zaterdag 17 november 2018

Psychologiseren

Bij Nieuwsuur verklaarde filosofe Marli Huijer dat beide kampen van de Zwarte-Pieten-strijd zich meer in elkaars standpunten moeten verdiepen.
  Huijer is voormalig denker des vaderlands, waarschijnlijk de reden dat haar bijdrage weinig vruchtbaar zal zijn.
  Wat we nodig hebben, is namelijk een psycholoog des vaderlands. Aangezien deze positie nog niet is ingevuld, zal ik hem zolang waarnemen.

  Het hele verhaal begint zo'n twintig jaar geleden op enkele basisscholen verspreid door het Hollandse landschap, waar zesjarige Quinsy's, Harriëtten en Sylvana's door hun schoolgenootjes worden gepest:  'Zwarte Piet', 'Roetneger', 'Ga je gezicht eens wassen', etc.
  Dit kweekt een aardig diep trauma dat zich zo'n twintig jaar later openbaart als een verbeten strijd tegen het 'racistische karakter' van Zwarte Piet, in wezen een strijd tegen hun voormalige pestkoppen.
  Door van hun persoonlijke ervaring een nationale schande te maken, krijgen ze onmiddellijk steun van de tweede partij in de strijd: de in Nederland zo'n vijf jaar geleden wakker geworden 'Social Justice Warriors.'
  De SJW is een uit Amerika overgewaaid fenomeen uit linkse hoek: moraalridders die op elke straathoek een verschrikkelijk fenomeen van racistische, seksistische, homofobe of anders discriminerende aard ontwaren, en hun leven in dienst stellen van het bestrijden van al dit onrecht.
  Voor de Nederlandse SJW is de Zwarte-Pieten-controverse een geschenk uit de progressieve hemel: eindelijk valt er in de Hollandse klei ook wat sociaal onrecht uit te roeien.

  De fanatieke lobby van de gekwetste kinderzielen en de progressieve moraalridders tegen de Vrolijke Kindervriend is echter een klap in het gezicht van de derde partij: de Gewone Nederlander. De Gewone Nederlander woont in de provincie en heeft sowieso al een bloedhekel aan alles wat uit Amsterdam komt. De Gewone Nederlander is het eerste lid uit zijn familie dat überhaupt ooit een Afrikaan in het echt heeft gezien. De Gewone Nederlander heeft nog nooit van white privilege gehoord, weet niet wat 'intersectioneel racisme' is, noemt transgenders nog gewoon travestieten en denkt bij genderneutrale toiletten dat hij in de zeik wordt genomen.
  De Gewone Nederlander wil gewoon Sinterklaas vieren, zoals hij dat al veertig jaar doet.

  De enige partij voor wie een oplossing van het Zwarte-Pieten-probleem werkelijk waarde zou kunnen hebben, is de eerste. Het is denkbaar dat het afschaffen van Zwarte Piet zekere pijn verlicht bij deze mensen. Het is toch een beetje alsof je tien jaar lang gepest bent met 'brillenjood', waarna je tijdens de rest van je leven elk jaar drie weken naar een lollige 'brillenjodenparade' moet kijken, vol met mensen die gek doen met een brilletje.

  Voor de andere twee partijen zal een oplossing echter slechts van korte duur zijn. Na het afschaffen van Zwarte Piet vinden de moraalridders wel weer een nieuw sociaal probleem wat onmiddellijk moet worden opgelost, en de Gewone Nederlander zal zich ook aan deze nieuwe kwestie weer helemaal kapot gaan ergeren.
  Dat een van deze drie partijen uit zichzelf de strijd zal staken, is vrij onwaarschijnlijk.
  Daarvoor is Zwarte Piet voor twee van de drie partijen teveel met name een symbolische strijd: de strijd van links tegen rechts, van progressiviteit tegen traditie, van randstad tegen provincie, van hoogopgeleid tegen laagopgeleid.
  De strijd om Zwarte Piet is verworden tot de strijd om de Hollandse ziel, hoe vervelend dat ook is voor de mensen die gewoon niet meer aan die pijnlijke pesterijen herinnerd willen worden.