vrijdag 26 april 2013

Stom

'Er is geen dier dat ze me zo ontroert als een egel.'
Foto: flickr, by WillBurton2
   Het meisje dat deze woorden sprak staarde haar gesprekspartner aan met grote blauwe ogen. Hij was het type gestileerde gangster. Een petje, oordopjes, witte sneakers, baggy jeans die op half zeven hangen. Voor alles bij elkaar zo'n 300 euro in de gangstershop.
   'Egels ja', zei de jongen. 'Ja, egels', vervolgde het meisje. Ze keek hem verwachtingsvol aan, maar hij gaf vooralsnog geen sjoege. 'Met van die stekels en dat ze dan over moeten steken. En dan komt er een auto aan en dan rollen ze zich tot een balletje. Ze denken dat die stekels ze beschermen maar dat doen ze natuurlijk niet.'
  'Nee', zei de jongen. 'Nee, dan zijn ze hartstikke plat. Stomme beesten.'
  Hij keek even vergenoegd naar buiten, misschien wel in de hoop dat hij daar zo'n stomme egel op de straatstenen uitgesmeerd zou zien. De blauwe ogen spraken ondertussen boekdelen: de gangster was met glans voor de egeltest gezakt.

dinsdag 23 april 2013

Meesterwerk (2)

Foto: flickr, by Robert Couse-Baker
Jean-Pierre Geelen suggereerde in de Volkskrant dat de weerzin
tegen het koningslied de 'hoge cultuur' was die terugsloeg naar de 'lage cultuur.' Er was een grens van smakeloosheid bereikt, volgens Geelen. Dit lijkt me onzin, die grens was allang bereikt en dit lied was echt niet heel veel slechter dan alles wat al tientallen jaren in de top veertig staat. Wat is bovendien 'hoge cultuur'? Laten we zeggen dat dit, in de context van dit liedje, klassiek geschoolde musici zijn. Die vinden het koningsnummer waarschijnlijk saai en slecht, maar ze gaan er echt de barricaden niet voor op. 
   Dan kunnen ze wel aan de gang blijven.

Het was gewoon een ouderwets gevalletje van het volk dat bloed ruikt. Aangezweept door Nico Dijkshoorn en Sylvia Witteman (hoge cultuur??) en gelegitimeerd door Pauw en Witteman, voelde het volk haarfijn aan op wie het tijdelijk vrij schieten was. Dat lied kan niemand wat schelen, John Ewbank was even het pispaaltje op de hoek van het schoolplein waar iedereen zijn agressie op uit mag leven, terwijl de leraar net even wat anders heeft te doen.

zondag 21 april 2013

Meesterwerk

Foto: flickr, by Guido.
Het veelbesproken koningslied is uiteraard een werk van grote klasse. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het ook niet had verwacht, maar Guus Meeuwis en Daphne Deckers blijken dichters van hoog niveau te zijn. Zelden is de Nederlandse volksaard zo helder en onomwonden verwoord. Dit verklaart waarschijnlijk voor een groot deel de intuïtieve weerzin die het oproept: ons wordt een spiegel voor gehouden en wat we daarin zien bevalt ons maar niets.

Want wat is de Nederlandse volksaard? Ten eerste denken we alles beter te weten en ten tweede denken we alles beter te kunnen. Negen van de tien boze Nederlanders kan je zelfs tijdens drie weken Ibiza nog niet met een boek in hun handen betrappen, maar dit weerhoudt ons er niet van om als volleerde tekstdeskundigen over de literaire kwaliteit van het koningslied te schamperen. Hetzelfde geldt voor de melodie: totaal ruk, volgens de kenners. Dat van al die kenners zeker de helft nog geen do-re-mi op een piano kan pingelen en na het twitteren lekker André Hazes opzet, doet uiteraard niets ter zake.
    Laten we nu eens naar een terugkerende passage in het koningslied kijken. Meeuwis en Deckers dichten:
     
    Wij lopen met je mee
    Door de regen en de wind
    Zal ik naast je blijven staan
    Ik bescherm je tegen alles wat komt
    Ik zal waken als jij slaapt
    Ik behoed je voor de storm
    Hou je veilig zo lang als ik leef


Hier staat dat wij Willem erdoorheen zullen trekken. Willem is ruim veertig jaar op deze baan voorbereid, is de hele wereld over geweest en heeft het halve adeldom de hand geschud. Desalniettemin: 'Ik behoed je voor de storm, hoor Willempie. Maak je geen zorgen, wij beschermen je wel. Ouwe reus, laat dat maar aan ons over. Even dit vleesje nog op de barbecue gooien en een pilsje erachter aan, en dan regelen we dat voor je.'

Meesterlijk!

woensdag 17 april 2013

Peanuts

Foto: flickr, by USCPSC
'Kermis op de Dam. Komt dat zien, komt dat zien.' Een Surinaamse vrouw heeft overduidelijk te lang in haar hokje in de tram gezeten. Ze slaat wartaal uit door de intercom.
  'Kleine wasjes, grote wasjes, stop maar in de wasmachine.' Ze wil de deuren sluiten, maar dan wurmt een vrouw zich alsnog naar binnen. Een kinderwagen staat nog op de stoep.
  'Dat gaat niet mevrouw.' Iedereen weet dat ze nu rustig tien minuten uit gaat trekken voor dit gevecht. Zij hoeft toch nergens naartoe.
  'My husband is already in here', zegt de vrouw in paniek. 'With the other children. I would have to find them back in the whole of Amsterdam.'
 'We can't protect your baby', antwoordt de wasjesdraaier. 'It's too busy. If someone falls on him, we are the peanuts.'
  'I have to get on this thing', zegt de vrouw, en ze trekt de kinderwagen naar binnen, door een dominoeffect valt er vier meter verder iemand op de grond.
  'Miss, we can't protect your child.'
  'I'll protect my own child', antwoordt de Engelse, 'you enjoy your peanuts.'

donderdag 11 april 2013

De hondenfotograaf

Foto: flickr, by Joe Shlabotnik
De hondenfotograaf was een Amsterdammer. Hij was via omwegen die hem zelf waarschijnlijk ook niet meer helemaal helder voor de geest stonden, aanbeland op een stukje plastic in een Brabantse dierenwinkel. Daar maakte hij foto's van honden. Soms met de baasjes, soms zonder de baasjes. Voor de honden die niet wilden luisteren had hij een trucje. Die fixeerde hij eerst op een balletje. Het waren altijd de onwilligen die de lokroep van een balletje niet konden weerstaan. Het balletje had een piepje. Hij kneep erin en hield het hoog boven zijn hoofd. Hij zat op zijn knieën met zijn toestel in de ene hand en het balletje in de andere. Als hij piepte, stopte de onwilligen hun gewriemel, altijd, ze konden er niets aan doen.
  Geen jager die weerstand kan bieden aan een prooi.
  Nog zaten ze niet helemaal stil, ze bogen hun kop van links naar rechts, spanden hun spieren alvast. En dan deed hij de truc. Razendsnel gooide hij het balletje over zijn hoofd achterwaarts de winkel in.
  Een seconde was er verbijstering en in die seconde waren ze van hem. Na de seconde begonnen de minder slimmen verontwaardigd te blaffen, de slimmeren stoven om hem heen, de diepte van de winkel in. Maar wat er in de diepte gebeurde kon hem niet schelen, hij had al geklikt. Hij had het beest vastgelegd op zijn meest filosofische moment.

vrijdag 5 april 2013

Plezier

Foto: flickr, by Rick Payette
Het Alzheimer spook waarde gisteren door de Volkskrant. Hoogleraar Philip Scheltens, directeur van het Alzheimercentrum van het VUmc, leek het spook paginabreed recht in de ogen te staren. De hoogleraar hoopt op een goed en betekenisvol leven voor mensen met de ziekte van Alzheimer. Helaas ligt de karakterverandering op de loer:
  'Klassieke alzheimers krijgen een verscherping van aanwezige karaktertrekken. In die kindsheid treedt de oorspronkelijke persoonlijkheid naar buiten.'
  Ooit werkte ik een paar weken in een verzorgingstehuis voor ernstig demente bejaarden. De lift had een code, zodat de patiënten niet konden ontsnappen. Sommige vrouwen vervielen tot totale vertedering, anderen tot totale wreedheid. Twee dames hadden elke ochtend het grootste plezier bij het pesten van een derde dame. Terugkerend element was een horloge dat kwijt was.
  'Waar is je horloge toch, Anja', vroegen ze dan, waarna Anja in paniek naar haar pols staarde. Dat ging zo driehonderd keer op een dag door. Als kakelende duivelinnen achtervolgden de dames Anja. Ik had niet het idee dat ze uit hun lijden verlost wilden worden, het zou goed kunnen dat ze nog nooit zoveel lol hadden gehad.

woensdag 3 april 2013

Harry Mulisch en de stift van Viktor Fischer

Foto: flickr, by jurvetson
In zijn boek 'Voer voor psychologen', legt oeuvreschrijver Harry Mulisch de aantrekkingskracht van geschreven teksten uit. Deze aantrekkingskracht heeft te maken met helderheid. Onze dagelijkse levens zitten vol gerommel, maar het beschreven leven is kraakhelder en ligt 'gevat in het onbekende als een edelsteen in het erts.' De enige ervaring die met het lezen van een roman overeenkomt, is volgens Mulisch de ervaring van het kind. Ook een kind leeft het volstrekte leven, omringt als het is door het volstrekt onbekende.
  Zonder Mulisch tegen de postmortale schenen te willen schoppen, zou ik nog een derde mogelijkheid aan willen dragen.
  De blik op een gestifte bal met tegeneffect.
  Lang kabbelde de wedstrijd tussen Ajax en NEC op 31 Maart 2013 maar wat aan. En toen kreeg Viktor Fischer de bal. Hij passte naar Christian Eriksen. Die dribbelde wat en legde weer af op Fischer. Het was een fijn balletje. Niet heel erg moeilijk, maar toch werd het gedaan met liefde. Eriksen gaf de bal aan Fischer zoals een moeder haar baby op de commode legt.

  Fischer nam de bal nog even mee, en er gebeurde van alles. Er liepen spelers over het veld, op de tribune nieste een man. Gedachten dwaalden af, alleen Dennis Bergkamp trok een wenkbrauw op.
Fischer keek en deed het enige wat alles stilzette: hij stifte. Van de honderdduizend keuzes die hij had, koos hij voor de schoonste. Een vol stadion keek een paar seconden naar een bal met tegeneffect en hield de adem in, zoals een kind de adem in kan houden op een eerste winterdag. Daar vloog de bal, tergend traag, over een weerloos duikende Babos. Even stond alles stil, even was er totale helderheid. Een stadion vol volwassen mannen, al duizend keer teleurgesteld, zaten met open mond naar een draaiende diamant te kijken.