zondag 31 oktober 2010

Echte

Foto: Flickr, by Ian Wilson
Ik las de Ontdekking van de Hemel en ik vond het het beste boek dat ik ooit had gelezen. Ik ging met mijn moeder in Rome op zoek naar de Scala Sancta. Ik las de Ontdekking van de Hemel tien jaar later nog een keer en ik vond het een stuk minder: Dan Brown voor intellectuelen. Ik las De Diamant en Het Stenen Bruidsbed en ik begreep er geen moer van. Toen las ik een stel van zijn vroege verhalen. Magisch-realistische vertellingen, over een sprong van paarden in de zoete zee en een man die samen met een stervend paard en een kapotte piano door een afgebrokkelde wereld trekt. Ik vond ze ontroerend en schitterend. Ik herlas Het Stenen Bruidsbed en deze keer vond ik het prachtig. Ik las Voer voor Psychologen en ik vond het tegelijkertijd belachelijk ijdel en lichtelijk geniaal. Ik herlas Twee Vrouwen en ik zag wat een mooie, onnadrukkelijke stijl Mulisch heeft.

Nog steeds heb ik de helft van zijn oeuvre niet gelezen, terwijl de andere helft maar blijft veranderen. Blijkbaar is Mulisch een schrijver die met je mee groeit, als je meer kan lezen staat er meer in zijn boeken geschreven, je moet kijken voor je het kan zien. Het is een oeuvre waar je je hele leven door geboeid kan blijven: iets wat alleen de echten klaarspelen.

maandag 25 oktober 2010

10-0

Foto: Flickr, by petesimon
Van de vijf mannen die gisteren bij Studio Sport aan tafel zaten leek alleen Jan Mulder echt in de gaten te hebben wat er was gebeurd: een historische val zoals je die zelden meemaakt. De andere mannen leken het geen probleem te vinden dat Been vandaag weer in de auto stapt om zijn team op de volgende wedstrijd voor te bereiden: thuis tegen VVV, altijd lastig.

10-0 schreeuwde Mulder vertwijfeld, 10-0!

De rest staarde hem wat meewarig aan: geen gevoel voor symboliek. Jan Mulder weet wat 10-0 betekent: ander werk zoeken. Bijscholen, misschien iets met huis aan huis verzekeringen. Gaan er nog steeds mensen met van die grote encyclopedieën de deuren langs? Voetbalschoenen op zolder verstoppen, of met een steen erin in het slootje laten zakken. Naam veranderen, andere auto. Verhuizen, andere vrouw.

10-0. Dat is dus gewoon einde discussie. Een pater die met zijn broek op zijn knieen voor het altaar wordt betrapt. Een raadsheer die met een getuige-deskundige van de verdachte gaat dineren. 10-0.

We zetten de schouder eronder jongens, zal Been vandaag wel zeggen. Niet alleen woorden kunnen hun kracht verliezen, cijfers zijn ook niet meer wat ze waren.

zaterdag 23 oktober 2010

Ruimte

Foto: Flickr, by Vic Lic
 Het is lopen in de regen.

Het zijn kinderen
die hun voeten vegen
op een bruine strooien mat.

Het is een ijsbal op het raam.

Een schot dat langzaam
naast zal gaan
en een slaperige kat.

Het is die dikke, roze pelikaan
met zijn bek op half zeven
(hij staat roerloos wat te wachten
tot zijn baas hem vis gaat geven)

Dat zijn dus de dingen die
van links naar rechts of andersom
wat door de ruimte zweven.

En geen mens die weet waarom.

maandag 18 oktober 2010

Ansichtkaart

Foto: Flickr, by Marga M.
Gisteren zag ik in het Koningstheater in Den Bosch hoe Ernst Jansz (Doe maar Ernst, je bent het einde Ernst) zijn in het Nederlands vertaalde liedjes van Bob Dylan zong. Het was een mooi optreden, Jansz had er duidelijk werk in gestoken en vertelde tussen de liedjes uitgebreid hoe hij aan het vertalen was geslagen en op zoek was gegaan naar de betekenis achter de teksten van Dylan. De ene keer was dat overtuigender dan de andere: ik geloof er bij Dylan niet echt in dat hele songteksten één op één naar de werkelijkheid verwijzen, daar is hij iets teveel dichter voor, maar af en toe waren er wel verrassende links.

Zo dacht ik altijd dat de openingszin van Desolation Row:

'They're selling postcards of the hanging'

een typisch dichterlijk-cynisch verzinsel van Dylan was. Blijkt dus echtgebeurd te zijn: in zijn geboorteplaatsje Duluth, Minnesota werden in 1920 (!) door een menigte drie zwarte mannen gelyncht, waarschijnlijk op  valse gronden. Er werd een foto van de drie dode mannen gemaakt, waarvan iemand op het bizarre idee kwam dat dit wel een aardige ansichtkaart voor Duluth, Minnesota zou vormen.

En zo blijkt de werkelijkheid uiteindelijk altijd toch weer gruwelijker dan wat je zou kunnen verzinnen.

donderdag 14 oktober 2010

Verslaving

'Verslaving, wat is een verslaving', filosofeerde Yuri van Gelder in die documentaire gisteren, terwijl hij ergens op een heuvel als een bezetene chips stond te eten, 'verslaving vind ik zo'n vies woord.'

Hij was hij daar in Schotland om af te kicken, wat me de taaltechnische problemen rond het woordje 'verslaving' wel lijkt op te lossen. Ik vraag me af of je van die coke eigenlijk een betere turner wordt, en wat zou anders het probleem zijn, maar de grootste moeite had ik met de titel van de documentaire:

'Hangen en opstaan.'

Jemig de pemig. Daar zullen wat brainstormsessies in gegaan zijn. Met het oog op de meest recente ontwikkelingen, stel ik alvast een titel voor de volgende docu voor:

'Snuiven en slingeren.'

Gratis en voor niets!

woensdag 13 oktober 2010

Weg

Foto: Flickr, by Hans Pama
Over de vlucht van een vogel
wilde ik schrijven
over de bogen
van station Den Bosch

Over zijn val
van de nok tot de tegels
draaiend rond balken
glad van het mos

Over de adem
de zielen van mensen
spiraal in de lucht
een kringel van rook

Over hoe alles
altijd blijft vallen
eerst naar beneden
op het einde omhoog

Dat wilde ik schrijven
ik moest het onthouden
maar toen kwam de trein
en ze joeg alles weg

Accentjes

Taal is zeg maar echt zijn ding:

maandag 11 oktober 2010

Machine

Als Anthony Kamerling op de filmset stond had hij soms het gevoel dat de mensen door hem heen liepen. Ik denk dat ik begrijp wat hij daarmee bedoelde. Ik denk ook dat ze hem op hadden moeten sluiten, dan had hij nu nog geleefd, en hadden we over een paar maanden wel weer verder kunnen kijken. Het probleem is natuurlijk dat je niet iedereen op kan sluiten die het gevoel heeft dat de mensen door hem heen lopen. Dan kan je wel aan de gang blijven, en negenennegentig van de honderd mensen heb je waarschijnlijk voor niets opgesloten: die hadden het zonder die opsluiting ook wel overleefd.

Albert Verlinde vroeg om een mediastilte, nam de de auto naar de studio van RTL Boulevard en ging een uur over zijn overleden zwager zitten praten. Albert Verlinde gelooft niet in stilte, hij denkt dat zolang je maar blijft babbelen het gevaar bezworen zal worden. Fluiten in het donker: hij heeft er zijn werk van gemaakt. Je kan ook zeggen dat al dat gepraat je alleen maar leger maakt. 

Misschien is het zoals Dylan zingt in 'The man in me' (vooral bekend uit de film The Big Lebowski):

The man in me must hide sometimes, to keep from being seen
But that's just because he doesn't want
To turn into some machine.



Misschien had Kamerling zich moeten verstoppen, in een donker hoekje, om pas weer tervoorschijn te komen op het moment dat hij zich geen machine meer voelde.

donderdag 7 oktober 2010

Apocrief


Een man van een jaar of veertig zit op een zwarte leren bank naar een breedbeeldtelevisie te staren. Op het scherm wordt gevoetbald, de man drinkt bier en praat tegen zichzelf. In de keuken wordt gerommeld, in de hoek van de kamer ligt een witte pitbull gemeen op een balletje te knauwen.

Die klote van Persie raakt ook geen pepernoot... Slome tak is het, typisch een kakkerlak. Altijd de mond vol over werken, maar zelf een beetje in beweging komen… Gooi van der Vaart er maar in, tenminste een Mokumse jongen… Ook niet de snelste trouwens… Snel.. Snelle Jelle noemden ze me vroeger, ha. Het enige wat nu nog snel gaat is het bier door m’n keel, en zelfs dat gaat steeds trager...

De Pitbull heft de kop, hij detecteert ongenoegen bij het baasje en loert de kamer rond om de oorzaak aan stukken te scheuren.

‘Koest, Roef, brave jongen.’

Een zonnebankbruine vrouw komt de kamer binnen, kijkt met walging naar de televisie en dan naar de man op de bank.

‘Zit je nou nog op je luie reet! Je moet Tiffy ophalen, ze staat te wachten voor die zuipschuur.’

‘Over vijf minuten, bijna afgelopen.’


‘Penalty,lul!'

De vrouw stormt naar binnen en drukt de televisie uit.

Teringwijf… Na de eerste werd ze dik, na de tweede werd ze vals… Maar als ik toch naar die zuipkeet moet, kan net zo goed even snel een kroketje trekken…

‘Roef, kom, we gaan op stap!’

‘Woef!’

vrijdag 1 oktober 2010

Niets aan de hand

Foto: Flickr, by Badruddeen
Er ligt een baby op de grond
en ik probeer te lezen
over Kant's categorisch imperatief

Hij trekt aan onze mooie plant
maar mijn vriendin die zegt
'God wat is hij lief'.

Hij heeft het toch maar makkelijk
hij lacht en stopt wat in zijn mond:

niets aan de hand.

Hij hoeft zich nog geen zorgen te maken
over die imperatief van Kant.