vrijdag 24 mei 2024

Yuppen (6): Voortschrijdend inzicht

Pexels
Mark zit op de bank naar zijn smartphone te staren. Boven klinkt het gezang van Ellen-Fleur die de kleine Lotte-Sophie in slaap probeert te sussen. 
  'En', vraagt Ellen-Fleur als ze na tweeënhalf liedje op haar sokken de trap af is geslopen.
  Mark zucht. 
  ‘Ik weet het niet meer. Het is allemaal zo ingewikkeld geworden.’
  ‘Hoezo ingewikkeld?’
 Hij hoort dat ze eigenlijk haar stem zou willen verheffen, maar zich inhoudt vanwege Lotte-Sophie.
  ‘Als je voor de Palestijnen bent, ben je een antisemiet. Als je voor Israël bent, ben je Islamofoob. En wat die studenten doen, dat is toch niet normaal meer? Zo’n hele universiteit vernielen, wie heeft daar nou wat aan?’
  Ellen-Fleur loopt driftig naar de keuken om twee koppen kruidenthee in te schenken. Ze zet een mok voor Mark neer, met ‘Liefste vader van de hele wereld’ erop geschreven.
  ‘Je wordt toch niet rechts,’ vraagt ze met een stem die gevaarlijk dicht tegen de Lotte-Sophie-drempel aanzit.
  ‘Dat hoor je steeds vaker, bij mannen van jouw leeftijd. Dat ze ineens rechtse praatjes gaan verkopen.’
  ‘Straks gaat Lotte naar de universiteit. Zou je willen dat ze daartussen terecht komt?’
  Hij knikt naar de tv die zonder geluid aanstaat. Jongemannen met sjaals voor hun gezicht staan computerschermen kapot te gooien. Op de muur van het universiteitslokaal is met slordige letters iets over 7 oktober gekalkt. Ellen-Fleur staart naar het scherm, ze vertrekt haar gezicht, alsof ze iets vies door moet slikken.
  ‘Maar we moeten toch iets doen? Wat staat er bij Maurice en Janneke?’
  ‘Ik zie alleen maar babyfoto’s bij Maurice. En bij Janneke een recept voor worteltaart.’
  ‘Worteltaart?’
  ‘Worteltaart met prei. Het ziet er wel lekker uit.’
   ‘Doe maar iets van John Lennon,’ besluit Ellen-Fleur terwijl ze met een zucht haar kop thee op het tafeltje zet. De harde tik zorgt voor een onmiddellijke kreet vanuit het kamertje van Lotte-Sophie. 
  'En stuur dat recept van worteltaart naar me door, sist Ellen-Fleur terwijl ze de trap opschiet. 
  Mark gaat op zoek naar een citaat van John Lennon dat toepasselijk, maar niet al te voorspelbaar is. Ondertussen ziet hij hoe een activist hardhandig een politiebusje in wordt gewerkt.
  ‘Heel goed,’ mompelt hij. ‘Opbergen dat verwende tuig.’
  Verschrikt draait hij zijn hoofd naar het trapgat, maar tot zijn opluchting hoort hij Ellen-Fleur boven alweer een liedje aanheffen.

vrijdag 3 mei 2024

Onderzoek

Pexels
Er scharrelden twee mensen door mijn voortuin: een man van middelbare leeftijd en een meisje van een jaar of zestien. Ze schopten wat grind weg, tuurden tussen de hortensia’s en maakten een wat hulpeloze indruk.
  ‘Zoeken jullie iets?’
  ‘Een QR-code,’ zei de man verbolgen. ‘Voor de speurtocht. Die zou hier moeten zijn.’
  Een paar dagen later verschafte iemand op de tennisclub opheldering: in aanloop naar een groot dorpsfeest dat over enkele weken gehouden zou worden, was er een speurtocht door het hele dorp uitgezet. Aan de hand van GPS-coördinaten werden mensen van QR-code naar QR-code geleid, die ze vervolgens moesten scannen. Een doortastende tennisser had de QR-code bij mijn huis wel gevonden. Die bleek niet in mijn voortuin verstopt te zijn, maar achter mijn huis, de hoek om, weer een hoek om en dan ergens in een achterafstraatje. Helaas kregen mensen dat achterafstraatje dus niet op hun mobiel door, maar wel de voorkant van mijn huis.
 
  Je bent al een uurtje of twee aan het speuren en nu sta je ergens in een voortuin als een idioot zonder veel succes tussen het grind te schoffelen terwijl je je lichtelijk bezwaard voelt dat je je op iemands privéterrein bevindt. Hoe reageer je als de bewoner van het pand verschijnt om je uit te leggen hoe de vork in de steel zit? De overwegende reactie van mannen is: milde verbazing tot lichte irritatie.
  ‘Hij geeft toch echt hier als locatie aan.’
  ‘Dan klopt het niet.’
  ‘Dat is dan niet goed gedaan.’
  ‘Dat hebben ze niet goed geregeld.’
 
  De reactie van vrouwen is overwegend: medeleven met de ongelukkige situatie waarin ik me bevind.
  ‘Jij krijgt al die mensen in je tuin!’
  ‘Daar ben je mooi klaar mee dan.’
  ‘Kan jij hier de hele dag de weg wijzen.’
 
  De reactie van de kinderen is: onmiddellijk in de juiste richting rennen. Kinderen lijken wat dat betreft vrij veel op mijn katten. Als ik daar een speeltje van afpak en het weggooi vragen ze niet wat me bezielt, ze miauwen niet dat dat toch geen pas geeft. Ze schakelen onmiddellijk door en zijn in staat in hun enthousiasme meteen keihard onder een auto te lopen.
 
 Speciale vermelding verdienen jongedames in de middelbare schoolleeftijd. In het gezelschap van slechts hun vader, nemen die vanzelfsprekend de moederrol op zich. Terwijl hun vader een paar meter verderop nog wat schaapachtig om zich heen staat te turen, verontschuldigen ze zich al charmant voor het schoppen tegen mijn grind en de algehele overlast.
  Het zou interessant zijn ook de gespiegelde duo’s te observeren: moeders met een zoon van middelbare schoolleeftijd. Helaas ben ik die nog niet tegengekomen. Sowieso schitteren jongens in de leeftijd van twaalf tot vierentwintig jaar bij deze speurtocht door afwezigheid, een interessant fenomeen waarvan de analyse zich helaas buiten de scope van dit onderzoek bevindt.