zaterdag 23 mei 2015

Appartement

RGB Free, by hisks
Ik zit al een paar dagen met het beeld van Martin van Geel en Eric Gudde in een heel klein autootje in mijn hoofd. Het regent een beetje, Martin heeft  de ruitenwissers voor de zekerheid aangezet terwijl Eric een plattegrond van Rotterdam bestudeert.
  'Volgens mij moeten we er bij de volgende afslag af', zegt Eric, terwijl Martin de ruitenwissers nog een tandje harder zet. Ze zijn zojuist bij het appartement van Fred Rutten geweest, die ze op non-actief hebben moeten zetten vanwege een kansloze nederlaag bij PEC Zwolle. Van Geel hierover in VI:

'Ik en Eric Gudde zijn zondagavond rond een uur of acht 's avonds door Fred ontvangen in zijn appartement. Daarna ben ik met Eric Gudde linea recta doorgereden naar Giovanni van Bronckhorst.'

  Ik was daar graag bij geweest, die ontmoeting in dat appartement van Fred Rutten. Om te beginnen vind ik Fred Rutten die in zijn eentje in een appartement in Rotterdam zit al een behoorlijk treurig beeld. Ik zie een appartement voor me dat nauwelijks is ingericht, met een hele dure keuken en een ingewikkeld koffiezetapparaat dat Fred alleen maar gebruikt om heel eenvoudige kopjes koffie mee te zetten.
  En dan gaat dus de bel, je kijkt door het spiekgaatje en daar staan Martin van Geel en Eric Gudde als Janssen en Janssen met hun handen in hun zakken ontzettend dom naar je voordeur te staren.
  Dat moet iets doen met een mens.
  Je laat ze binnen en je zet ze een kopje koffie voor dat je met de moed der wanhoop aan het apparaat onttrokken hebt dat je nog steeds niet helemaal begrepen hebt.
  En dan wordt je op non-actief gesteld.
  Door een opportunistisch knaagdier met een brilletje en een voormalige belastinginspecteur. En die verlaten dan als twee doodgravers je appartement en wurmen zich in een autootje dat in de tussentijd een bon achter de ruitenwisser heeft gekregen.
  Martin van Geel vraagt aan Eric Gudde: 'Waar woont Giovanni eigenlijk ergens?'
  En dan tuffen ze er weer vandoor, want Feyenoord moet nu eenmaal gered worden.
  Het is erg om op dit moment een Ajax-fan te zijn, maar ook wel weer een troost dat het altijd nog een stukje erger kan.

vrijdag 15 mei 2015

Fuck de koning

RGB Free, by Seepsteen
Waarom zou je op een druilerige middag in november, tijdens een Zwarte-Pieten-demonstratie, op het podium van een schaftkeet, 'fuck de koning' roepen? Dan is er dus iets ernstig mis met je.
  Nu schijnt Sigmund Freud overleden te zijn, maar gelukkig heb ik op Koningsdag op de rommelmarkt een boekje van zijn hand gekocht met vijf colleges getiteld 'Over Psychoanalyse' en volgens mij is dat meer dan genoeg om de geestesgesteldheid van Abulkasim Al-Jaberi in kaart te brengen.
 
  Ik heb de beelden uitvoerig bestudeerd en ik heb vastgesteld dat we met een hystericus van doen hebben. Dit is een beetje een inkoppertje, want volgens Freud zijn we allemaal in meer of mindere mate hysterisch, een diagnose waar ik het overigens volledig mee eens ben.
  Bij Abulkasim Al-Jaberi lijken zijn complexen de vorm aangenomen te hebben van de hysterische onheilsprofeet. Op de beelden zien we hem met een deemoedige oogopslag, maar ook met een strijdvaardig opgestoken arm en we zien hem genieten van de aandacht.
  De onheilsprofeet lijkt me typisch een halfproduct. Het is iemand die niet echt kan kiezen wat hij met zijn complexen aan moet vangen: moet hij ze in de wereld uit acteren, of moet hij de kunstzinnige oplossing kiezen? Freud omschrijft deze tweede oplossing als volgt:

Als de met de realiteit gebrouilleerde persoon de voor ons in psychologisch opzicht nog raadselachtige kunstzinnige gave bezit, kan hij zijn fantasieën in plaats van in symptomen, in artistieke scheppingen omzetten, daardoor het lot van de neurose ontlopen en de relatie met de realiteit langs deze omweg herwinnen.

Abulkasim Al-Jaberi de onheilsprofeet kiest echter niet voor de omweg van de artistieke schepping en ook niet voor de daadkrachtige. Hij gaat er een beetje tussenin zitten en door die halfslachtigheid zie je veel beter dat je met een neuroot van doen hebt. Als je je complexen een beetje overtuigend uit wil acteren, moet je wel honderd procent ergens voor gaan. Bij de schrijver gaat het boek voor de neurose staan, bij de Syrië-ganger verbloemen het bloed en de heroïek dat we met iemand te maken hebben die in laatste instantie vooral een beetje in de war is.
  Maar de onheilsprofeet schrijft geen boeken en hij gaat niet vechten, in plaats daarvan gaat hij in een bouwkeet 'fuck de koning' staan roepen. Het had natuurlijk net zo goed iets anders kunnen zijn:
 'fuck de fiscus', of 'fuck voetbal.' 'Fuck bananen, fuck je moeder, fuck het Frederiksplein.'
  In zekere zin heeft hij nog geluk gehad dat hij net op tijd met het woordje 'koning' op de proppen kwam, wat net niet gek genoeg is om hem te ontmaskeren als een hystericus. Voor hetzelfde geld had hij 'fuck de magnolia's' geroepen en dan was het ineens doodstil geworden voor die schaftkeet, terwijl bij iedereen het besef indaalde dat ze naar een psychiatrisch patiënt stonden te kijken.

Fuck de koning, wat een ongelooflijk ongetalenteerd amateurisme. Als je je complexen een beetje serieus neemt, dan is 'fuck de koning' slechts het startpunt. Vervolgens ga je aan de slag. Je schrijft een prachtige literaire roman vol symboliek waarin een koning van zijn troon wordt gestoten door een jongeman die Arul Karim heet en die veertig dagen lang wordt toegezongen door zeventig maagden in witte gewaden.
  Je krijgt de Libris Literatuurprijs en de literatuurvorsers storten zich op je meesterwerk. Er ontspint zich een debat in de landelijke dagbladen of de koning symbool staat voor de vader van de hoofdpersoon, of voor de patriarchale samenleving, of dat we het niet te academisch moeten maken en er misschien wel gewoon letterlijk een koning wordt bedoeld.
  Of je pakt het praktisch aan en je verstopt een fragmentatiebom in het kapsel van Maxima en blaast Willem Alexander zo de Eikenhorst uit. Maar wat je in ieder geval niet gaat doen is op een winderige middag in november als een soort wanna-be Christus 'fuck de koning' staan roepen en het daar verder maar bij laten. Om Sigmund Freud nogmaals te citeren:

Wat een prutser

zaterdag 2 mei 2015

Halfje wit (een morbide love-story) – deel 2

RGB free, by coolhewitt23
Wat vooraf ging.

Een man loopt over de gracht. Hij blijft staan bij de reling en tuurt naar het water. Er schommelen twee meerkoeten voorbij, met vier jonkies braaf in een rijtje erachteraan. In de verte trappelen uitgelaten studenten op een rode waterfiets, de zon schijnt en het is feest.
   De man denkt aan de winter van 2012. Toen stond hij hier ook, er lag ijs op het water en de eenden moesten trappelen voor hun leven. Hij was onderweg naar een winkel met doodskisten. Er was iets met een man die van hem hield.
  De doodskist was keurig op tijd bezorgd, hij heeft een tijdje midden in de kamer gestaan.Toen verhuisde hij naar de logeerkamer en inmiddels staat hij op zolder.
  De man besluit opnieuw naar de winkel met doodskisten te lopen. Het is niet uit te sluiten dat het liefdesbriefje van de verkoper hem er destijds van weerhouden heeft om van het dak te springen. We worden beïnvloedt door de raarste dingen: een aardige verkoper, een leuk programma op de tv.
  Wie kan met zekerheid zeggen wat de mensen in leven houdt?
 
  De man begint steeds sneller door de zonnige stad naar de winkel te lopen. Als hij is aangekomen, tuurt hij in de etalage.
  Deze is niet langer spaarzaam uitgevoerd en ook niet zwart. Hij is wit en er liggen tientallen belegde broodjes in. De man loopt naar binnen, het belletje is nog wel hetzelfde. Maar geen grafkrans meer en ook geen opgestapelde doodskisten. Wel een vrouw met blond haar die vraagt wat ze voor hem kan doen.
  'Waar zijn de doodskisten gebleven', vraagt de man. Die zijn al een jaar weg en de vrouw heeft geen idee waar de verkoper gebleven is.
  'Was het een vriend van u?', vraagt de vrouw met slecht geveinsde interesse.
  'Geen idee', zegt de man.
  'Wilt u iets bestellen?'
  'Doe maar een broodje gezond.'

  Als de man weer terug is bij de gracht, ziet hij dat er nog steeds vier kleine meerkoetjes zijn, wat in tegenspraak is met zijn heilige overtuiging dat er in de tussentijd minstens twee door de ratten zouden zijn opgepeuzeld.

Privilege


RGB free, by MeiTeng

Op 28 april 2015 stonden deze zinnen de Volkskrant, een dagblad voor volwassen mensen:

Op dat dieet zit Jeb nu, en hij valt kilo's af. Sinds december al 13 kilo. […] Schattig zijn ook zijn eerdere dieetpogingen. […] En hij is zo eerlijk.

Als je niet beter zou weten, zou je denken dat hier een moeder aan het woord is over haar half-achterlijke kind, of misschien een meisje dat haar hondje op dieet heeft gezet omdat de dierendokter dat heeft aangeraden.
   Maar aangezien we het hier over de Volkskrant hebben, is er iets anders aan de hand: columniste Aaf Brand Corstius 'bespreekt' de Amerikaanse presidentskandidaat Jeb Bush.
   Wat Corstius in deze en vele soortgelijke columns doet, is de Grote Vertruttingstruc uithalen. Ze deed het vele malen eerder, onder andere met het achterwerk van Mark Rutte en de krulletjes van Jesse Klaver.
De Grote Vertruttingstruc is een judo-worp: je gaat eerst zelf op de grond liggen en trekt je tegenstander vervolgens over je heen naar beneden. De stappen om de Grote Vertruttingstruc uit te halen zijn als volgt:

1) Je gaat zelf op de grond liggen met een schijnbaar zelfspottende opmerking over een dingetje waar je vaak op let. Corstius 'geeft toe' iets met diëten te hebben, of broeken, of kapsels, of wat voor keukentafelonderwerp dan ook. De zelfspot is hier echter schijn: je lijdt totaal geen imagoschade wanneer je als vrouw jezelf neerzet als een beetje truttig, het verhoogt juist de sympathie van de vrouwelijke lezer. 
 
2) Na 'toegegeven' te hebben dat je een beetje een suffe doos bent die zichzelf graag met triviale uiterlijkheden bezighoudt, heb je jezelf een vrijbrief gegeven om allerlei truttige dingetjes over hooggeplaatste mannen te zeggen. Het kontje van Mark Rutte, de krulletjes van Jesse Klaver, het gewicht van Jeb Bush. Het doel van deze zogenaamd onschuldige kletspraatjes is om die mannen te degraderen tot lullige jongetjes, die aan de rand van het schoolplein door goedbedoelende moeders besproken worden.
   Het is vernedering, vermomd als goedaardige vertedering.

Het is een erg effectieve manier om mannen voor lul te zetten, die bovendien alleen maar door vrouwen ingezet mag worden. Stel je een mannelijke columnist voor die schrijft dat hij de dieetpogingen van Edith Schippers 'schattig' vind, en dat ze zo'n leuke vrouw is met van die 'leuke krulletjes'. 
  Die mag onmiddellijk zijn spullen pakken en een baan bij de McDonalds gaan zoeken.
Seksisme is een vrouwenprivilege.