donderdag 28 november 2019

Darwinisme (4)

RGB Free, by vierdrie
Het boze meisje verdween van de tv, zo rond de tijd dat het weer omsloeg en het eindelijk begon te regenen, wekenlang zelfs, alsof het kind de opwarming niet alleen beklaagde, maar er ook organisch mee verbonden was. Gelukkig liet ze geen existentiële leegte achter, daar zorgt de samenleving wel voor en zo niet, dan kloppen de media ergens wel een relletje uit.
  Het boze meisje werd naadloos vervangen door boze boeren, de contramelodie in het klimaat-lamento, op tractoren kropen ze de snelwegen op, koppige rood-groene torren die in processie richting provinciehuizen rolden. In Groningen beukten ze een deur open, waar het hele land ook weer een paar dagen zoet mee was.

  Geïnspireerd door de daadkracht van de boze boeren, besloot ik dat het moment aangebroken was om op een vechtsport te gaan. Een man moet zichzelf kunnen verdedigen en bij gebrek aan een glanzende tractor, moeten zijn vuisten zich transformeren tot symbolen van onverzettelijkheid.

  'Je bent welkom voor een introductieles', stond er in de mail van de lokale vechtclub. 'Doe makkelijke kleding aan en neem een flesje drinken mee.'

   Ik maakte mijn fiets vast aan een lantaarnpaal, om me heen schuifelden donkere figuren met sporttassen. Toen ik klaar was met mijn fiets waren die allemaal alweer verdwenen, opgelost in de regen, maar ik had gezien waar ze heen gingen en bereikte een kale deur in een soort loods, ik duwde de deur open, het voelde alsof ik midden in een executie binnen het criminele circuit terecht zou komen, misschien had ik iemand even moeten vertellen waar ik heen ging, maar daar was het nu helaas wat laat voor.
  Ik stapte een helder verlichtte ruimte binnen en het eerste wat ik hoorde was het gejoel van kinderen, een stuk of twintig holde er door elkaar heen, op de banken aan de zijkant zaten verveelde ouders, een gespierde man in trainingspak, type zachtmoedige kooivechter, probeerde het zooitje wat in het gareel te houden.
    Aan de overkant verdween een volwassen man achter een deur, waarschijnlijk de kleedruimte, inderdaad zaten hier een stuk of tien oude mannen in een hok van twee bij twee meter.

  'Het lijkt wel een plaag', mompelde een man van een jaar of zestig. Het was niet duidelijk wat er precies een plaag was geworden. Hij had een band om zijn hoofd en zijn handen waren ingetaped.
  Ook de andere mannen zagen er vrij strijdvaardig uit, toch maakten ze niet echt een gevaarlijke indruk, eerder een kwetsbare indruk, de onbeholpenheid van het menselijk lichaam vooral benadrukt.
 
  'Als je aanvaller wat verder van je weg staat, kun je het beste zo snel mogelijk opstaan en wegrennen', onderwees de trainer een half uurtje later.
 
  Toch werd het natuurlijk wel een beetje knokken, links, rechts, hoog, laag, knie, elleboog, vuist, samen met het uitgestorven kindergejoel en de indringende geur van het gymlokaal drong zich onvermijdelijk het hoofd, schouders, knieën, teen van de kleuterschool op, waar het er trouwens veel competitiever aan toeging, keiharde schoolpleingevechten om het schaarse speelgoed, facties die gedurende het speelkwartier ontstonden en weer uit elkaar vielen, euforische overwinningen en bittere nederlagen, hoeveel mensen stonden hier hun jeugdtrauma's te verwerken, wie wilde met een gerichte hoekstoot alsnog het glanzende stepje bemachtigen dat steeds weer naar het stoerste jongetje van de klas ging?

  'Probeer je te focussen', zei mijn sparringpartner. 'Schop me maar in mijn kruis, ik draag een toque.'
 
  Het voelde toch een beetje als regressie allemaal en terwijl ik een onbekende man in zijn kruis schopte herinnerde ik me ineens hoe die schoolpleingevechten al snel verbale gevechten waren geworden, hoe een grap het stoerste jongetje van de klas kon ontwapenen, de kracht van de lach en de goed getimede spot, scherp als een zwaard, woorden met weerhaakjes die weken konden dooretteren.
  Terug in de regen verdwenen de sporttassen weer in het donker, machteloze vuisten in een wereld die geregeerd wordt door politici met geheugenverlies, spinnende marketingmaestro's en gesponsorde Facebook-content.

zaterdag 2 november 2019

Dicky

RGB Free, by tabaluga13
Jaap Stam is opgestapt als trainer van Feyenoord, een actie waar de verantwoordelijke beleidsbepalers van de Rotterdamse stadionclub nog steeds een beetje verbijsterd over zijn.

  'Jaap Stam is een echte kerel', verklaarden ze beteuterd op de persconferentie. 'Hij slaat 's ochtends voordat hij naar de training komt vier koude eieren op zijn voorhoofd kapot, die hij naar binnen giet met koffie die getrokken is uit bonen die hij zelf tussen zijn grote mannenklauwen heeft verbrijzeld. Hij heeft dus alles van een echte Feyenoord-trainer, we snappen niet hoe dit mis is gegaan.'

  Nu Stam op zijn blote voeten in twee uur terug naar Zwolle is gerend, is de weg vrij gekomen voor Dick Advocaat. Ik voorspel dat Feyenoord binnen zeven wedstrijden weer netjes derde staat, ik heb namelijk wat ervaring met Dick Advocaat.
  Een paar jaar geleden zat ik vast met een tekst en verzuchtte ik: 'Was er maar iemand om mij even te helpen.'

  Drie seconden later ging de bel. Ik deed open en zag tot mijn verbazing Dick Advocaat in mijn portiek staan. Hij leunde op een klein parapluutje, achter zijn rug haalde Petrovic met een trapje een kat uit een boom.

  'We waren toevallig in de buurt', glimlachte Advocaat. 'Laten we maar meteen beginnen.'

  Hij stoof de trap op, toen ik in mijn werkkamer kwam zat hij al op de hoek van mijn bureau.

  'We moeten terug naar de basis', verklaarde Advocaat, die enthousiast met zijn beentjes boven mijn vloer bungelde. 'Gewoon de woorden in de goeie volgorde zetten en op het einde van de zin een punt.'

  Aarzelend begon ik te tikken, ik voelde Dick Advocaat meekijken.

  'Heel goed', brulde hij ineens in mijn oor. 'En nu doorpakken.'

  Hij sprong van mijn bureau en begon met geheven vuistjes door de kamer te rennen.

  'Rotzak', brulde hij ondertussen door het open raam naar een parkeerwachter. 'Die wagen staat daar prima. Zeljko, attack!'

  Nu pas drong tot me door dat Zeljko Petrovic al vijf minuten in mijn keuken aan het rommelen was, waar hij naar later bleek alle sauzen alfabetisch gerangschikt had en mijn wasmachine had ontkalkt.

  Terwijl door het open raam de ontzette kreten van een parkeerwacht dwarrelden, merkte ik tot mijn verbazing dat de zinnen ineens een stuk vloeiender uit mijn pen rolden. Ik draaide me naar Dick Advocaat om mijn dank uit te spreken, om te ontdekken dat ik weer helemaal alleen was. Ik rende naar het raam: ook Petrovic was verdwenen, net als de bon achter de autoruit en de onthutste parkeerwachter.
  De hele straat was nu een oase van rust, zelfs de kat die de hele ochtend in een boom had zitten miauwen lag met tevreden oogjes naar de zon te knipperen.