Vier mannen zitten in een kantoor achter een brede tafel. Achter hun rug hangt het logo van Ajax levensgroot aan de muur. Op een bordje voor hun neus staat ‘directie’.
Man 1: ‘De volgende sollicitant is John Heitinga.’
Man 2: ‘Ah, Johnny. Een echte Ajacied. En een Hollandse jongen.’
Er valt een stilte, in de hoek tikt een klok traag de minuten weg.
Man 1: ‘Hij is iets te laat. Dat kan gebeuren.’
Man 2: ‘Natuurlijk, we zijn allemaal wel eens te laat.’
Na nog eens vijf minuten wachten vliegt de deur van de kamer open. Een man van een jaar of veertig met kaalgeschoren hoofd en enigszins verwilderde ogen valt naar binnen. Struikelend weet hij net nog op de stoel neer te komen die voor hem klaar staat.
Man 1: ‘John, je bent er. Goed om je te zien.’
Heitinga haalt een paar keer diep adem, probeert een wat rustiger houding aan te nemen en zegt:
‘Mijn excuses. Ik kon het niet vinden. Ik heb tien minuten naar dat kaartje beneden in de hal gestaard. Dat vind ik altijd zo moeilijk, om zo’n plattegrond te lezen. Dat je dan op dat kaartje naar links moet en dan weer naar rechts, maar dan begin je te lopen en raak je weer helemaal in de war.’
Man 2: ‘Maar je hebt het toch maar mooi gevonden. Je bent een echte doorzetter.’
Heitinga: ‘Toen ik voor de tweede keer de damestoiletten in was gelopen nam een aardige mevrouw me bij de arm en die heeft me hier naar binnen geduwd.’
Man 3: ‘Ha, Amsterdamse humor, daar houden we van. Wat wil je drinken Johnny? Koffie, thee?
Heitinga vervalt in een diep gepeins dat zeker een minuut duurt.
Man 2: ‘John, ben je er nog?’
Heitinga: ‘Sorry, keuzes maken vind ik vaak wat lastig. Doe maar thee. Of nee, toch koffie. Ja doe maar koffie. Ik ben ook een beetje zenuwachtig. Spreken voor een groep mensen ligt me niet zo.’
Man 4: ‘Nee, daar hebben we allemaal wel eens last van. Maar vertel eens, ben jij een echte Ajacied?
Als de deur een kwartier later dichtvalt achter een uitgeputte Heitinga, slaken de vier mannen een opgeluchte zucht.
Man 1: ‘Bel de gesprekken van morgen maar af. Wat een topper. Ik kan me niet voorstellen hoe dit mis kan gaan.’
Man 2: ‘Helemaal mee eens, dit is onze nieuwe trainer.’
Man 3: ‘Ik roep hem even achterna dat hij de verkeerde kant oploopt.’
Man 4: ‘En hij is zijn tas vergeten.’





