zaterdag 26 januari 2013

Openbaring

Foto: flickr, by Emily Carlin
 Iedereen die meent dat het geschreven woord op sterven na dood zou zijn, doet er goed aan dit weekend naar de Brabanthallen te schuifelen. Duizenden mensen verdrongen zich gisteravond al om zeven uur, de hekken waren net opengegaan, rond de tweedehandsboeken die in lange rijen stonden uitgestald. Van overal uit de staden kwamen de mensen, moeizaam voort ploeterend door de besneeuwde straten, slechts verlicht door de straatlantaarns en de zoekende koplampen.
  Even meende ik een vrouw op een ezeltje te zien, maar het bleek een klein paard te zijn.
  Het geschreven woord blijft bestaan, de verlokking van het schrift is onweerstaanbaar. Achter elke kaft, in iedere bak kon een openbaring liggen te wachten. Het was dan ook zaak er zo snel mogelijk bij te zijn, want er is slechts één ding onverdraaglijker dan sterven zonder de waarheid gevonden te hebben: het idee dat de waarheid net voor je handen wordt weggegrist door die lul die naast je staat.

vrijdag 25 januari 2013

Heimwee

We hebben heimwee naar gezag. Dat is de strekking van veel opiniestukken in de kranten dezer dagen. Het neoliberalisme heeft ons volgens Thomas van der Dunk in een 'moreel moeras' gestort.
  Het idee is dat de afbrokkeling van gezag en de paranoia waar dit mee gepaard gaat nieuw zou zijn. Feit is dat het gezag in de jaren zestig al afbrokkelde en dat de paranoia toen al welig tierde, alleen had nog niet iedereen het door.
  Wie had het wel door? Bob Dylan natuurlijk, zoals het een dichter/profeet betaamt was hij de tijden zeker veertig jaar vooruit. Laten we zijn beroemde liedje 'Subterranean Homesick Blues' aan een tekstanalyse onderwerpen:

Johnny's in the basement 
Mixing up the medicine
I'm on the pavement 
Thinking about the government

Wat is Johnny voor medicijn aan het maken, in die kelder van hem? Waarom zit de hoofdpersoon over de regering te tobben? Er is hier iets niet in orde, maar wat is het?

Look out kid
It's something you did
God knows when
But you're doing it again

Je moet oppassen, maar waarvoor? En voor wie? Wie is de baas en wat moet je doen?

Get sick, get well
Hang around a ink well
Ring bell, hard to tell
If anything is gonna sell

Je moet gezond zijn en dingen verkopen. Welke dingen moet je verkopen? Het medicijn dat Johnny in zijn kelder aan het brouwen is? Wat is het verdienmodel? Wat gebeurt er als je niet slaagt? Wat zijn de tips?

Get born, keep warm
Short pants, romance, learn to dance
Get dressed, get blessed
Try to be a succes

Een succes worden, dat is het ultieme in deze zenuwachtige wereld waar Johnny zich teruggetrokken heeft in zijn kelder, je van de regering niet veel hoeft te verwachten, net zo min als van je medemens:

Look out kid
You're gonna get hit

De oplossing:

Better jump down a manhole
Light yourself a candle
Don't wear sandals
Try to avoid the scandals

Geen sandalen dragen en vermijd de schandalen. En die heimwee dan? Die gaat natuurlijk over de jaren vijftig, toen Uncle Sam nog voor je zorgde en Johnny in het daglicht vrij kon wandelen, zonder angst voor users, cheaters en six-time losers.

Aangezien de Websheriff de Bob Dylan versie alweer heeft verwijderd, de versie waar Matthijs op gewezen heeft: 

vrijdag 18 januari 2013

Amsterdam

Foto: flickr, by APM Alex
Twee mannen met een Amsterdams accent zaten tegenover elkaar in de trein. Ze praatten over Amsterdam. De ene had een flesje met een rode vloeistof bij zich dat hij soldaat maakte, de andere had een pokdalig gezicht. Het waren geen zwervers, maar heel veel scheelde het ook weer niet.
  'Kattenburg', zei de ene, toen we lang de Oostelijke Eilanden reden. 'Ja', zei de ander, 'vroeger had je voor-Kattenburg en achter-Kattenburg.'
  'Wist je dat de trappetjes bij Kattenburg vroeger zo nauw waren', zei de ene, 'dat dikke dames er achterwaarts vanaf moesten?' 'Ja', zei de ander, 'schoenlepel.'
  'Schoenlepel', lachte de ander, 'precies.'
  Toevallig had ik die middag net een rondleiding door Amsterdam gekregen, die begon bij hotel The Dylan aan de Keizersgracht en eindigde bij een café in de Jordaan. In dat café stond een man die op Russel Crowe leek biertjes te tappen. Toen er een vriend van hem binnen kwam, schreeuwde hij: 'En, gehaald?' 'Allemaal voldoendes', antwoordde zijn vriend, 'maar geen enkele goed.' 'Geen enkele goed?' 'Nee, ik krijg nooit een goed, altijd alleen maar een voldoende.' 'Ha, nooit een goed.' 'Nooit een goed', beaamde zijn vriend, hij keek er een beetje beteuterd bij. 'Maar wel gehaald, toch?' 'Ja, wel gehaald. Alleen geen goed.' 'Nee, geen goed.'
  Buiten lag sneeuw, de treinen reden toch op tijd, het carillon van de Westerkerk klingelde alsof er niets gebeurd was en Russel Crowe tapte maar eens een pilsje voor zijn vriend die nooit een goed scoorde.

maandag 14 januari 2013

Zwelgen in weemoedige morsigheid

Foto: flickr, by Hc_07
In Albany besloten we te overnachten. Er was nog geen sneeuw te zien, maar ze was te moe om verder te rijden.
  'Het lijkt net een stad in het Oostblok', zei Rebecca.
  De straten waren verlaten. Alleen bij een bushalte stonden een paar negers.

– Fantoompijn, Arnon Grunberg



Het beslissende boek, het boek dat je raakt zoals geen ander boek je ooit meer zal raken, lees je volgens geheugenpsycholoog Douwe Draaisma vaak zo rond je twintigste. Dit is later dan dat je de beslissende muziek hoort: dat is meer iets voor de pubertijd. Een boek, daar zit al afstand in.

  Toen ik negentien was nam ik bus twaalf van de Uithof naar de binnenstad van Utrecht om een boek te kopen. Deze missie was vrij uniek: nog nooit had ik een boek gekocht. Ik kocht cd's, een boek trok ik wel uit de kast van mijn ouders, meestal op goed geluk. Wat was er gebeurd? Ik had per ongeluk een boek gelezen van Arnon Grunberg en dat vond ik het grappigste dat ik ooit gelezen had. Het boek heette Figuranten en ging over een vreselijke schlemiel die acteur wilde worden. Kreeg hij eindelijk een rol dan werd hij dertig keer door een hoertje van de trap gegooid en hoorde hij de dames van de catering tegen elkaar fluisteren: 'ze hebben er wel weer eentje uitgezocht.'
  En nu had deze Grunberg een nieuw boek geschreven: Fantoompijn. Ik betrad de boekwinkel om dit boek aan te schaffen, stopte het in mijn rugzak, at een loempia aan het standje op de brug voor het Stadhuis, met scherpe saus eroverheen, en nam de bus weer terug naar de studentenflat. Daar rookte ik twintig sigaretten, dat deed ik die tijd om niet helemaal duidelijke redenen, zette een cd van de Doors op en las mijn aangeschafte boek.
  Inmiddels heb Fantoompijn zeker zeven keer gelezen en ik vind het nog steeds een geniaal boek. De kwestie van het beslissende boek heeft alles te maken met timing: het moet het juiste boek op het juiste moment zijn. Als ik voor het eerst Nirvana had gehoord op mijn tweeëndertigste had ik het waarschijnlijk wel goed gevonden, maar nooit zo goed als toen ik veertien was. De juiste leeftijd maakte het tot niets minder dan een openbaring. Als je tweeëndertig bent krijg je geen openbaringen meer, dan spaar je zegeltjes voor een gratis ijskrabber bij de HEMA.

  Wat maakte Fantoompijn tot het juiste boek op het juiste moment? Fantoompijn is een boek waar de weemoed vanaf druipt. Elke zin is doordrongen van de totale vergeefsheid van alles dat we doen, en, tegelijkertijd, van de schoonheid van die mislukking. Negentien jaar is een uitstekende leeftijd om de vergeefsheid van het leven in te zien. De puberale boosheid is verdwenen, heeft zich gestold tot een inzicht dat het allemaal geen moer uitmaakt, maar het zwelgen is nog niet voorbij. Ook in morsigheid kan gezwolgen worden. En zwelgen in morsigheid, dat is Fantoompijn. Het gaat over nachtwinkels, hotelkamers, geleende limousines en gokken met andermans geld. Over hele en halve oplichterij, affaires met de moed der wanhoop en halfslachtige pogingen tot alcoholisme. 
  Was ik tweeëndertig geweest, dan was het nog steeds een goed boek geweest. Maar zwelgen in morsigheid, daar heb je de tijd niet meer voor. Je moet naar de HEMA, voordat de voorraad is uitgeput en je helemaal voor niets die zegeltjes hebt gespaard.

zaterdag 12 januari 2013

Aaien

Foto: flickr, by art_you
In de roman Zoete Mond van Thomas Rosenboom proberen twee mannen elkaar de loef af te steken. Ook zwemt er in de roman een witte walvis eenzaam door de Rijn. De walvis roept vertedering op, waarschijnlijk vanuit medelijden: het arme beest heeft geen idee wat hem overkomen is. Het herinnert de mensen die met verrekijkers aan de kant staan aan hun eigen eenzaamheid. Bovendien vormt het beest geen bedreiging. Om Nietzsche te parafraseren: we houden van de beesten, omdat ze geen mening over ons hebben.
  Rosenboom laat in Zoete Mond zien wat in het debat over vrijwel elk maatschappelijk probleem veel te weinig aandacht krijgt: het menselijk handelen wordt gemotiveerd door statusdrang, statusdrang en statusdrang. Als Wilders serieus werk wil maken van het Marokkanenprobleem, moet hij een wetsvoorstel in elkaar sleutelen dat ervoor zorgt dat Marokkaantjes met een minderwaardigheidscomplex elke dag verplicht een kwartier een konijn moeten aaien. De niet-veroordelende konijneogen zullen het straatgeweld met zeker veertig procent doen dalen.

dinsdag 8 januari 2013

Geen kapsones

Foto: flickr, by xopherlance
Hallo gewone Nederlander, alles tof? Heb je het al gehoord van die shit in Syrië? Dat is niet mis, maar voordat we daar beelden van laten zien even wat clipjes van goedbekeken films, om je aandacht er bij te houden. Dat er geen touw meer aan de volgorde is vast te knopen en dat alles op zo'n manier op entertainment gaat lijken nemen we op de koop toe. Alles beter dan de indruk te wekken dat we boven je staan. Wij hebben geen kapsones! Het acht uur journaal sluit niemand uit. Begrijp je het trouwens nog, of MOETEN WE NOG WAT LANGZAMER EN DUIDELIJKER PRATEN?
  Wist je al dat Rafaël en Sylvie gescheiden zijn? En in India zijn ze nog steeds boos om die verkrachte vrouw! Wat een toestand! Maar het moet wel gezellig blijven! Daarom nu een item over de vakantiebeurs! In Amerika zijn twintig kinderen doodgeschoten! Misschien komt er wel een Elfstedentocht, dan kunnen we weer gezellig schaatsen! Hou jij ook zo van schaatsen? Wij zijn gek op schaatsen! Nu gaan we het een kwartier over het weer hebben. Wat een natte bedoening was het weer vandaag! Kom je morgen weer naar mijn filmpjes kijken? Doei!

woensdag 2 januari 2013

Spindoctor

foto: flickr, by midnightglory
De man die zijn vrouw sloeg. Zo gaat Rafael van der Vaart het collectieve geheugen in. Niet als de briljante linkspoot, niet als die jongen die die onmogelijke goal tegen Feyenoord maakte, nee, van der Vaart de grote vrouwenmepper. Zoals een voetballer zijn manager belt als hij op de reservebank belandt, zo had Raffie bij de eerste tekenen van onrust bij Sylvie zijn spindoctor moeten bellen.
  'Niet gaan slaan', had die spindoctor dan gezegd, 'wat je ook doet, hou je handjes op de rug. Ik ben er over vijf minuten.'
  Maar terwijl Raffie nog beteuterd naar de rotzooi van Nieuwsjaardag stond te turen belde Sylvie al met Bild en was Rafael al op weg naar de bushalte aan de achterkant van het stadion. De amateur.