vrijdag 25 september 2015

Conflictmodel

Foto: Wikipedia
Als Johan Cruijff vroeger weer eens met iedereen en z'n moeder ruzie had gemaakt, hoorde je ernstige mannen weleens doodserieus beweren dat Cruijff ' het conflictmodel had gehanteerd.'
   Ik vond dat altijd een bijzonder vriendelijke uitleg. Volgens mij kan je dan ook wel gaan verkondigen dat honden 'het blafmodel hanteren' en vissen, heel ingenieus, 'het zwemmodel aanhangen'.
  Honden blaffen, vissen zwemmen en Cruijff maakt ruzie, dat lijkt me een eenvoudiger manier om de wereld te beschrijven.
  Ik zie Johan Cruijff in ieder geval niet in z'n auto zitten piekeren, onderweg naar de Arena om iedereen eruit te flikkeren die hem niet bevalt:

'Wat zal ik nu vanavond eens gaan doen? Het conflictmodel hanteren of de constructieve dialoog aangaan met alle belanghebbenden en eerst maar eens evalueren of er draagvlak is? Weet je wat, ik ga maar eens voor het conflictmodel.'

   Nee, Cruijff doet gewoon precies waar hij zin in heeft en dat is waarschijnlijk één van de redenen dat hij zo succesvol is geweest.
 
  Maar nu is hij toch een beetje de mist in gegaan. De 'fluwelen revolutie', ook alweer zo'n fijn eufemistische term, misschien moeten we de Tweede Wereldoorlog ook maar de 'zachte omwenteling' gaan noemen, lijkt nog niet echt gebracht te hebben wat de bedoeling was.
  In het kort komt het erop neer dat alles beter zou worden bij Ajax nu Cruijff zich ermee ging bemoeien en tot nu toe is alles vooral heel erg veel slechter gegaan.
  Als ik een wedstrijd van Ajax kijk dan heb ik het noodnummer voor psychische bijstand alvast in mijn mobiel getoetst en heb ik alle scherpe voorwerpen bij de buren ondergebracht. Soms droom ik van het Ajax van Martin Jol, die fijne combinaties met Pantelic en dat lekker opportunistische voetbal, alleen maar om met een schok wakker te worden en Nick Viergever een pass te zien geven waar ze bij de F-jes van de FC Zwaluw een beetje besmuikt om moeten lachen.

  En het aardige is nu dat Marco van Basten, toch ook niet de minste, de knuppel gewoon even in het hoenderhok smijt:

  'Het hele verhaal is een fabeltjeskrant. En niemand die er iets van zegt.'

  De Keizer heeft volgens San Marco geen kleren aan en ik heb sterk het vermoeden dat hij daar gelijk in heeft. Op alle sleutelposities moesten oud-voetballers komen, maar die hebben elkaar volgens goed Cruijffiaans gebruik inmiddels alweer grotendeels de tent uitgevochten of zijn zelf opgestapt. Het voetbal is niet om aan te gluren en die fantastische jeugdtalenten willen ook maar niet doorbreken.
  Natuurlijk wordt Cruijff hartstochtelijk verdedigd door generatiegenoten als Johan Derksen, wiens verdediging er op neer komt dat alles wat goed gaat door Cruijff komt en alles wat slecht gaat door andere dingen waar Cruijff geen invloed op heeft.
  En Cruijff zelf? Die is inmiddels in een enigszins overrompelde vriendelijke opa veranderd, zag ik op een video.
  De arme man snapt er niets van: 'Je voetbalt om plezier te hebben', aldus Cruijff, die zich maar niet kan voorstellen waarom van Basten ineens zo onaardig doet. Misschien had iemand even moeten suggereren dat van Basten gewoon het conflictmodel hanteert.

Houding

RGB Free, by ba 1969
 Ik woonde een tijdje boven een Afrikaanse immigrant, laten we hem Ali noemen. Ali stond vaak op zijn balkon te roken, superieur neerkijkend op de rest van de wijk. Als ik na mijn werk aan kwam fietsen kreeg ik een spottend glimlachje van Ali, als hij op het trapje naar de fietsenstalling in de weg zat piekerde hij er niet over om ook maar een centimeter op te schuiven.

Was ik bang voor Ali? Vreesde ik dat hij me op een dag neer zou steken en zich aan mijn vriendin zou vergrijpen?
  Nee, niet echt.
Ergerde ik me kapot aan die kerel?
  Absoluut.

Als ik naar de beelden van in asielzoekerscentra rondhangende mensen kijk dan zie ik naast de ontheemde gezinnen ook vooral veel potentiële nieuwe Ali's. Die mannen vormen niet zozeer de rovende en verkrachtende bende die Wilders ervan probeert te maken, het zijn geen
'testosteronbommetjes', maar het zijn wel mannen met een houdinkje.
  Het eten is niet goed, de wifi is traag. We geloven hier in de verkeerde God en we eten haram. Het zijn kerels die hun eigen manier van leven eigenlijk behoorlijk superieur aan de onze vinden, maar in een machteloze positie terecht zijn gekomen zodat ze alleen nog maar hun rancuneuze trots hebben om zich aan vast te klampen.
  Want dat leek me het grootste probleem met Ali: hij had een 'chip on his shoulder bigger than his feet', om John Lennon maar eens te citeren.
  Op de korte termijn geloof ik het wel met al dat hysterische 'hou je dochters thuis' geschreeuw, dat is xenofobe flauwekul. Maar op de lange termijn zouden honderdduizenden Ali's met een minderwaardigheidscomplex waar je de Frankfurter Buchmesse in kunt organiseren, een serieus gebrek aan perspectief en een ongezonde heilige religieuze overtuiging een recept voor veel vervelende ellende kunnen zijn.

donderdag 24 september 2015

Een lieve poes

RGB free, by pitrih
Soms heb ik het idee dat er twee soorten schrijvers zijn: het romantisch-lyrische type en het cynisch-neurotische type. De drijfveer achter beide types lijkt me hetzelfde: een structureel en diepgaand onvermogen om om te gaan met de dagelijkse realiteit.

  Ik stel me zo voor dat vooral de manier waarop dit onvermogen zich vertaalt naar literatuur, tussen beide types verschilt. De romanticus zoekt het in de ontsnapping via fraaie lyrische zinnen die een beeldende, verliteratuurde wereld oproepen waarin zich vaak ook nog een droomvrouw of droomman bevindt die in één klap aan alle ellende een einde zou maken.
  Denk bijvoorbeeld aan de 'schone jongens' van Reve die zijn hoofdpersonages moeten redden uit de treurige en weerzinwekkende wereld.

  Het cynisch-neurotische type gooit het over een andere boeg. Ik stel me zo voor dat dit type niet eens meer de kracht heeft om te fantaseren over een betere wereld en zijn hoofdpersonages zijn dan ook vaak behoorlijk moedeloze mannen die zich met een bewonderenswaardig doorzettingsvermogen toch nog zo goed en zo kwaad als het kan door de dag proberen te worstelen.
  Tot schrijvers uit deze categorie reken ik de, voornamelijk tot het mannelijk geslacht behorende en vaak chronisch depressief overkomende, types als Herman Brusselmans, Hans Dorrestijn, Bob den Uyl en de onlangs gedebuteerde Robert van Eijden.
  De personages van deze schrijvers zouden we als licht-autistisch kunnen omschrijven en ze weten zich alleen dankzij een flinke portie galgenhumor en scherp omschreven leefregels nog enigszins te handhaven. De wereld vraagt eigenlijk continu teveel van hen, of het nu op het werk, in de relationele sfeer of gewoon in de supermarkt is. Ze vragen zich af waar gewone mensen in godsnaam de energie vandaan halen om te werken en op vakantie te gaan en komen alleen enigszins tot rust in een lege, geluidsdichte ruimte waarin ze zich kunnen overgeven aan een obsessieve hobby als de Tweede Wereldoorlog of het werk van een obscure jazzmuzikant van honderd jaar geleden.

Het boek Boek (256 blz) van van Eijden is een mooi voorbeeld van een boek met zo'n cynisch-neurotisch personage. De hoofdpersoon van Eijden wil er eigenlijk niet zijn, maar aangezien hij er nu eenmaal is wil hij dan in ieder geval zo veel mogelijk met rust worden gelaten. Hij heeft zijn leven hier aardig naar ingericht: hij werkt thuis als eindredacteur voor verschillende bladen en komt zijn huis alleen maar uit om Witte Trappist te drinken in zijn stamcafé. Als zijn vaste kruk in het café bezet is fietst hij net zolang rondjes om de kroeg tot de kruk vrij is en als de kruk niet vrij komt slaat de paniek zo erg toe dat hij in een soort shocktoestand met fiets en al op de grond gaat liggen.

  Een chronische shocktoestand, zo kan je de geestesgesteldheid van van Eijden sowieso eigenlijk wel het beste omschrijven. De wereld is een onberekenbaar en opdringerig monster en er zijn maar een paar dingen die het leed een beetje kunnen verzachten.
  In ongemakkelijk situaties (zoals een gesprek met iedereen die hij niet kent) speurt hij automatisch naar 'een lieve poes om te aaien', waarbij de poes functioneert als een soort wandelend knuffeldekentje om zijn overspannen geest weer enigszins tot rust te brengen.
  Het aardige van schrijvers als van Eijden is natuurlijk dat ze zo'n scherp inzicht in hun eigen neuroses hebben en zoveel gevoel voor humor dat de belevenissen van hun personages toch vooral hilarisch zijn, in plaats van een deprimerende case-study van een psychiatrisch geval.
  Wat betreft Boek (256 blz) is het genoeg om te vermelden dat het huurappartement van van Eijden gerenoveerd gaat worden zodat hij een paar weken lang vier energieke bouwvakkers over de vloer krijgt:

 'Na zijn inleidende praatje aan mijn eettafel probeerde ik de man van de woningbouwvereniging ervan te overtuigen dat het beter was onze flat niet te renoveren, maar gewoon te slopen - bij voorkeur met mij er nog in, voegde ik eraan toe.'

donderdag 17 september 2015

Biologie

RGB Free, by criscris1
Bij Studio Powned liet een verslaggever aan vrouwen foto's van de stevig gespierde, in het uitgaansleven wild om zich heen meppende Badr Hari zien.
  Mooie man, constateerden alle dames,  ze zouden zo het bed met hem in duiken.
  Bij het volgende item liet Arnold Karskens zien hoe 'vluchtelingen' aankwamen aan de Griekse kust: tientallen goed geklede en afgetrainde Badr Hari-lookalikes met petjes en Nikes werden enthousiast opgevangen door een Nederlands meisje, waarmee ze meteen innige selfies op hun smartphone maakten.

   'Dat is omdat ik blond ben', straalde het meisje.
  
  Ze was naar Griekenland gereisd om deze arme zielen een gastvrij ontvangst te geven.
  In de daaropvolgende discussie pleitte de Marokkaanse Raja Folgata ook gepassioneerd voor een open ontvangst van de ontheemden. De mannen in de studio die wat minder enthousiast op deze toffe gasten reageerden waren volgens haar overduidelijk kortzichtige racisten.
  Een tijdje vroeg ik me af waarom de feministen in de Scandinavische landen hun eigen mannen via de wet willen dwingen zittend te plassen in uniseks toiletten, terwijl ze de muzelmannen met hun middeleeuwse denkbeelden juichend binnenhalen.
  Misschien lag het antwoord besloten in deze Powned-aflevering: de dames van Europa hunkeren naar de gespierde vreemdeling die de genenpoel weer een slinger kan geven.



.

woensdag 9 september 2015

Kunst

RGB free, by Krayker
'Wacht maar, jij wordt ook nog wel een keer depressief', schijnt Geerten Meijsing ooit aan zijn collega-schrijver Atte Jongstra te hebben verzekerd. 'Depressie is een typische schrijverskwaal.' Meijsing kreeg gelijk, ondanks de verzekering van Jongstra dat hij daar echt totaal geen aanleg voor had.

De vaststelling dat depressie een typische schrijverskwaal is, is niet echt baanbrekend. Van Hemingway tot Plath, van Vestdijk tot Zwagerman, de voorbeelden zijn zo talloos dat het geen toeval meer kan zijn. Artsen schijnen de oorzaak van dit fenomeen onder meer te zoeken bij het eenzame en zittende beroep van schrijvers, geen beweging, weinig zonlicht, sociale isolatie en dan ook nog al die afwijzingsbrieven van uitgevers, wie zou daar niet een beetje somber van worden?

  Toch lijkt me dat een klassiek gevalletje oorzaak en gevolg verwarren.
 
  De schrijvende depressievelingen zijn niet depressief doordat ze schrijver zijn, ze zijn schrijver doordat ze depressief zijn aangelegd.
  De chronische melancholicus bevindt zich geestelijk op een eiland, hij is afgesneden van de rest van de mensen. Er is teveel walging, teveel eenzaamheid, teveel onbegrip voor de wezenloosheid van het alledaagse en, afwisselend, teveel manische extase en teveel hysterische intensiteit voor een normaal contact met de normale mensen die heel stabiel van negen tot vijf een spreadsheet zitten in te vullen en zich afvragen of ze voor of na de file naar huis zullen gaan.
  Maar ook de melancholicus hunkert naar contact.
  Dus begint hij te schrijven, als een bezetene en balt hij al zijn emoties samen in een boek, een boek dat hij de wereld in stuurt zoals een gestrande reiziger flessenpost de zee in mietert.   
  Het is een wat omslachtige manier om toch nog contact te houden met het vasteland en de enige echte opluchting komt wanneer er eens een keertje retourpost komt van een andere gek die op zijn eigen eilandje precies hetzelfde zit te doen. Een andere melancholicus die zijn eigen obsessies in zijn eigen boek, muziek of schilderij heeft verwerkt en met wie hij daadwerkelijk, via een tussenstation, wezenlijk contact kan onderhouden.

  Het lijkt me absoluut geen toeval dat Joost Zwagerman zo intens enthousiast over kunst kon praten: het was zijn levenslijn met de rest van de wereld.
 
  Voor gezonde mensen is kunst een aardig extraatje, een vaatje samengebalde menselijkheid waar ze indien nodig ook wel zonder zouden kunnen. Maar voor de chronische melancholicus is kunst het enige dat staat tussen hem en de totale waanzin.
  Als ik aan Joost Zwagerman denk dan denk ik aan flessenpost die niet meer aankomt, aan een man op een eiland die naar de horizon staart en zich beseft dat hij nooit meer op verlossing hoeft te hopen.

zaterdag 5 september 2015

Agressie

 Vroeger had je het feministische maandblad Opzij. Een goed gekozen titel, als ik aan een feministe denk zie ik inderdaad een vrouw voor me die me opzij duwt, het liefst voor een passerende vrachtwagen, zodat zij op tijd kan komen voor de bijeenkomst 'Mannen en waarom zij vernietigd moeten worden' in het lokale buurthuis.
  Maar goed, dat blad bestaat dus nog steeds, al heeft het wel steeds minder lezeressen. Is dit te wijten aan de vervolmaking van de feministische droom? Dat lijkt me sterk, volgens mij is de Opzij overbodig geworden omdat vrijwel alle mainstream media een vermomde versie van de Opzij geworden zijn.

  Op slinkse wijze hebben de feministen zich over vrijwel alle redacties van het land verspreid en zonder dat we het in de gaten hebben worden we van 's-ochtends vroeg tot 's-avonds laat feministische propaganda gevoerd. Dit weekend maken ze het bij de Volkskrant zoals gewoonlijk het bontst: daar plaatsen ze gewoon een woeste mannenkop op de cover bij een reportage over voedingssupplementen tegen agressie:














  Het mannelijk beest dat getemd moet worden, een aardig beeld, maar het had wel wat subtieler gekund. Neem bijvoorbeeld Trouw.
  Daar openen ze 'Letter en Geest' met een groot artikel over 'De betere wereld van Borgen':













  Mag u drie keer raden wat er zo goed is aan de wereld van 'Borgen'.
  Precies, in 'Borgen' zijn de vrouwen de baas. Vrouwelijke premier, kinderen bij de persconferenties, een speelhoekje in het Ministerie van Justitie. En als bonus laat deze Deense serie ook nog eens zien dat politici gewoon naar het toilet moeten.
   Vrouwen die met hun kinderen onder de arm het land besturen terwijl de mannen braaf hun agressie-remmende voedingssupplementen slikken, daar kan de Opzij nog een puntje aan zuigen.