zaterdag 14 augustus 2021

Terug naar Vught (channeling Jan Wolkers)

RGB Free, by bertvthul
 Ik herken de slagerij bijna niet meer terug. Een groene poort sluit het steegje af waar vroeger de koeien doorheen werden geleid. Alleen een koperen ring aan de muur herinnert nog aan het bloedige verleden.
    Mijn vader die achter in de tuin de varkens slachtte.
  
  Ik ben toen een nacht niet thuisgekomen. Ik zwierf door de bossen van Bergenshuizen. Vanuit een boom keek ik naar het tennisspel van rijkeluisdochters in witte rokjes. Ik stelde me voor dat zo'n meisje mijn vriendinnetje was en dat ik haar meenam naar het kerkhof aan de Elisabethstraat. 
  Daar vond je de mooiste torren en kevertjes, die blaakten van gezondheid dankzij al die rottende lijken onder de protserige praalgraven van Vughtse notabelen die met zo'n zuil alvast een voorschot hoopten te nemen op een ereplaatsje in de hemel.
 Het mooiste was het wanneer er een Molukker werd begraven. Dan was er muziek en werd er gezongen en dat voelde op de een of andere manier veel logischer dan die treurige bleke smoelen die je daar normaal gesproken zag. 
  Uiteindelijk moest ik natuurlijk toch weer naar huis en achter op het plaatsje lag nog steeds het bloed van die varkens en ik had alleen mijn kevertjes die ik op mijn kamer op de vensterbank in een potje stopte om me een beetje af te leiden, tot mijn broer die potjes pesterig naar beneden gooide en zei dat het vliegende herten waren.
  Van de slagerij tot Bergenshuizen is het nu helemaal volgebouwd, je moet drie rotondes over om weer in de velden richting Esch te komen. Daar fietste ik vroeger naar mijn baantje in het bejaardentehuis, waar ik als een tovenaarsleerling in een gigantische bak soep stond te roeren die even later in de grote zaal door al die tandeloze bekkies werd opgeslurpt. 
  Een van die oude mannen vroeg altijd hoe het met mijn meisje ging en dan zei ik dat ze tenniskampioen was geworden en dan lachte hij en hij geloofde er niets van, maar hij speelde het spelletje wel altijd mee en daarom gaf ik hem een extra goed gevulde kom soep, totdat die man ook naar de Elisabethstraat werd gebracht en toen ben ik met dat baantje gestopt, ik had er toch allang weer genoeg van.