donderdag 24 oktober 2019

Déjà vu

RGB Free, by Berenika
Even je ogen dicht, veel meer is het niet
van de kamer met Doris Day
aan de muur, het wollen beest
op het dressoir en ook toen je al te oud was nog steeds

(in de hoek en wat vervaald) het trouwe hobbelpaard vijftien jaar eerder door je vader gemaakt. Even naar een hok in een studentenflat tot een man je meenam naar een hoge kamer aan een nieuwbouwlaan

en vandaar naar een glazen suite aan een sjieke straat.
Tot je hier ineens bent beland, wat is dit voor een plaats
waar is die man waarmee je kwam en wat is er
eigenlijk aan de hand? Berustend geef je 's ochtends

het wollen beest maar weer een aai (natuurlijk heeft die alles overleefd)
een vaag gevoel alsof je dit eerder hebt gedaan
vraag je voor de eerste keer of iemand soms weet
of je vader het paardje al klaar voor je heeft.

vrijdag 11 oktober 2019

Coming Out Day

RGB free, by vierdrie
Vol verwachting vertelde hij de klas
dat hij homo was. Een stilte daalde neer, achtentwintig puberhoofden staarden door hem heen.

'Dat maakt toch niet uit' sprak een meisje
vooraan: Liesbeth, zo'n kind dat op haar zestiende al zesendertig oogt

'maar dank voor het delen. En ga nu maar weer zitten
Meneer Vervoort gaat de discriminant nog eens tonen.
Echt super tof hoor, wees maar heel trots.'

Terug in de ranken schoven veertien jongens hun banken
precies twintig centimeter bij hem vandaan. Vervoort
trok een vloeiende lijn en nog voor hij de som had voltooid

besloop hem het gevoel dat het ergens mis was gegaan.

woensdag 2 oktober 2019

Darwinisme (3)

Foto: Wikipedia
De volgende dag zwerft er een kind over de tv-netten. Ze schijnt zestien te zijn en ziet eruit als twaalf.
  'How dare you', roept ze tegen de Verenigde Naties. Ze lijkt vooral erg boos te zijn dat haar 'jeugd van haar is afgenomen', dat ze niet gewoon in de schoolbanken kan zitten, maar in Amerika boze speeches moet afsteken.

  Eerlijk is eerlijk, het is herfst en het is nog steeds lekker warm. Rond middernacht zit ik in korte broek op mijn balkon naar de sterren te kijken. Eerst lijkt het stil, dan hoor ik in de verte de snelweg ruizen, verrassend hard, een koolstofdioxide spuwend monster dat dreigend dichterbij sluipt, klaar om de overmoedige mensheid met orkanen en overstromingen te teisteren, slechts een autistisch meisje met een boos hoofd om het een halt toe te roepen.

  'Lekker weertje buurman.'

  De buurvrouw van twee balkons verder haalt de was binnen.

  'Je kat was vanochtend bij ons op bezoek.'

  Als op commando komt de kat vanuit huis op mijn schoot springen, ze loert argwanend naar de overbuurvrouw. Die gooit de was in een houten mand, een tafereeltje dat toch al zo'n paar duizend jaar oud moet zijn, het doet me denken aan Nausikaä uit de Odyssee waar ik een half jaar lang op heb zitten ploeteren en het enige dat ik me er nog van kan herinneren is die was, vrouwen die de was doen, aan een rivier, varens aan de oever, de zon schijnt, veel meer komt er niet boven, daar heb je dan ooit je best op gedaan, in lokaal 701, de laatste twee uur op vrijdag, als de leraar in een goeie bui was liet hij iemand van het kleine groepje verwarden dat Grieks in zijn pakket had gekozen appelflappen halen bij het winkeltje.

  'Ze zoekt naar muizen', zeg ik. 'Hier heeft ze alles al uitgeroeid.'
  'Dat is de natuur. Die muizen jagen zelf weer op insecten. Dog eat dog.'

  Ik streel de kat en denk na over die laatste zin. Aan de andere kant van het balkon staat iemand van het restaurant glaswerk in een bak kapot te gooien. De kat is eraan gewend, stoïcijns begint ze nu toch maar de trapjes naar haar jachtvelden af te dalen – de vindingrijke kat, die zeer veel rondzwierf en al menig muizenleven heeft verwoest, hervat stoutmoedig haar tocht.