vrijdag 2 maart 2018

De buurvrouw - deel 7

RGB Free, by Jazza
Renovatie

'Ze gaan het plein verbouwen.'  De buurvrouw lachte.

 'Eindelijk zijn ze tot de conclusie gekomen dat er bij professor Heetman een schroefje los zat. Geen waanzinnige manoeuvres meer om naar te kijken.'

  We zaten op onze vaste plek aan het water, het was een van de laatste warme herfstdagen en het afgelopen kwartier hadden we in stilte de zon ons gezicht laten verwarmen.

  'Ik weet eigenlijk niet eens wat ik hier al die jaren zat te doen. Misschien nog steeds op Robert wachten. Maar het is voorbij. Ik heb het kamertje leeggehaald. En die nieuwe spuiten van jou bevallen ook uitstekend. Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld.'

  Er ging een steek door mijn buik.

  'Die nieuwe spuiten', zei ik. 'Misschien moet je daar toch maar mee stoppen. Ze schijnen nog in de experimentele fase te zitten.'

  Schoorvoetend vertelde ik hoe ik Elisabeth was tegengekomen en hoe ze me over had gehaald om de buurvrouw aan de floxotimine te krijgen. Wat ik niet had verwacht, was dat de buurvrouw het wel kon waarderen.

  'Doen jullie dat zo tegenwoordig', grinnikte ze. 'Robert schopte nog gewoon de ketting van zijn fiets om een meisje te versieren. Maar tegenwoordig moet je als man je buurvrouw drogeren om aan de vrouw te komen. Vreemde tijden leven we in.'

  Zo'n tien meter voor onze neus stonden al een tijdlang bouwvakkers aan een keet te knutselen. De dikste had ons al een paar keer opgenomen en kwam nu schommelend onze kant uit.

  'Lekker weertje', riep hij toen hij vlak voor ons stond, alsof de buurvrouw naast verlamd ook wel doof zou zijn.

  'Ik moet jullie vragen te vertrekken. Dit gebied wordt afgezet. We gaan aan de renovatie beginnen.'

  Terwijl we voor het stoplicht naar de Vughterstraat stonden te wachten, vroeg ik aan de buurvrouw waar ze nu ging zitten.

  'Ik denk dat ik verhuis naar de stadswal. Het maakt ook allemaal niks uit. Ik zit graag aan het water en al zit ik in Timboektoe, Robert is er toch wel bij. Hij zal nooit helemaal verdwijnen, maar ik kan hem wel langzaam een beetje loslaten. Jouw inval in mijn kamertje was een wake-up call. Ik zat helemaal vast. Maar we gaan allemaal naar de gallemiezen. De een wat eerder dan de ander, maar we liggen straks allemaal in onze kist. Rouwen is prima, maar op een gegeven moment is het geen rouwen meer, dan is het vluchten geworden. Ik wil Robert niet langer als een excuus gebruiken om niet verder te hoeven leven.'

  'Ik kom graag een keer langs met Elisabeth', zei ik. 'Dan kan ze nog wat uitleggen over die nieuwe medicatie.'

  De buurvrouw knikte terwijl het stoplicht op groen sprong en we voor de laatste keer het oude Heetmanplein overstaken.

  'Ik kijk ernaar uit', zei ze. 'Dan kan je meteen dat lampje even vervangen.'
 
  Einde