dinsdag 30 september 2014

Attractie

Terwijl ik zat te ontbijten, drong het langzaam tot me door dat er buiten iets aan de hand was. Een paniekerig gakken dat steeds intenser werd waaide door het raam naar binnen.
  Ik keek naar buiten.
Vijf ganzen bewogen zich schommelend door de straat, ze loerden wat door etalages en waren duidelijk in paniek. Er kwam een auto voorbij die er bijna één schepte. Er kwam een vrouw voorbij die haar telefoon tevoorschijn haalde, een paar foto's maakte en weer doorliep.
  Dat schoot lekker op zo.
  Juist toen in ik overwoog of je voor zoiets de dieren-hulplijn kan bellen, ging de telefoon. 'Er staan vijf ganzen voor de deur', zei ik tegen mijn vriendin. 'Ze zijn verdwaald.'
  'Pak een boterham en leidt ze naar het park', was de suggestie die terugkwam, een in al zijn eenvoud vrij goed plan, al zeg ik het zelf.

  Ik pakt twee boterhammen en liep de straat op. De leider van het groepje, een grote grijze gans, had me meteen al in de smiezen en kwam blazend en met gespreide vleugels op me af rennen. Meteen zette ik er flink de pas in richting het park, dit ging zo van een leien dakje. Kort achter de leider trippelden nog twee grijze ganzen en een paar meter daarachter sukkelden twee witte ganzen.
  Ik gooide steeds een klein stukje brood een paar meter voor me uit, dit om de leider van me af te houden en het tempo erin te houden.
  Al snel had ik niet alleen een troepje ganzen naast me op de stoep, maar ook een geïnteresseerd rijtje fietsers naast me op de straat.
  'Wat doe je dat leuk', riep een vrouw. 'Je bent net zo iemand uit de Efteling.'
  Het park kwam al in zicht, we moesten even wachten om een straat over te kunnen steken, toen ik doorkreeg dat ik die twee slome witten kwijt was geraakt.
  'Ze zijn de Jumbo ingegaan', bracht een man me op de hoogte, en hij wees naar de ingang van de supermarkt.
  Tot nu toe was het een vrij strakke operatie geweest, maar nu begon ik toch lichtelijk in paniek te raken. Om die witten weer terug te krijgen moest ik terug lopen, terwijl die grote grijze agressief werd als ik hem niet bezig hield.
  Godzijdank kwamen ze juist weer de Jumbo uitgeschommeld, waarna ze werden onthaald op een terechte scheldkanonnade van hun grijze vriendjes en ik mijn zegetocht naar het park kon voltooien.

zaterdag 27 september 2014

Motivatie

Wat beweegt iemand om Zwarte Piet te spelen? Deze vraag wordt in het haast ondraaglijk wordende Zwarte Pieten-debat verrassend weinig gesteld. Grofweg is Zwarte Piet waarschijnlijk uit twee verschillende archetypes ontstaan: het duiveltje en het dommige negerslaafje.
  Zelf heb ik Zwarte Piet altijd vooral als een niet-menselijk duiveltje gezien: met zijn zwarte gezichtje loert hij door ramen, hij klautert over daken, hij houdt je in de gaten en hij heeft iets watervlug pesterigs over zich. Maar ook het negerslaafje zie ik er wel in: het slavenpakje, het meer onderdanige, de dikke lippen en de oorbellen, het gebrekkige Nederlands.

  De vraag of Zwart Piet racistisch is, kunnen we oplossen door te kijken hoe zijn rol door de spelers wordt ingevuld. Blanke mensen schminken hun gezicht zwart. Als ze vervolgens gebrekkig Nederlands gaan spreken en de domme clown gaan uithangen, zijn het racisten.
  Hoewel het enige tijd geleden is dat ik voor het laatst een Sinterklaasfeest heb bijgewoond, heb ik het idee dat mensen zich vooral zwart schminken om de plaaggeest uit te kunnen hangen.
  Verscholen achter het donkere masker kunnen ze buitelingen maken, ze kunnen keiharde pepernoten in de gezichtjes van doodsbange kinderen smijten, ze kunnen dreigen je in de zak te stoppen.
  De volwassene die Zwarte Piet speelt, lijkt er meer genoegen in te scheppen om zijn rol te gebruiken om zijn sadistische neigingen uit te leven, dan zijn racistische.
  De gekleurde medemens is dan ook misplaatst verontwaardigd, degene die echt verontwaardigd zou moeten zijn is de sadistische medemens die bij het Sinterklaasfeest op schandalige wijze belachelijk wordt gemaakt.