woensdag 20 maart 2013

Avonturen van een Superheld: het anker

Foto: flickr, by rpeschetz
Een man denkt dat hij een Superheld is. Hij naait een pak voor zichzelf en schuift zijn raam open. De koele voorjaarslucht waait naar binnen. Hij woont op de vierde verdieping, onder hem stoppen auto's voor een kruispunt. Even is het stil, dan springt er een verkeerslicht op groen. De auto's stuiven er weer vandoor.
  In de flat tegenover de man brandt licht. Een man slaat een vrouw met een koekenpan. De Superheld heeft zeven kleerhangers aan het uiteinde van het snoer van zijn elektrische gitaar gebonden. Hij gooit het anker tegen de ruit tegenover hem. De kleerhangers ketsen met een hoge toon tegen de ruit aan en donderen dan naar beneden. Dat gitaarsnoer is hij kwijt.
  Het maakt niet uit, hij raakte het ding toch nauwelijks meer aan. Terwijl hij naar beneden tuurt, hij kan de kleerhangers nauwelijks ontwaren, wordt het raam tegenover hem open geschoven.
  'Wat flik je me nou', zegt een man in een wit hemd. 'Gooide jij nou net iets tegen mijn ruit?' Het is de man die net nog zijn vrouw aan het slaan was, zijn actie heeft toch effect gehad.
  'U moet uw vrouw niet meer slaan', zegt de Superheld. 'Bemoei jij je lekker met je eigen zaken', zegt de man. 'Het is trouwens niet eens mijn vrouw, het is mijn zus.'
  'Nog erger', antwoordt de Superheld, 'dat kan ik helemaal niet tolereren.' 'Wacht maar', zegt de man, 'ik ben er over vijf minuten.' Hij klapt het raam dicht en verdwijnt uit de kamer. Zijn zus zit met een zak ijs tegen haar wang naar 'Sterren springen' te kijken. Dan gaat de bel. De Superheld zet ook de tv aan, hij doet vandaag niet meer open. De wereld redden is leuk, maar het moet wel gezellig blijven.