vrijdag 13 februari 2015

Afstand

Foto: RGB Free, by mzacha
Soms zit ik met een goed glas wijn en een bescheiden blokje kaas voor het knetterende haardvuur en dan stel ik mezelf op welluidende toon de volgende vraag: 'Is een schrijver iemand die de wereld via zijn scherm op een afstand houdt, of is een schrijver iemand die dankzij de taal juist dieper in de wereld en zichzelf doordringt?'
  Enkele dagen geleden overleed de moeder van Arnon Grunberg, een gebeurtenis die de meeste Grunberg-lezers al een tijdje aan zagen komen. In zijn voetnoot hierover schreef Grunberg onder meer:

Ik vond dat het werk verder moest gaan en wel meteen. Staand naast haar langzaam kouder wordende lichaam begon ik in gedachten dit stukje te schrijven.

Deze passage pleit voor het idee van schrijven als schild: door alle (emotionele) gebeurtenissen onmiddellijk te verwerken tot materiaal, ontspringt de schrijver persoonlijk de dans. Hij doet niet aan het leven mee, hij is een matig geïnteresseerde toeschouwer van het leven en zelfs van de meest persoonlijke gebeurtenissen doet hij verslag alsof hij een bioloog is die het gedrag van een stekelbaarsje beschrijft. Maar ik moest ook aan een motto denken dat Grunberg in één van zijn boeken zette:

Ich habe mich selbst nie beschrieben. Ich habe mich nur verraten.

Dit lijkt me bij uitstek voor schrijvers te gelden. Laten we nooit geloven hoe een schrijver zichzelf beschrijft: dat zijn niets dan leugens. Maar zodra een schrijver begint te schrijven, begint hij zichzelf wel te verraden.
  De moeder van Arnon Grunberg duikt op in elke zin van zijn werk: het computerscherm lijkt dan ook een behoorlijk belabberd schild te zijn. Als hij de wereld op een afstand had willen houden was een scalpel, een spreadsheet of een waterpomptang waarschijnlijk een stuk effectiever geweest.