zaterdag 19 juli 2025

De computer haalt geen adem

De computer haalt geen adem
voelt de zon niet op zijn huid
ik praat soms wat met de einder
het haalt meestal weinig uit
 
Woorden zijn vrij zinloos
als je in de kosmos staart
abstracties zonder waarde
vervanging reeds gebaard
 
Soms denk ik dat ik stik in
het eeuwige vermaak
de computer snapt daar niets van
kwijt zich rustig van zijn taak
 
En nog altijd weet ik niks en niks
en niks en niks: het is wat het is


donderdag 17 juli 2025

Oorlog is geen moord

Laten we eens praten over de doden
die niet opzwellen en wegrotten
laten we lekker op vakantie gaan
in de Gazastrook
 
Oorlog is geen moord
het is een oud geloof
het is een heilige haat
het is veelbelovend onroerend goed
 
Oorlog is geen moord
bel de doden maar
vraag eens hoe het gaat
aan de andere kant van de lijn




zondag 13 juli 2025

Op naar de oorlog

 Nadat MAGA-aanhangers jarenlang door de Republikeinse partij waren opgefokt over het bestaan van een 'klantenlijst' van zedendelinquent Jeffrey Epstein, blijkt deze lijst nu de Republikeinen zelf aan de macht zijn helemaal niet te bestaan.
  Hier nemen de MAGA's uiteraard geen genoegen mee en het meest positieve dat hieruit voort kan komen, is dat zelfs tot deze halve garen eindelijk door gaat dringen dat Trump volstrekt niet in staat is om een coherent verhaal te vertellen dat langer dan drie zinnen duurt. 
  Bij de vierde zin gaat hij onvermijdelijk afdwalen naar Joe Biden, linkse radicalen, zijn eigen superioriteit of iets dat hij de vorige avond toevallig op tv heeft gezien. 
  Dat vonden die MAGA's helemaal prima zolang hij immigranten in concentratiekampen stopte en geld weghaalde bij arrogante studentjes, maar nu gaat het een keer over een onderwerp waar ze zich niet zo makkelijk bij laten afpoeieren.
  De MAGA's moeten en zullen de pedo's zien hangen en Trump begint het al aardig benauwd te krijgen.
  Wat is de oplossing? Als dit nog lang zo doorgaat, misschien toch maar een oorlog beginnen? Dat leidt lekker af en ruimt lekker op, zoals Jesse Welles heel aardig samenvat:

  

maandag 9 juni 2025

Park, kerk en windturbines

Toen ik nog in het centrum van Vught woonde, ging ik regelmatig in het Reeburgpark zitten lezen. Ik herinner me een zomer waarin ik naast het water een dappere poging deed om me door Ulysses heen te werken, wat me, net als in eerdere zomers, niet lukte. 
  Naast een van de bankjes in het park staat een gedicht van Petra van den Eerenbeemt, de eerste dorpsdichter van Vught:



Onlangs kreeg ik het heugelijke nieuws dat ik als nieuwe dorpsdichter mijn eigen poëziebankje mag maken. Denkend aan de vele uren die ik lezend in het park heb doorgebracht, heb ik het volgende gedicht ingestuurd:

Leeslint
 
Ga zitten, lees het park
als een boek. Laat de wolken
je hoofd bevolken. Beelden
verschijnen op het hemelblad
 
weerkaatsen tussen kwetterende
eenden, als uitroeptekens in de plas
 
die honden lokken, strakgetrokken
met riemen als verbindingsstrepen.
Losgehaakt gaan ze naar
 
onzichtbare sporen talen
snuffelen komma’s
in het gras, wijken uit voor
een fietser die met kromme rug
 
de pagina binnen zeilt. Het
voorwiel draaiend als een punt:
 
een open vraag
waarmee je verder kunt?


Het Reeburgpark ligt op een stevige steenworpafstand van de DePetrus, een kerk waarin onder meer de Vughtse bibliotheek is gevestigd. Voorop de kerk hangt een vitrinekast waarin een 'wisselgedicht' geplaatst kan worden. Ook hier mocht ik een gedicht voor schrijven:


Als een buiging van het licht

 

In de Vughtse Petrus dwaalt
een vrouw langs spitse bogen
ze kijkt door loden ruiten
naar de hemel in de hoogte
 
Het gekleurde licht wekt geen geloof
de materie is haar te vertrouwd
ze weet hoe het is opgebouwd
ziet enkel een fotonenboog
 
Haar blik daalt af, blijft rusten op
een lezer in een kring van licht
de wereld opent zich voor hem
in de taal van een gedicht
 
Hij lijkt in de ban van iets
wat zij zelf nergens vond
een hogere bezieling
een geloven zonder God
 
Door de kerk vonkt verwachting
als een buiging van het licht
zij kijkt hem vragend aan
hij reikt haar zwijgend zijn gedicht

Inmiddels woon ik niet meer in Vught, maar in Helvoirt, één van de dorpen die onder de gemeente Vught valt. Een ander dorp dat hieronder valt is Cromvoirt. Het buitengebied tussen Helvoirt en Cromvoirt was lang onderwerp van politiek debat: de Vughtse coalitie wilde hier windturbines plaatsen, om te voldoen aan groene doelstellingen. Totdat onlangs bij een stemming bleek dat de raad in meerderheid tegen was, reden voor PvdA-GroenLinks om uit de coalitie te stappen

Tegen wind


Politici in Vught met een groen ideaal
Droomden van stroom langs het Drongelens kanaal
Hoge molens moesten dat realiseren
Tot de wind in de raad begon te keren
 
Vijftien leden stemden tegen
De andere acht konden vertrekken
Nu moet de zon energie op gaan wekken
De raad heeft een klap van de molens gekregen.

zondag 4 mei 2025

Oorlogskruid

Een oorlog komt niet op
als onkruid na een onweersbui
maar overwoekert traag
de lang vertrouwde paden
 
gestaag zinken de zaden
in de akkers van de geest
we wilden het zo graag geloven
wij fanatieken en verdoofden
 
nu kruipen we over velden
omstrengeld door het oorlogskruid
verklonken aan de taaie aarde
verscholen in verlaten straten
 
elke ochtend oorlogsoogst
eindeloze rijen starre doden
we wilden het zo graag geloven
wij bleke bedekking voor de bodem
 
Geschreven voor de herdenking in Vught op 4 mei 2025

maandag 28 april 2025

Vroom

Op de vrijmarkt stond ik naast een oudere dame die gretig door een stapel kinderboekjes graaide. Ze viste een boekje uit de stapel: Dikkie Dik en Sinterklaas. Ze bladerde door het boekje en leek de schok van haar leven te krijgen.
  'Nee!' Vol ontzetting hield ze het boekje voor zich uit. 
  'Hier staat nog een Zwarte Piet in!'
  Triomfantelijk keek ze naar de verkoopster, die vermoeid terugkeek.
  'Dat is ook geschiedenis,' probeerde de vrouw.
  'Nee hoor,' schudde de oudere vrouw haar hoofd. 'Jammer, maar dat kan echt niet meer.'
  Geïnteresseerd nam ik haar op. Een echte ouderwetse deuger, die gewoon in het wild aan het deugen is, dat zie je niet vaak meer. 
  
  Je weet precies wat de lust en het leven van zo'n vrouw is. De complete vrijmarkt afspeuren op boekjes met Zwarte Piet, als een fanatieke ouderling die op zoek is naar pornografie bij zijn gemeenteleden.
  Ondertussen weet je ook behoorlijk zeker dat die hele slavernij-kwestie zo'n vrouw wezenlijk een zorg zal zijn. Als we tien jaar geleden hadden bedacht dat afbeeldingen van vuurtorens beledigend zijn voor mensen met rood haar, omdat die vroeger voor vuurtoren werden uitgescholden, was ze de hele vrijmarkt af gaan struinen om zoek naar vuurtorens. 
  En als ze drie straten verderop de Marokkanen in geblindeerde busjes stoppen, om af te voeren naar een gevangenis in El Salvador, kijkt ze niet op of om. 
  Twintig jaar later komt ze echter fanatiek in actie: dan speurt ze de vrijmarkt af op boekjes waarin busjes voorkomen, of plaatjes van El Salvador, want dat kan echt niet meer.

zondag 20 april 2025

Feestdagen

Er wordt wat afgefeest in de dorpen en de steden. De mensen hebben veel te vieren. Carnaval is net voorbij, of er wordt hierachter in het weiland alweer een gigantisch festivalterrein uit de grond gestampt. Voor zestig euro mag je jezelf een hele dag laten verdoven door een geestdodende technodreun. Een weekend lang waaien de bassen door het het dorp. Er valt niet aan te ontsnappen, het geluid draagt ver. 
  
  De welvarende mens is een feestend mens. 
  Misschien viert hij dat het goed met hem gaat, misschien feest hij om even aan zijn tot in de puntjes geregelde welvarende bestaan te ontsnappen. Terwijl de techno voortdreunt bouwen de kauwtjes hier tegenover gestaag door een hun jaarlijkse nest onder de zonnepanelen. Als het klaar is vieren ze geen feest, dan gaan ze lekker slapen.


Belijdenis in wei en kerk
 
In Helvoirt is de lente echt begonnen
Als de bassen dreunen in de weide
Een weekend lang niet te vermijden
Een wedergeboorte onder de zon
 
En als de tenten zijn neergehaald
Komt er ruimte voor de stilte
Een ritueel van licht en water
Tijdens de wake is ieder drager
 
Twee manieren om het leven te vieren
Twee manieren van verbondenheid
Een gedragen kaars als herrijzenis
Een partytent als belijdenis


Tussen Keienspellers en Dommelboarzen
 
Hé zwalkende man in het rood, geel en blauw
Waar kom je vandaan, vertel me eens gauw
 
Ik kom uit een plaats waar ze spelen met keien
In een dorp dat kijkt naar koeien die schijten
Er zijn prinsen in mantels en vrouwen met mutsen
Er zijn mensen die lachen en drinken en kussen
 
Wat heb je gezien, mijn geel-blauwe vrouw
Oh vertel me nu snel, vertel me nu gauw
 
Ik zag een dorp waar drank stroomt als water
Een Dommel van bier die stroomt door de straten
Met boarzen en vlaggen en hoppende bollekes
Met zingende zwaaiende stuiterende snollekes
 
Wanneer kom je weer terug, mijn grootogig kind?
Wanneer kom je weer terug, door regen en wind?
 
Ik blijf hier nog even een paar dagen wat hangen
Ik blijf hier nog even een paar dagen wat knallen
Ik speel en ik drink en ik zwier heel gezwind
Ik zing en het lijkt of ik mezelf hervind
 
Dus geef me nog even, ik word weer geboren
Dus geef me nog even, het begint weer van voren