woensdag 6 juni 2012

Nieuwe media (2)

Foto: flickr, by Zhao Shouren
Als hij binnenkomt ruikt hij meteen dat het mis is. Hij trekt de donkergroene gordijnen open, een smoezelig licht valt de zolderkamer binnen. Het regent al de hele maand, boven zijn bed zit een lek, het matras op zijn bed is doorweekt.
  'Zachtjes tikt de regen tegen het zolderraam', mompelt hij, en hij loopt naar het keukentje om een pan te pakken. Als hij met de pan in de hand de kamer weer in loopt klappert het kattenluik, zijn doorweekte kater loopt in een rechte lijn naar zijn mand in de hoek en krult zich tot een bolletje.
  'Mijn kat erkent mijn bestaan niet', denkt hij. Hij zet de pan op zijn bed, de eerste regendruppel valt met een hoge tik op de bodem.
  'Eerst maar eens wat eten, dat scherpt het denkvermogen.'

Uit zijn versleten aktetas haalt hij zijn maaltijd, spaghetti met balletjes van de Albert Heijn To Go. 'Waarheen, waarvoor', denkt hij altijd als hij die winkel binnenloopt, 'waarheen leidt de weg?' Zou het denkbaar zijn dat de Albert Heijn het antwoord op deze eeuwenoude vraag kent?
  Hij zet zijn bakje in de magnetron en stelt hem in.

  'Doe er ook maar een blikje bier bij', had hij tegen het piepjonge meisje achter de kassa gezegd, 'doe maar een halve liter.' Hij gaat met het bier achter zijn tv zitten. Matthijs van Nieuwkerk vuurt vragen op een jonge politicus af. Eigenlijk zijn het geen vragen, eigenlijk zijn het verwijten vermomd als goedbedoelde adviezen. De jonge politicus zweet als een otter, hij is blij voor de jongen dat Matthijs er na een minuut alweer mee ophoudt en het nieuwste, van talent barstende bandje aankondigt.

De muziek klinkt precies hetzelfde als de vorige twintig nieuwe bandjes.

Tegelijk met de hoge piepjes van de magnetron gaat zijn mobiel. 'Vervloekt zijn de nieuwe media', roept hij. Hij zet zijn pils op het tafeltje en sloft naar zijn tas. 'Driemaal vervloekt en nog eens vervloekt. Ze zijn de plaag van deze tijd, een straf voor onze hoogmoed en de weg naar onze ondergang. Twitterend zullen we verzwolgen worden.'

Hij herkent het nummer en houd meteen op met mompelen. Zij belt hem nooit meer. Met een akelig voorgevoel drukt hij het oplichtende knopje in en brengt de telefoon naar zijn oor.