vrijdag 19 november 2021

Boggy turds

In 1961 brengt Jacques Brel het nummer 'Le Moribond' uit. Het is een liedje over een stervende die afscheid neemt van zijn vrienden ('Adieu l'Antoine, je vais mourir'): 

 

 

 

In 1973 wordt dit nummer uitgebracht door Terry Jacks in een Engelse vertaling van RodMcKuen. De vertaling is behoorlijk vrij, met name de regel 'Goodbye Michelle, it's hard to die / When all the birds are singing in the sky' vind ik in z'n eenvoud behoorlijk sterk: 

 

 

 

De melancholieke tekst, het contrast tussen een redelijk vrolijk klinkend refreintje en een inktzwarte boodschap slaat in de jaren zeventig ongetwijfeld aan bij een jonge Kurt Cobain. Als Cobain jaren later een aankomend rockster is en zelf alweer bijna dood is, komt het liedje bij hem naar boven als hij met zijn Nirvana-maatjes een beetje zit te jammen. Het is een van mijn favorietje Nirvana-opnames, vooral omdat hij zo on-Nirvana is. Een zeldzame opname van een ontspannen Cobain die achter de drums zit te rommelen. 

De drummer speelt bas en de bassist slaat op Cobains gitaar aarzelend de akkoorden aan, terwijl hij ironisch meehuilt met de sentimentele tekst. Onder Cobains stem verandert het nummer onmiddelijk in een typisch Nirvana-nummer, de tekst had Cobain ook zelf kunnen schrijven.  En natuurlijk kan Cobain het niet laten om hier en daar wat verbeteringen in de tekst aan te brengen ('I had boggy turds / with my bb gun I would kill birds'): 

 

zondag 7 november 2021

Peddelen

RGB Free, by nardbettygeorge
Tussen Vught en Sint-Michielsgestel stroomt de Dommel, een riviertje dat hier en daar zo smal is dat je er volgens Albert Egberts, de hoofdpersoon in Van der Heijdens romancyclus "De Tandeloze Tijd", met geen mogelijkheid in zou kunnen verdrinken:
   
De Dommel... Het had ook Sluimer kunnen zijn... De enige rivier met een precies horizontale bedding.
  
  Alberts overgrootvader wordt door een "stekelige baars" de Dommel ingetrokken, wat hij overleeft, "terwijl hij niet eens kan zwemmen". En Alberts vader wordt als elfjarig jongetje door zijn oudere broer met de fiets van een Dommelbrug geduwd, waarna hij in de berm belandt en de rest van z'n leven "Altje Vlug van de Dommelbrug" wordt genoemd.
    Dat zijn zo ongeveer de dingen waar ik aan denk terwijl we staan te kijken naar een stel middelbare scholieren die zichzelf giechelend in kleurige kajaks proberen te wringen. De opstapplaats voor die kajaks is in Halder, een buurtschap dat zeventig inwoners telt en waar altijd iets hoognodig geschilderd lijkt te moeten worden. Als laatste stapt de lerares in een kajak, ze heeft onder haar kleren een badpak aan en lijkt met zorg de leerling uitgekozen te hebben met wie ze de kajak deelt. 

  "Rustig beginnen," adviseert de kajak-ondernemer, "zorg dat je in een ritme komt."
   
  De lerares en haar favoriete leerling verdwijnen richting Den Bosch en wij lopen over de dijk naar Gestel, met rechts van ons wat grazende koeien en links het schommelende water met futenfamilies, meerkoeten en af en toe wat kinderen die langs komen stuiven op een motorbootje. Aangekomen in Gestel kun je op een brug over het water staren dat ook daar gewoon door blijft stromen of je kan je omdraaien om hetzelfde stuk weer af te leggen, alleen deze keer met de koeien aan je linkerhand.
  
  Teruggekomen bij de kajak-opstapplaats blijken we het drama precies gemist te hebben.
  De lerares heeft een grote handdoek om zich heen geslagen en kijkt verslagen naar het kabbelende water. 
 "Vandalen zijn het," mompelt ze. "Kleine kinderen op zo'n motorboot. Dat is toch vragen om problemen."
  De kajak-man knikt instemmend. 
  "Golfslag?" informeert hij,
  "We zijn gekapseisd," mompelt de lerares. "Zelfs Harry kon er niets meer aan doen."
   Harry slaat vol schaamte zijn ogen neer. Deze dag op de Dommel zal hem nog lang achtervolgen, het is niet uit te sluiten dat hij ooit een boek zal schrijven waarin een lerares en een leerling figureren die zichzelf leren kennen terwijl ze in een kajak moeizaam voortpeddelen van Halder naar Den Bosch.