bovenop een zwarte bananenschil en klapt het smoezelige bakje weer dicht.
  Weer veegt hij door zijn dunne haar en net voordat hij ze sluit, is te zien dat zijn ogen zo fel niet meer staan.

woensdag 30 mei 2012

Klaaglijk

Foto: flickr, by freefotouk
Het was zonnig weer, de leeuweriken floten in de takken en wij speelden boerengolf. Wat is boerengolf? Bij boerengolf heeft een boer 10 gaten in zijn weiland gestoken en daar moet dan een balletje in.
  'Probeer de koeien niet te raken', zei de boerin voordat ze ons de clubs uitdeelde, maar de twinkeling in haar ogen verraadde dat het haar eigenlijk een zorg kon zijn of we het balletje tegen die koeien aan zwiepten. De koeien mochten wat haar betreft blij zijn dat ze niet in de pan zaten die ze even later met haar boerenschouders op de boerentafel zette.

Om het spel nog wat spannender te maken, was ons verteld dat sommige hekken onder elektriciteit stonden, maar lang niet allemaal. Dat is ongeveer hetzelfde als bij het ontbijt tegen iemand zeggen dat hij voordat de zon onder is gegaan nog een stevige klap tegen zijn hoofd gaat krijgen, waarna die persoon de hele dag paranoia over zijn schouder loopt te turen en hij eigenlijk veel liever bij het ontbijt meteen maar die klap had gehad.
  Wellicht school er wel een sadist onder dat vriendelijk blozende blonde boerinnenhoofd? In deze overtuiging werden we gesterkt toen meerdere holes verraderlijk dicht langs de sloot bleken te liggen. Er lag weliswaar een bootje in die sloot, maar de peddels waren eigenlijk gewoon twee planken, en wij maar roeien. En die boerin maar lachen natuurlijk, achter haar boeren bloemengordijntjes.

  Na een paar uur tegen het balletje geslagen te hebben, we begonnen hier goed in te worden, kwam de koeienkudde in zicht. Eén koe moest al bijzonder vaak de pineut zijn geweest: als een dolle stoof  hij ervandoor, nog voor we maar zelfs aan hadden kunnen leggen. De andere koeien wachtten gelaten af wat er komen ging, een houding die koeien sowieso van nature het beste lijkt te liggen.   
  We legden aan voor een laatste slag: wie de bal in een keer in de laatste hole sloeg mocht een koe mee naar huis nemen.
  Smachtend keken ze ons aan, met hun grote smekende koeienogen, dromend van een leven in de grote stad en een verlossing van de golfballenterreur. Helaas, het mocht niet zo zijn, we moesten verder, er zat alweer een gezelschap achter ons, een dikke man met blote buik en tatoeages sloeg tegen zijn balletje als een verveelde kampbeul met een degelijk arbeidsethos. En klaaglijk loeiden de koeien.

woensdag 23 mei 2012

Moderne zorgen

Foto: flickr, by prettywar-stl
Heb ik iets gemist
is er iets ontploft
ga je weer op reis
wie zit er vanavond op de bank
bij Matthijs?

Heb ik al gepind
ben ik niet geskimmed
heeft ze al een kind en
weet iemand
al wat
Johan Derksen daarvan vindt?

Ben ik niet te laat
ben ik niet te vroeg
ben ik al geliked
heeft Arjen Robben spijt?

Is Robert M al vrij?
En waar is Ali B?

Paniek: gisteren zag ik op de markt
het kan toch bijna niet
bij de verse tomaten
met een komkommer
en een zonnebril op zijn neus

Volkert van der G.

zondag 20 mei 2012

Beschaafd

Foto: flickr, by Simon Cocks
Gisteravond zag ik in de Stairway to Heaven, dat café van Henk Westbroek, hoe Arjen Robben een penalty miste en Chelsea de Champions League won.
  Toevallig had ik een maandje eerder ook al in dat café gezeten, toen had ik nog tien minuten naar een sweater van Kurt Cobain staan staren die daar achter een glasplaat hangt, maar dat was nu niet mogelijk: de muren waren bedekt met zwarte doeken en doodshoofden. Er was blijkbaar een thema-avond gepland, hetgeen ook bleek toen de bediening tijdens de verlenging ineens met zwart en wit geschminkte gezichten de glazen begon op te halen, een act die een beetje dood viel aangezien er meer een voetbalsfeertje in het café hing dan een zombie-atmosfeer.

  Maar goed, er waren zowel Chelsea supporters als Duitsers, dus dat beloofde een dolle boel te worden. Er was een morsige man met een baard en een shirtje van Drogba, maar die struikelde toen hij even moest pissen over de toiletjuffrouw, waarna hij jankend zijn armen in de lucht stak en er niets meer van hem werd vernomen.
  Die Duitsers waren behoorlijk fanatiek, zoals je van Duitsers mag verwachten, vooral eentje, een kale jongen die met geheven vuisten opsprong als de enige Nederlander op het veld weer eens een kans om zeep hielp.
  De Engelsen hielden zich rustig, tot Drogba (de echte, op het veld), die laatste penalty binnenschoot. Toen begon er eentje als een wilde op en neer te springen, hij rende naar het scherm en begon recht voor die kale Duitser 'Chelsea Chelsea' te roepen. Vol verwachting loerde ik naar de Duitser: wat ging hij doen? Hij stond op haalde zijn schouders op, mompelde iets in de trant van 'dat is voetbal' en ging aan de bar bij een man die geschminkt was als een zombie een biertje bestellen.
  Duitsers: hemeltergend beschaafd.