zaterdag 24 september 2022

Gedachten bij het laatste matchpoint van Roger Federer

Daar sta je dan, op een tennisbaan in Londen, je hele leven besteed
aan dat kleine gele balletje.
 
Als het beeld tien graden kantelt is het letterlijk gekkenwerk. Een verwarde man die met een vliegenmepper slakkenhuisjes over de schutting slaat.
 
Het systeem maakt het echt: lessen, clubhuizen, toernooitjes, tv-uitzendingen artikelen in dag- en weekbladen en uiteindelijk live Akropolis-commentaar door John McEnroe (de fanatiekste slakkenmepper van het dorp).
 
Griekse lijnen en sprezzatura. Fraai exemplaar van de spelende mens en prima ook dat je dat laatste matchpoint mist.
 
Gewoon slaan met alles wat je hebt, als een kat die springt en weer opnieuw begint. 

donderdag 15 september 2022

Kaas

RGB Free, by krayker

“Schrijf je nog wel eens wat,” vroeg ze. We zaten in de tuin. De fles rosé was leeggeschonken, de glazen met de laatste restjes stonden tussen de overblijfselen van een kaartspelletje. Een paar meter verderop lag de kat op het grasveld naar haar speeltje te staren.
 
“De kat houdt er niet van als ik hier ben,” zei ze. “Ze wil je volledige aandacht.”
 
“Waar moet ik over schrijven?” vroeg ik. Ik pakte het kattenspeeltje van de tafel.
“Wat denk je zelf? We zijn bestolen door een waterbuffel. Dat gebeurt je toch niet elke dag.”

Het schemerde, de barbecuelucht van een paar tuinen verder prikte in mijn neus. Het speeltje was een stoffen muisje aan een hengel. Ik sloeg de hengel uit op het grasveld. Het muisje plofte neer, de kat drukte zichzelf plat op het gras. Ze schudde met haar achterwerk en schoot pijlsnel naar voren. Net op tijd trok ik de hengel weg, de kat klauwde vergeefs naar haar prooi.
 
“Nu ben je ineens wel de snelste. Bij die buffel was je niet vooruit te branden.”
“Hou eens op over die buffel. Een kat is geen buffel.”
 
Biologische kaas had ons eerder die dag naar Boxtel gebracht. Op weg naar de biologische winkel fietsen we langs een bordje waarop “Waterbuffelboerderij” stond. In de biologische winkel was ik met mijn gedachten nog steeds bij die waterbuffels.
 
“Zouden ze daar echt waterbuffels hebben?” vroeg ik me hardop af, terwijl mijn vriendin een pak biologische koekjes bestudeerde alsof het een bom was die elk moment af kon gaan. Vanachter de toonbank van de biologische winkel dribbelde een vrouw tevoorschijn. Ze was zo klein dat haar aanwezigheid me tot dat moment volledig was ontgaan. 
 
 “We hebben hier alles,” verklaarde de vrouw. “Alles in biologische vorm.” Meteen begon ik producten te bedenken die in deze winkel ontbraken. De biologische dwerg had de waterbuffels even uit mijn gedachten verdreven. Mijn vriendin keek me waarschuwend aan en informeerde naar de biologische kaas. Deze was inderdaad aanwezig, werd netjes ingepakt en lag boven op de andere spullen in de rugzak toen we op de terugweg weer langs het bord “Waterbuffelboerderij” kwamen. Ik stopte en staarde naar het bord.  Een grote witte pijl nodigde de geïnteresseerde bezoeker uit om zelf een kijkje te nemen.
  
“Laten we gaan kijken,” zei ik. “Ik kan niet geloven dat er in Boxtel waterbuffels rondlopen. Er zijn grenzen.”
 
Een minuut later stonden we aan de rand van een modderig poeltje naar een kudde waterbuffels te kijken. Ze hadden grote, puntige witte horens. 
 
“Gezien?” informeerde mijn vriendin. “Waterbuffels. Aan de rand van het water. Pas op, er snuffelt er eentje aan je rugzak.”
 
Ik draaide me om, maar was te laat. Een van de waterbuffels had de biologische kaas te pakken. Hij hobbelde ermee naar zijn maatjes aan de waterkant, waar hij de kaas uit het vetvrije papier schudde, zodat het met een plofje in de modder veel. De beesten staarden met matige interesse naar de kaas, mijn vriendin was al op weg naar de fietsen. 
 
“Ik ga niet schrijven over die waterbuffels. Wat valt erover te zeggen? Er is niets gebeurd.”
 
De kat had het stoffen muisje te pakken en lag er op haar rug tevreden op te knauwen, terwijl de nacht bezit nam van de tuin en mijn vriendin de tafel begon af te ruimen.