vrijdag 23 augustus 2019

Spanning

Foto: Wikipedia
Wat maakt de films van Quentin Tarantino zo goed? Hier zijn vele antwoorden op mogelijk, zoals de scherpe dialogen, de uitgewerkte karakters, de fraaie cinematografie.
  Maar laten we vooral de spanning niet vergeten.
  Als je een film van Tarantino bekijkt, herinner je je ineens weer wat de essentie is van verhalen vertellen: de toeschouwer nieuwsgierig maken naar hoe het verder gaat.
  Hoe vaak zit je niet naar een film te kijken, of een boek te lezen, op de automatische piloot: eigenlijk weet je al precies wat er gaat gebeuren, je hebt het al honderd keer eerder gezien en het kan je überhaupt maar matig schelen hoe het verder gaat.

  Dat ze het lekker uitzoeken met mekaar.

  Maar Tarantino doet een paar dingen erg goed: hij creëert karakters waar je bij betrokken raakt, die in situaties verzeild raken waarin de spanning steeds verder oploopt, terwijl je werkelijk geen flauw idee hebt hoe het af gaat lopen.

  Dan zit je ineens op het puntje van je stoel.
  In Once Upon a Time raakt de übercoole stuntman Cliff Booth bijvoorbeeld verzeild in een woordenwisseling met de legendarische vechtkunst-acteur Bruce Lee. De twee mannen dagen elkaar uit en uiteindelijk wordt het knokken. Terwijl de spanning stijgt heb je geen flauw benul welke ontknoping deze scène gaat krijgen, het enige dat je weet is dat het alle kanten op kan gaan.
  Die spanning creëren bij kijkers die door jarenlange media-overvoering volkomen blasé geworden zijn: dat noemen we vakmanschap.