Foto: RGB Free, by julos |
Gisteren zaten er bij Pauw een stuk of
dertig werkeloze vijftigplussers ontzettend beteuterd voor zich uit
te kijken. De reden van het beteuterd zijn was duidelijk: geen enkele
werkgever had behoefte aan hun diensten. Vreemd genoeg leken ze hier
nog steeds geen van allen echt met hun hoofd bij te kunnen.
Mij lijkt het dat deze mensen een
gezegend leven hebben geleid: vijftig jaar lang hebben ze blijkbaar
het waanidee gehad dat de wereld werkelijk op ze zat te wachten. Die ervaring pakt niemand ze meer af.
De robots komen eraan, steeds meer werk
wordt geautomatiseerd. De werkplaats wordt een veredelde sociale
tijdsverpozing en mensen hebben nu eenmaal liever dartele twintigers
om zich heen dan uitgebluste vijftigers.
Er zijn steeds minder mensen die echt
iets kunnen wat toegevoegde waarde heeft, dus wordt er meer en meer
geselecteerd op de ik-mag-je-factor.
Maar ook voor de veertigers,
dertigers en twintigers zal de werk-illusie behoorlijk snel
verdwijnen: er is niets wat jij kan doen dat een robot niet twintig
keer zo efficiënt kan doen, zonder gezeur om een dertiende maand.
Vroeger produceerde één boer wat vlees en eieren, dat kwam via transportbedrijven en winkels bij de klant terecht. Straks produceert één boer dankzij robotisering duizend keer zoveel vlees en eieren, dat zonder enige tussenkomst van mensen bij de klant terecht komt. Dat zijn dus honderden werknemers van transportbedrijven en winkels die geen baan meer hebben, maar wel in leven moeten worden gehouden.
Het hele idee van werken voor je geld
wordt ouderwets, niemand kan concurreren met een robot. Alleen
een paar mensen die er echt bovenuit steken zijn nog nodig voor het
creëren van welvaart, de rest kan thuis gaan zitten wachten tot het
ge-automatiseerde systeem de maandelijkse toelage overmaakt.
De toekomst: zeven miljard mensen die
er maar niet bij kunnen dat de wereld geen behoefte aan hun unieke
talenten heeft.