maandag 9 juni 2025

Park, kerk en windturbines

Toen ik nog in het centrum van Vught woonde, ging ik regelmatig in het Reeburgpark zitten lezen. Ik herinner me een zomer waarin ik naast het water een dappere poging deed om me door Ulysses heen te werken, wat me, net als in eerdere zomers, niet lukte. 
  Naast een van de bankjes in het park staat een gedicht van Petra van den Eerenbeemt, de eerste dorpsdichter van Vught:



Onlangs kreeg ik het heugelijke nieuws dat ik als nieuwe dorpsdichter mijn eigen poëziebankje mag maken. Denkend aan de vele uren die ik lezend in het park heb doorgebracht, heb ik het volgende gedicht ingestuurd:

Leeslint
 
Ga zitten, lees het park
als een boek. Laat de wolken
je hoofd bevolken. Beelden
verschijnen op het hemelblad
 
weerkaatsen tussen kwetterende
eenden, als uitroeptekens in de plas
 
die honden lokken, strakgetrokken
met riemen als verbindingsstrepen.
Losgehaakt gaan ze naar
 
onzichtbare sporen talen
snuffelen komma’s
in het gras, wijken uit voor
een fietser die met kromme rug
 
de pagina binnen zeilt. Het
voorwiel draaiend als een punt:
 
een open vraag
waarmee je verder kunt?


Het Reeburgpark ligt op een stevige steenworpafstand van de DePetrus, een kerk waarin onder meer de Vughtse bibliotheek is gevestigd. Voorop de kerk hangt een vitrinekast waarin een 'wisselgedicht' geplaatst kan worden. Ook hier mocht ik een gedicht voor schrijven:


Als een buiging van het licht

 

In de Vughtse Petrus dwaalt
een vrouw langs spitse bogen
ze kijkt door loden ruiten
naar de hemel in de hoogte
 
Het gekleurde licht wekt geen geloof
de materie is haar te vertrouwd
ze weet hoe het is opgebouwd
ziet enkel een fotonenboog
 
Haar blik daalt af, blijft rusten op
een lezer in een kring van licht
de wereld opent zich voor hem
in de taal van een gedicht
 
Hij lijkt in de ban van iets
wat zij zelf nergens vond
een hogere bezieling
een geloven zonder God
 
Door de kerk vonkt verwachting
als een buiging van het licht
zij kijkt hem vragend aan
hij reikt haar zwijgend zijn gedicht

Inmiddels woon ik niet meer in Vught, maar in Helvoirt, één van de dorpen die onder de gemeente Vught valt. Een ander dorp dat hieronder valt is Cromvoirt. Het buitengebied tussen Helvoirt en Cromvoirt was lang onderwerp van politiek debat: de Vughtse coalitie wilde hier windturbines plaatsen, om te voldoen aan groene doelstellingen. Totdat onlangs bij een stemming bleek dat de raad in meerderheid tegen was, reden voor PvdA-GroenLinks om uit de coalitie te stappen

Tegen wind


Politici in Vught met een groen ideaal
Droomden van stroom langs het Drongelens kanaal
Hoge molens moesten dat realiseren
Tot de wind in de raad begon te keren
 
Vijftien leden stemden tegen
De andere acht konden vertrekken
Nu moet de zon energie op gaan wekken
De raad heeft een klap van de molens gekregen.

zondag 4 mei 2025

Oorlogskruid

Een oorlog komt niet op
als onkruid na een onweersbui
maar overwoekert traag
de lang vertrouwde paden
 
gestaag zinken de zaden
in de akkers van de geest
we wilden het zo graag geloven
wij fanatieken en verdoofden
 
nu kruipen we over velden
omstrengeld door het oorlogskruid
verklonken aan de taaie aarde
verscholen in verlaten straten
 
elke ochtend oorlogsoogst
eindeloze rijen starre doden
we wilden het zo graag geloven
wij bleke bedekking voor de bodem
 
Geschreven voor de herdenking in Vught op 4 mei 2025

maandag 28 april 2025

Vroom

Op de vrijmarkt stond ik naast een oudere dame die gretig door een stapel kinderboekjes graaide. Ze viste een boekje uit de stapel: Dikkie Dik en Sinterklaas. Ze bladerde door het boekje en leek de schok van haar leven te krijgen.
  'Nee!' Vol ontzetting hield ze het boekje voor zich uit. 
  'Hier staat nog een Zwarte Piet in!'
  Triomfantelijk keek ze naar de verkoopster, die vermoeid terugkeek.
  'Dat is ook geschiedenis,' probeerde de vrouw.
  'Nee hoor,' schudde de oudere vrouw haar hoofd. 'Jammer, maar dat kan echt niet meer.'
  Geïnteresseerd nam ik haar op. Een echte ouderwetse deuger, die gewoon in het wild aan het deugen is, dat zie je niet vaak meer. 
  
  Je weet precies wat de lust en het leven van zo'n vrouw is. De complete vrijmarkt afspeuren op boekjes met Zwarte Piet, als een fanatieke ouderling die op zoek is naar pornografie bij zijn gemeenteleden.
  Ondertussen weet je ook behoorlijk zeker dat die hele slavernij-kwestie zo'n vrouw wezenlijk een zorg zal zijn. Als we tien jaar geleden hadden bedacht dat afbeeldingen van vuurtorens beledigend zijn voor mensen met rood haar, omdat die vroeger voor vuurtoren werden uitgescholden, was ze de hele vrijmarkt af gaan struinen om zoek naar vuurtorens. 
  En als ze drie straten verderop de Marokkanen in geblindeerde busjes stoppen, om af te voeren naar een gevangenis in El Salvador, kijkt ze niet op of om. 
  Twintig jaar later komt ze echter fanatiek in actie: dan speurt ze de vrijmarkt af op boekjes waarin busjes voorkomen, of plaatjes van El Salvador, want dat kan echt niet meer.

zondag 20 april 2025

Feestdagen

Er wordt wat afgefeest in de dorpen en de steden. De mensen hebben veel te vieren. Carnaval is net voorbij, of er wordt hierachter in het weiland alweer een gigantisch festivalterrein uit de grond gestampt. Voor zestig euro mag je jezelf een hele dag laten verdoven door een geestdodende technodreun. Een weekend lang waaien de bassen door het het dorp. Er valt niet aan te ontsnappen, het geluid draagt ver. 
  
  De welvarende mens is een feestend mens. 
  Misschien viert hij dat het goed met hem gaat, misschien feest hij om even aan zijn tot in de puntjes geregelde welvarende bestaan te ontsnappen. Terwijl de techno voortdreunt bouwen de kauwtjes hier tegenover gestaag door een hun jaarlijkse nest onder de zonnepanelen. Als het klaar is vieren ze geen feest, dan gaan ze lekker slapen.


Belijdenis in wei en kerk
 
In Helvoirt is de lente echt begonnen
Als de bassen dreunen in de weide
Een weekend lang niet te vermijden
Een wedergeboorte onder de zon
 
En als de tenten zijn neergehaald
Komt er ruimte voor de stilte
Een ritueel van licht en water
Tijdens de wake is ieder drager
 
Twee manieren om het leven te vieren
Twee manieren van verbondenheid
Een gedragen kaars als herrijzenis
Een partytent als belijdenis


Tussen Keienspellers en Dommelboarzen
 
Hé zwalkende man in het rood, geel en blauw
Waar kom je vandaan, vertel me eens gauw
 
Ik kom uit een plaats waar ze spelen met keien
In een dorp dat kijkt naar koeien die schijten
Er zijn prinsen in mantels en vrouwen met mutsen
Er zijn mensen die lachen en drinken en kussen
 
Wat heb je gezien, mijn geel-blauwe vrouw
Oh vertel me nu snel, vertel me nu gauw
 
Ik zag een dorp waar drank stroomt als water
Een Dommel van bier die stroomt door de straten
Met boarzen en vlaggen en hoppende bollekes
Met zingende zwaaiende stuiterende snollekes
 
Wanneer kom je weer terug, mijn grootogig kind?
Wanneer kom je weer terug, door regen en wind?
 
Ik blijf hier nog even een paar dagen wat hangen
Ik blijf hier nog even een paar dagen wat knallen
Ik speel en ik drink en ik zwier heel gezwind
Ik zing en het lijkt of ik mezelf hervind
 
Dus geef me nog even, ik word weer geboren
Dus geef me nog even, het begint weer van voren

zondag 9 maart 2025

Strijd

In zijn boekje 'Aanvallend spel. Over het schrijven van een roman' stelt Thomas Rosenboom dat het literaire personage een strevend personage is:  

In een goede roman veroorzaakt het streven van de hoofdpersoon altijd een strijd, speelt zich een wedstrijd af, en daarom kost het geen enkele moeite zo'n boek uit te lezen. 

Rosenboom geeft enkele voorbeelden om zijn stelling te ondersteunen:

Wat wil Medea? Jason straffen
Wat wil Frank Laarmans? Kaas verkopen
Wat wil kapitein Ahab? Moby Dick doden
Wat wil Dorian Gray? Eeuwig jong blijven

Ik moest aan deze stelling denken na het zien van 'A Complete Unknown', de film over Bob Dylan. Na het zien van die film kun je je afvragen: wat wil Bob Dylan? 
  Het dichtst in de buurt komt misschien een antwoord aan zijn vriendinnetje als ze ergens in een eetcafé zitten: 'I wanna be a musician that eats'. Hij is op dat moment nog niet doorgebroken en zijn vriendinnetje mag de rekening betalen.
  Het klinkt een beetje als een typische 'doe-maar-gewoon-het-is-allemaal-niet-zo-belangrijk' Dylan-zinnetje, maar er zou wel eens een kern van waarheid in kunnen zitten. De film draait voor een groot deel om Dylans meest in het oog springende eigenschap: hij wil vooral een heleboel dingen niet zijn. 
  Hij wil geen spreekbuis voor een generatie zijn, hij wil niet het boegbeeld van de idealistische folk-beweging zijn. Maar hij wil wel een muzikant zijn, en dat is natuurlijk ook een streven. Het is alleen een streven dat zich niet zo makkelijk in drama laat vertalen: het is de strijd met jezelf. De strijd om een instrument onder de knie te krijgen, om teksten te schrijven, om innovatief te zijn, jezelf altijd te blijven ontwikkelen. 
  De kunstenaar is een continue strijd met zichzelf verwikkeld en, als hij een beetje ambitie heeft, met zijn vakgenoten. In A Complete Unknown is daar echter niet zoveel van te merken, de geniale liedjes stromen uit de mompelende krullenbol als water uit de kraan. Dylan lijkt in de film daardoor wel een beetje op De idioot van Dostojevski. Een van de weinige tegenvoorbeelden die Rosenboom van zijn stelling over strevende personages geeft:

 In zijn bijna onnozele onschuld verkeert hij in een volmaakte eenheid met zichzelf, net als een bloem of een heilige, hij kent geen hoop of teleurstellingen en vormt zo als het ware het volstrekt onveranderlijke, onkwetsbare en neutrale, om niet te zeggen lege centrum van de roman. 

In A Complete Unknown heeft Dylan ook wel wat van een halve heilige. De vrouwen krijgen in elk geval geen vat op hem en dat is dan ook precies waar het drama vandaan komt, net als bij De Idioot: onder de bijfiguren.
  Joan Baez is er wel klaar mee als Dylan in haar slaapkamer onverstoord aan zijn zoveelste liedje zit te schrijven zonder haar verder nog een blik waardig te keuren en gooit de jonge bard de deur uit. En Suze Rotolo (in de film veranderd in Sylvie Russo) krijgt een dramatische afscheidsscène, als ze zich realiseert dat ze nooit enige vat op het 'lege centrum' van de film gaat krijgen.

  Maar het sterkste strevende personage in de film is toch wel Pete Seeger, geweldig gespeeld door Edward Norton. Die vangt precies het bijna pijnlijk naïeve idealisme van Seeger, die oprecht denkt dat je met een akoestische gitaar de wereld kan verbeteren. En hij krijgt nog gelijk ook, als de jaren-zestig-generatie daadwerkelijk, onder meer gesteund door Dylans muziek, de barricaden van conservatief Amerika begint te bestormen.
  Helaas voor Seeger is dit ook meteen het begin van het einde voor de in rap tempo oubollig wordende folk-beweging. Dylan gaat elektrisch en de nieuwe generatie is niet meer te porren om in een kringetje 'Kumbaya My Lord' te gaan zitten zingen. 
  De pijn bij Seeger als hij ziet hoe de muzikale tijden veranderen is voelbaar, juist omdat hij er zo diep betrokken bij is.
   In 2014 is hij op 94-jarige leeftijd overleden. Had hij nog iets langer geleefd, dan had hij tot zijn eigen verschrikking kunnen constateren dat de dingen waar hij in 1964 over zong, weer akelig relevant beginnen te worden.

zaterdag 1 maart 2025

Incapabel

Een paar weken geleden heb ik The Sopranos uitgekeken. Deze maffiaserie draait om Tony Soprano, een meesterlijke rol van James Gandolfini. In het laatste seizoen doen de makers van de serie duidelijk hun best om Tony zo negatief mogelijk neer te zetten. Waar hij in de eerste seizoenen nog wel voor rede vatbaar lijkt en over empathie lijkt te beschikken, verandert hij de laatste afleveringen in een impulsieve, egoïstische, achterlijke idioot.
  Een van de redenen hiervoor schijnt te zijn dat het publiek Tony te sympathiek vond en dat beviel de makers niet, dus deden ze er qua hufterigheid op het einde nog een paar schepjes bovenop.

  Toen ik het gesprek tussen Zelensky, Trump en Vance zag, moest ik meteen aan The Sopranos denken. Trump en Vance gedragen zich als maffiabaasjes die een ondergeschikte tot de orde proberen te roepen. Ze maken zich fysiek groot, blaffen hem af en wijzen hem terecht. Met name het gebrek aan ‘respect’ lijkt Vance bijzonder te storen. Dat is typisch de logica van de maffia: wij zijn sterk, jij bent zwak. Dus kus de ring en kruip je, of we slaan je hersens in met een huishoudelijk apparaat dat toevallig in de buurt ligt.
   Dat Trump en Vance zich gedragen als wanna-be wiseguys is misschien niet eens zo verrassend. Wat wel verrassend is, is hoe verschrikkelijk slecht ze erin zijn. 
  Ze zijn niet eens de succesvolle Tony Soprano uit de eerste paar seizoenen. Die leefde mee met zijn ondergeschikten en deed zelfs zijn best om een homofiele onderbaas uit de handen van zijn wraakzuchtige collega’s te houden. Met name Vance lijkt meer op de doorgedraaide Tony uit de laatste paar afleveringen: impulsief, veel te snel gekwetst, de onzekerheid en frustratie spatten er vanaf.
    
  Het Witte Huis wordt momenteel niet alleen bezet door maffia, maar ook nog eens door volledig incapabele maffia. Als je wil weten hoe het met incapabele maffia afloopt, moet je maar eens een aflevering van The Sopranos opzetten. Bijvoorbeeld die met Fat Dom. Fat Dom leek het wel een goed idee om bij de concurrentie naar binnen te wandelen en grapjes te maken over die homofiele collega :



maandag 24 februari 2025

Actualiteit

Als kersverse dorpsdichter zit ik bovenop de lokale actualiteit. Zo las ik dat in er in Helvoirt noodlokalen komen voor Oekraïense kinderen. En in Vught is een pannakooi neergezet voor Vughtse kinderen. Beide gebeurtenissen hebben me geïnspireerd tot een gedicht:


Een nieuw verhaal


Als hij ver van huis is
omdat zijn huis niet meer bestaat
Als hij met zijn moeder
door onbekende straten gaat
 
Als ze in het vreemde dorp
voor het eerst de woorden hoort
in een taal die ze niet verstaat
een natte-aarde-taal
 
Als ze hun woorden kwijt zijn
de nieuwe nog niet kennen
als ze verdwalen in wind en gras
van dit natte groene land
 
Als ze worden neergezet tussen
kinderen van klei en
kinderen van ijs, met oude
en met nieuwe taal
 
Dan ademen ze in en weten:
er begint een nieuw verhaal
 


Een panna geven

In de pannakooi is het
overleven, geen tablets en
pagina’s vegen, maar
bewegen, je wacht
even op het
juiste moment, je stapt
de ander hapt 
je slaat toe maar je was
te traag
 
nu hou je angstvallig
je poten gesloten
 
te laat
 
lachende hoon is je deel
slechts één ding dat baat: snel
die bal weer onder je voeten en
 
schuiven, draaien, tikken
faken en dan, precies
op het juiste moment:
die bal tussen de schenen
vergeefs klappende benen
 
je lacht
 
een panna geven is leven
je bent baas voor een flits
tot je weer mist. In de kooi
duurt een zege nooit lang.

donderdag 6 februari 2025

Cirkel

Halverwege de jaren negentig bestudeerde ik in het lokaal van meneer Wetzer de ondergang van Macbeth. Over de verrader Cawdor lazen we: 


Nothing in his life
Became him like the leaving it

Een tekst die ook over Jim Morrison had kunnen gaan, wiens teksten me meer aanspraken dan het vrij onbegrijpelijke Engels van Shakespeare: 


Let's swim to the moon
Let's climb through the tide
Penetrate the evenin' that the
City sleeps to hide

Dertig jaar later zit ik weer in een lokaal met meneer Wetzer en we zijn weer met teksten bezig. Aspirant dorpsdichters en voormalige dorpsdichters werken samen aan gedichten, lezen voor, discussiëren. Aan het eind maakt meneer Wetzer de nieuwe dorpsdichter van Vught bekend. Hij looft mijn winnende gedicht 'Wat je lichaam weet' en benoemt de manier waarop ik het spelen van muziek in de eerste regels verwerkt heb. 
  Het heeft iets van een cirkel, als je een beetje met je ogen knijpt en van goede wil bent. 


Wat je lichaam weet 

Zoals noten zich in je vingers zingen
je handen een melodie blindelings vinden
zo kunnen een bankje, een speelterrein
voor altijd je lichaam binnendringen
 
Een weerhaak in je maag geslagen
een lijn die je het park inhaalt
je hart klopt feller, je mond valt droog
hier zaten jullie oog in oog
 
En verderop, het veldje achter
voor altijd in je vastgeroest
een rekstok in de schemering
haar handen die de stang omsloten
 
Je schommelt traag en stopt abrupt
zet je schrap in eigen schreden
je lichaam zal het nooit vergeten
pint je vast in tijdloos heden

vrijdag 17 januari 2025

Rentmeesterschap

En de Heere God nam de mens en zette hem
in de hof van Eden om
die te bewerken en te onderhouden.
 
Dat is dan toch ergens
misgegaan. Je hoeft alleen maar de weg
op te gaan. Dode egels tellen.
Die pootjes en die snuit
zo’n bolletje dat vermorzeld wordt.
 
Tijd om een oordeel te vellen.
 
Voor het gericht hoeven niet eens
de miljarden mishandelde varkens geteld.
Een blik op het asfalt volstaat
 
Mensheid: voorgoed ongeschikt verklaard.

donderdag 9 januari 2025

Een belangrijke stem

Aisha M. schrijft columns
over lange blanke mannen
 
Ze ziet ze overal: op de werkvloer, in het park
 
Ze stellen nooit een vraag, of juist te veel
Ze staan lang om haar heen, of negeren haar
Ze dragen lange gele sokken
Ze zijn slecht in dates
Ze zijn middelmatig en komen ermee weg
Ze spreken geen straattaal, terwijl Aisha
zich juist zo fijn bij straattaal voelt
 
Waarom kan de wereld niet uit louter Aisha’s bestaan?
 
Vrouwen die ook zijn opgegroeid
in multicultureel Amsterdam
Die net zo praten als Aisha
 
Er zit weinig anders op
dan door te blijven schrijven
over lange blanke mannen en hun
lange gele sokken en hun
terugwijkende haargrens en hun
beroerde communicatie-skills
 
Aisha M. is een belangrijke stem
in het hedendaags debat.

zondag 5 januari 2025

Herkenning

Bij de neefjes op bezoek
Een paar maanden niet gezien
Ze leken me nog steeds te kennen

Ze gooiden een dino tegen de muur
Plak!
Tegen de muur

Ze legden een scheetkussen op een stoel
Prrt!
Dat bleef grappig

Ze renden achter een voetbal aan
Hier!
Dat ging vrij fanatiek

Maar het meeste herkende ik toch
in mijn nichtje
dat een indrukwekkende keel opzette

Telkens als iemand anders
haar boek wilde lezen