zondag 27 maart 2016

Focus

RGB Free, by mzacha
De overwinning van Ajax op PSV vorige week geldt wat mij betreft nu al als een hoogtepuntje uit 2016 en dan met name omdat het zo onverwacht was.
  Het beste moment om op te staan is als je dood en begraven bent, had een zekere J.C. hierover kunnen zeggen.
  
   Ik heb die openingsgoal goal inmiddels zo'n tien keer teruggezien en ik ben tot de conclusie gekomen dat hij voor een groot deel op het conto van Lasse Schöne geschreven kan worden. Het is Schöne die de bal op links via een korte combinatie vrijmaakt, vervolgens naar Milik speelt (die half verkeerd op Bazoer kaatst) en doorrent naar rechts om het gat te trekken waar Milik na zijn kaats in kan lopen en binnen kan knikken.
  Wat ik ook zag, is dat Guardado Ajax voor de wedstrijd provoceerde op een compleet nieuwe wijze. Eerst zien we de Mexicaan al met een baby in de kleedkamer van PSV staan terwijl de rest van het elftal zich op staat te pompen voor de wedstrijd. Een maf gezicht: gespannen voetballers en dan zo'n vader ertussen die met een baby op zijn borst gelukzalig voor zich uit staat te staren.
  Maar het wordt erger.
  Als de Ajacieden even later op het veld langskomen om de PSV'ers een hand te geven, hangt die baby nog steeds over Guardado's schouder.

  Veel provocerender wordt het dus niet.

  Wat is de boodschap die Guardado de Ajacieden hier meegeeft? Sorry jongens, ik kon even geen oppas vinden? Of vindt Guardado een wedstrijdje tegen Ajax zo onbelangrijk, dat hij er een gezellig familie-uitje van maakt? Denkt Guardado erover na om de volgende keer ook met zijn vrouw en hond in die rij te gaan staan? Dat zijn echtgenote gezellig taco's uitdeelt terwijl Flappie even tegen de doelpaal gaat staan zeiken?
   De enige manier waarop Guardado nog meer minachting richting Ajax had kunnen uiten, was door zijn baby de eerste tien minuten van de wedstrijd gewoon mee te blijven zeulen. Balletje breed, op het middenveld een duel met Gudelj uitvechten en ondertussen je kind even naar je andere schouder verplaatsen. Schot op doel lossen, paar slokjes melk voor de kleine Guardado en snel weer naar je positie scharrelen.

  Het zag er allemaal misschien wel schattig uit op dat veld, maar ik denk dat de Ajacieden haarfijn aanvoelden wat Andrés Guardado uitstraalde met die koter aan zijn borst: 'jullie doe ik er wel even bij.'
  Dat dit stukje gebrek aan focus genadeloos werd afgestraft maakt de overwinning wat mij betreft alleen maar zoeter.

donderdag 24 maart 2016

Leven

Foto: Wikipedia
Johan Cruijff heeft een hele hoop dingen over voetbal en het leven in het algemeen gezegd, die de komende dagen ongetwijfeld honderd keer voorbij gaan komen:

  Je moet schieten, anders kan je niet scoren. Elk nadeel heb z'n voordeel. Vaak moet er iets gebeuren voor er iets gebeurt. Of, één van mijn persoonlijke favorieten: Als ik zou willen dat je het begreep, had ik het wel beter uitgelegd.

 Toch is het niet één van deze vele wijsheden die Cruijff voor me ingenomen heeft. Het meest inspirerende wat ik hem ooit heb horen zeggen ging over shirtjes. Over frisse, vers gewassen voetbalshirtjes, dat die al keurig in de kleedkamer opgevouwen op je liggen te wachten en dat dat eigenlijk het mooiste is dat er bestaat. Hij zei het in één of andere documentaire, ik parafraseer:

  'Dat is geluk. Dat je een kleedkamer binnenkomt en dat iemand de moeite heeft genomen om je shirtje te wassen en het netjes voor je heeft klaargelegd. Dat het helemaal fris is en de wedstrijd straks gaat beginnen en je lekker kan gaan voetballen.'

  Dit citaat toont volgens mij aan dat Johan Cruijff het allemaal inderdaad wel aardig doorhad. Geluk, dat is het schone voetbalshirtje op een zondagochtend, die knapperige cappuccino bij de eerste zonnestralen, de kakelverse roman die zo lekker en beloftevol ruikt als je de eerste bladzijde opslaat of het koude biertje dat een aardig meisje voor je neerzet terwijl op het pleintje de kinderen met hun voetjes in het water van de fontein bungelen.

  De rest is vrijwel allemaal flauwekul.

zondag 6 maart 2016

Inspirerend (2)

RGB Free, by Columbine
Goed, Daan Roosegaarde inspireert me dus niet, maar wat inspireert me dan wel? Goede teksten, bijvoorbeeld. Zo las ik laatst een alinea die ik zo goed vind, dat ik hem eigenlijk wil inlijsten en boven mij bureau wil hangen, als inspiratie, ware het niet dat ik te lui en onpraktisch ben aangelegd om z'n initiatief daadwerkelijk tot uitvoer te brengen:
 
  Ze had hetzelfde wat mijn vader had, maar het zat niet in mijn moeder of mij. Ik heb het over properheid. Toen ik een jongen was, zag ik een keer een ratelslang vechten met drie Schotse terriërs. De drie honden hadden hem van een rots gehaald waar hij lag te zonnen, en ze scheurden hem in stukken. De slang vocht hard, en verloor nooit zijn zelfbeheersing, maar hij wist dat hij er geweest was, en elk van de drie honden nam een druipend stuk van zijn lichaam mee. Ze lieten alleen de staart en drie ratels achter, en dat deel van hem bewoog nog. Zelfs toen hij in stukken lag, vond ik hem wonderbaarlijk. Ik liep naar de rots, waar wat bloed op lag. Ik stak mijn vinger in het bloed en proefde het. Ik huilde als een kind. Ik ben hem nooit vergeten. En toch was ik, als hij nog had geleefd, nooit bij hem in de buurt gekomen. Zo was het ook ongeveer met mijn zuster en mijn vader.

  Arturo Bandini, de hoofdpersoon uit John Fante's 'De weg naar Los Angeles' beschrijft in deze alinea het karakter van zijn oudere zus op een tegelijkertijd poëtische en volstrekt heldere wijze.
  Je begrijpt wat zijn vader en zus voor mensen zijn en wordt en passant ook nog even op een zowel gruwelijke als prachtige anekdote getrakteerd, die je ook nog van alles over de verteller zelf leert ('Ik huilde als een kind'). In de beschrijving die Bandini van zijn zus geeft pakt Fante ook meteen maar even de inherente onbarmhartigheid van het leven mee ('ze lieten alleen een staart en drie ratels achter') en de ervaring dat alles op elk moment voorgoed kan veranderen (die slang lag eerder nog lekker op zijn rots te zonnen).
  Er gebeurt in dit stukje tekst dus van alles tegelijk: je leert iets over die zus, over Bandini zelf en over het leven, en dat allemaal via een poëtische anekdote van zo'n 150 woorden, waar andere schrijvers het dubbele aantal woorden nodig hebben om hun hoofdpersoon alleen maar zijn schoenen aan te laten trekken.