RGB Free, by GESINEK |
'U houdt echt van boeken', stelt een meisje achter een kraampje vast. Even verderop uit iemand het vermoeden dat ik de andere boeken van een schrijver 'zeker allemaal al heb.' Toch is het een geslaagde rooftocht, met als hoogtepunt een Faust uit 1949.
Goethe schreef zijn Faust in de 18e en 19e eeuw, er verscheen een Nederlandse vertaling van de Wereldbibliotheek in April/Mei 1911, later een 'vijfden druk' in 1949 en op 27 april 2017, Koningsdag, pak ik een van die vijfde drukken uit 1949 op en vraag hoeveel het moet kosten.
'Vijftig cent.'
Het zal wel aan mij liggen, maar ik word een beetje giechelig van de Faust voor vijftig cent.
Het voorwoord uit 1911 is geschreven door een zekere Carel Steven Adama van Scheltema, die kort medicijnen studeerde, toneelspeler werd om zich daarna 'geheel aan de literatuur te wijden.'
Deze Scheltema schreef een mooi voorwoord, waaruit echter wel weer eens blijkt dat het achteraf inderdaad mooi wonen is.
Volgens de tot de literatuur bekeerde voormalig medisch student kon de twintigste eeuw wel eens een periode van prachtige renaissance worden, waarin Goethe's waarden volop tot bloei zouden komen:
Bedriegen niet alle tekenen, dan beweegt onze tijd zich opnieuw van een verbrokkelde veelheid tot een nieuwer en hoger eenheid, van een verwarde verbijzondering tot een nieuwe, begrepen en beheerste algemeenheid [...] en zal de toekomst onzer eeuw misschien eenmaal als de grote wedergeboorte beschouwen.
Het lijkt erop dat die verbrokkelde veelheid zich iets minder makkelijk tot een eenheid liet smeden dan Adama van Scheltema in 1911 voorzag.