maandag 28 november 2016

Eindbaas

RGB Free, by 11010010
Nu het stof rond de Nobelprijs voor de Literatuur voor Bob Dylan weer wat is neergedwarreld,
kunnen we ons met de volgende vraag bezighouden: welke Nederlandse muziekschrijver verdient de P.C. Hooft-prijs voor proza?
  De volgende wordt pas over drie jaar uitgereikt, maar bij deze wil ik wel alvast een lans breken voor Lennaert Nijgh.

  Onlangs las ik de roman 'De kant van Swann' van Marcel Proust, in een oude vertaling dus, want de nieuwste vertaling draagt als titel 'Swanns kant op'.
  Deze nieuwe titel leverde op zichzelf al een levendig debat op tussen letterkundigen, een discussie waar ik me bijzonder mee kan vermaken, 'Swanns kant op' betekent namelijk natuurlijk totaal wat anders dan 'De kant van Swann', maar daar gaat het nu even niet om.

  Het gaat nu om de liefde.

  In het bijzonder om het fenomeen dat de liefde alles wat met het object van de liefde te maken heeft, in een heilig licht lijkt te zetten. De verteller uit de 'De kant van Swann' heeft het hevig te pakken van Gilberte, wat ervoor zorgt dat niet alleen zij, maar ook haar ouders, haar straat en haar huis in een bovennatuurlijk schijnsel lijken te baden.
  Wanneer zijn ouders het betreffende huis, de straat en die ouders niet zoveel bijzonders lijken te vinden, is dit zijn analyse:

  De reden was dat om in alles wat bij Gilberte's omgeving hoorde een onbekende eigenschap waar te nemen, analoog, in de wereld der emotie, aan wat in de kleuren het infra-rood kan worden genoemd, mijn ouders dat parate extra zintuig misten waarmee liefde mij had toegerust.

  Een mooie zin, die het fenomeen goed onder woorden brengt, maar ook wat klinisch en essayistisch.
  Dat het ook anders kan, laat Martinus Nijhoff zien in zijn gedicht 'Het meisje':

   Wij gingen samen 's morgens door de stad,
   Het licht viel schuin naar binnen in de straten,
   Menschen liepen voorbij die samen praatten,

   De toren speelde—en 't was of alles had
   De teere kleur en klank van 't vreemd bewogen
   Zwijgende leven van je glanzende oogen.


  Hetzelfde fenomeen als Proust beschrijft, de geliefde kleurt de waarneming van de verliefde, maar dan gevangen in poëzie.
  De absolute eindbaas in de verwoording van deze toestand is echter Lennaert Nijgh, die in zijn lied 'Avond' dit bedrieglijk eenvoudige zinnetje noteert:

   Maar de dingen in de kamer
   zouden levenloze dingen zijn
   zonder jou. 

   Mede dankzij de zeggingskracht die deze twaalf woorden krijgen door de melodie en de zang, wint hij het van Proust en Nijhoff.
  Het is dus wel met behulp van muzikale doping, maar dat was bij Dylan ook al het geval, dat Lennaert Nijgh van mij best postuum de P.C. Hooft-prijs voor proza mag krijgen.

zondag 20 november 2016

On-Hollands

Foto: Wikipedia
Er wordt weleens van mensen gezegd dat ze 'kleingeestig' zijn. Dit heeft meestal een morele betekenis. Deze  mensen vinden bijvoorbeeld dat vrouwen achter het aanrecht moeten blijven, of dat Ajax altijd 4-3-3 zou moeten spelen.
  De term 'kleingeestig' zou ik echter ook toe willen passen op het esthetische domein: mensen zonder gevoel voor sfeer, fantasie, verbeeldingskracht. Mensen voor wie bijvoorbeeld een Amsterdamse gracht gewoon een hoop water tussen een beetje stenen is, in plaats van een romantisch decor dat meteen tientallen associaties, herinneringen en fantasieën oproept.
  De tegenhanger van de op deze manier gedefinieerde 'kleingeestigheid' is 'grootgeestigheid', en A.F.Th. van der Heijden is wat mij betreft de Hollandse Meester in grootgeestigheid.

  Van der Heijdens brein is een filter waar de werkelijkheid doorheen wordt gehaald en er in een sterk verbeterde, opgepoetste en intensere vorm weer uit komt rollen. Op zijn werk is met uitstek deze opmerking in The Times over een boek van John Williams van toepassing:

  '...het straalt een veerkrachtig soort optimisme uit over ons vermogen om iets van waarde te redden uit de onmogelijke omstandigheden van het menselijk leven.'

  Van der Heijden is bij uitstek een optimistische schrijver, uit elke zin die hij schrijft blijkt een welhaast maniakale toewijding om in de kleinste details de schoonheid te zien, en van deze schoonheid in de meest schitterende taal verslag te doen.
  Grootgeestig, aanstekelijk en optimistisch: Van der Heijden is een Hollandse Meester die uitblinkt in on-Hollandsheid.

donderdag 17 november 2016

Augmented reality

RGB Free, by COBRASoft
Nadat de intercity vanuit Amsterdam Centraal me uit zijn hel verlichte binnenste op de koele tegels van het Bossche perron heeft gespuugd, laat ik me door de monotone mensenmassa meevoeren naar de kop van het station.

  Een klein panorama ontvouwt zich hier, met de gouden draak op zijn sokkel als onverbiddelijk middelpunt, de taxi's in de diepte als kleine Jorissen krioelend om zijn vier donkerder gekleurde broertjes heen, alsof zeven keer draaien met zeven zwarte taxi's met zeven zeverende chauffeurs het monster van zijn troon zou kunnen stoten.

  Ik moet eigenlijk nog een verdieping dalen, richting de fietsenkelder waar mijn Gazelle trouw op me staat te wachten. Maar eerst sla ik af naar rechts, waar de AKO-winkel wordt bewaakt door een woest stofzuigende medewerkster: het is bijna sluitingstijd.
  Haastige boekenliefhebbers duiken nog snel langs de vinnige halen van de stofzuigerslang, als alcoholici die een laatste fles willen scoren voordat ook de avondwinkel zijn luiken naar beneden laat.
  Mijn buit krijg ik toepasselijk aangereikt in een bruine papieren zak, tijdens de fietstocht naar huis moet ik de neiging onderdrukken hem af en toe naar mijn mond te brengen voor een stevige slok.

  Thuis komt hij dan eindelijk tevoorschijn, fonkelend en wel: een spiksplinternieuwe Van der Heijden.

  Maar liefst 1300 pagina's vintage Van der Heijden literaire transsubstantiatie. Zelfs een morsig bekertje met uitlekkende tandenborstels weet deze reus van een schrijver nog met zoveel schwung neer te zetten, dat het op de pagina verandert in een symbool waar de waarheid van het universum in besloten ligt.

  Augmented reality is het, en dat zonder megabytes, pixels of apps waarvoor je je hele telefoon leeg moet gooien voordat je hem eindelijk kunt installeren, waarna het kreng het nog niet blijkt te doen.

vrijdag 11 november 2016

donderdag 10 november 2016

Verkiezingen

RGB Free, by bies
Het is een warme schooldag en voor het bord staat de juffrouw je de les te lezen. Ze staat met haar vingertje te zwaaien en te verkondigen dat je aardig moet zijn tegen iedereen.

  Je moet aardig zijn tegen homo's, vrouwen en moslims.

  Je staart uit het raam, je bent niet bijzonder geïnteresseerd in homo's, vrouwen en moslims. De juffrouw zegt dat je beter je best moet doen. De juffrouw zegt dat iedereen een gelijke kans verdient. De juffrouw zegt dat je je eigenlijk een beetje moet schamen omdat andere mensen het zo moeilijk hebben. De juffrouw zegt dat je intolerant bent.

  Godzijdank: de bel gaat.

  Aan de rand van het schoolplein staat een jongen te verkondigen dat de juffrouw de tering kan krijgen. Ook wordt het tijd om de school aan de overkant aan te vallen, want dat zijn een stelletje sukkels. Je kan met hem meedoen of niet, dat zal hem verder een zorg zijn. Je bent z'n vriend of z'n vijand, en wat er in je omgaat kan hem niet verrotten.  

  Langzaam ebt de dreinende stem van de juffrouw weg, je voelt het leven weer wakker worden.

  Het is heerlijk om even niet de les te worden gelezen, om samen aan een doel te kunnen werken. Om de blik naar buiten te kunnen richten, op iets wat jij in de wereld gaat doen, in plaats van alleen maar aan te moeten horen wat er mis met je ideeën is, met je 'vooroordelen', met je 'privileges' en met alles wat de juffrouw nog meer kan verzinnen.

  De bel gaat weer.
  De juffrouw schrijft het woord 'verkiezingen' op het bord.

vrijdag 4 november 2016

Leedvermaak

RGB Free, by mzacha
De pennen zijn geslepen, een programma waarin min of meer bekende Nederlanders een thriller proberen te schrijven, vind ik bijzonder vermakelijke tv. Een niet gering onderdeel van dit vermaak is leedvermaak.

  Hoogtepunt van de eerste aflevering was Kees Moeliker die 's avonds om tien uur, enkele uren voor de deadline van de eerste opdracht, in zijn spaarzaam verlichte werkkamertje naar een volstrekt leeg beeldscherm zat te staren.

  'Ik begin me nu toch wel enigszins zorgen te maken', mompelde Moeliker, een emotie die voor iedereen die ooit tegen hysterische deadlines aan heeft lopen hikken bijzonder herkenbaar is.

  Lekker onderuitgezakt op de bank naar iemand kijken die bijna de haren uit zijn hoofd trekt omdat de woorden maar niet willen komen, veel leuker dan dat wordt het wat mij betreft niet.

  Het is waarschijnlijk een van de redenen dat veel schrijvers een beetje neurotisch zijn: als het erop aankomt ben je toch half aan de goden overgeleverd. Voor de meeste vakken geldt: als je leergeld hebt betaald, beheers je je metier. Je zal zelden een metselaar, chirurg of accountant op zijn werk zien verschijnen met de mededeling: 'Nou jongens, ik hoop dat het een beetje gaat lukken vandaag.'

  Maar hoewel je zeker bepaalde technieken en vastigheid kan leren, als puntje bij paaltje komt, moet je als creatief schrijver toch altijd maar weer hopen dat de beeldenstroom op gang gaat komen.
  Die afhankelijkheid van invallen, van dat ene flitsmomentje, daar kan je helemaal neurotisch van worden en het is dan ook een bron van groot genoegen wanneer een ander een keer de lul is.