woensdag 3 april 2013

Harry Mulisch en de stift van Viktor Fischer

Foto: flickr, by jurvetson
In zijn boek 'Voer voor psychologen', legt oeuvreschrijver Harry Mulisch de aantrekkingskracht van geschreven teksten uit. Deze aantrekkingskracht heeft te maken met helderheid. Onze dagelijkse levens zitten vol gerommel, maar het beschreven leven is kraakhelder en ligt 'gevat in het onbekende als een edelsteen in het erts.' De enige ervaring die met het lezen van een roman overeenkomt, is volgens Mulisch de ervaring van het kind. Ook een kind leeft het volstrekte leven, omringt als het is door het volstrekt onbekende.
  Zonder Mulisch tegen de postmortale schenen te willen schoppen, zou ik nog een derde mogelijkheid aan willen dragen.
  De blik op een gestifte bal met tegeneffect.
  Lang kabbelde de wedstrijd tussen Ajax en NEC op 31 Maart 2013 maar wat aan. En toen kreeg Viktor Fischer de bal. Hij passte naar Christian Eriksen. Die dribbelde wat en legde weer af op Fischer. Het was een fijn balletje. Niet heel erg moeilijk, maar toch werd het gedaan met liefde. Eriksen gaf de bal aan Fischer zoals een moeder haar baby op de commode legt.

  Fischer nam de bal nog even mee, en er gebeurde van alles. Er liepen spelers over het veld, op de tribune nieste een man. Gedachten dwaalden af, alleen Dennis Bergkamp trok een wenkbrauw op.
Fischer keek en deed het enige wat alles stilzette: hij stifte. Van de honderdduizend keuzes die hij had, koos hij voor de schoonste. Een vol stadion keek een paar seconden naar een bal met tegeneffect en hield de adem in, zoals een kind de adem in kan houden op een eerste winterdag. Daar vloog de bal, tergend traag, over een weerloos duikende Babos. Even stond alles stil, even was er totale helderheid. Een stadion vol volwassen mannen, al duizend keer teleurgesteld, zaten met open mond naar een draaiende diamant te kijken.