Foto: flickr, by johnmuk |
'Jan, alles goed? Stoor ik niet?' Ze klinkt gejaagd, maar dat zegt niets. Ze klinkt al veertig jaar gejaagd.
'Zeg het maar.'
'Zoals je weet wordt onze enige kleindochter morgen alweer vijf.'
Hij haalt adem, het is niets.
'Jij wilde natuurlijk weer een van je eloquente kaarten sturen. Maar zoals je waarschijnlijk wel gelezen hebt, vieren Anja en Martijn het vanavond met een rondvaart. Het zou leuk zijn als je ook eens kwam.'
Hij stopt een gehaktballetje in zijn mond.
'Waar had ik dat moeten lezen?'
'Je komt toch op haar Facebook.'
Hij had er inderdaad speciaal een internetaansluiting voor aangeschaft. Twee Turken hadden zijn hele huis overhoop gehaald, zijn kat was uit protest drie dagen niet thuis gekomen. Hij was naar haar 'pagina' gegaan en daar had hij gelezen dat zijn dochter, die in de dertig is, de avond tevoren 'vet veel gezopen had, en nu lekker op de bank brak lag te wezen'.
Daaronder staken vierendertig mensen hun duim omhoog om te laten zien dat ze dat 'leuk vonden.' De volgende dag kwam hij op haar pagina en toen zag hij zijn schoonzoon die in zijn onderbroek een eitje aan het bakken was. Dat vonden veertien mensen leuk. Hij had het internet dezelfde dag nog opgezegd.
'Dat virtuele Sodom en Gomorra betreed ik niet meer.'
'Sodom en wat?'
'Lees de bijbel maar eens.'
'De bijbel? Kom je nou of niet?'
'Hoe laat is het?'
'Het begint over een uur. Opstappen bij het Rokin. Het wordt vet gezellig en vet romantisch, over het water varen met al die lichtjes.'
Het bandje is afgelopen en Matthijs heeft alweer twee gasten afgewerkt. Hij luistert half naar het opgewonden geratel van zijn bijna bejaarde vrouw. Ze praat even snel als Matthijs en gebruikt woorden die hij nauwelijks kent. Iedereen wil tegenwoordig zestien zijn. Behalve de zestienjarigen, waarschijnlijk.
'Ik kan niet', onderbreekt hij haar als ze de complete route van de boot aan hem voor wil leggen, 'ik moet werken.'
'Werken? Vanavond? Werk je nog steeds voor die lul de behanger?'
'Ik zal kijken wat ik kan doen.'
Hij hangt op. Matthijs sluit af. Zijn spaghetti is koud. De kat miauwt klaaglijk en hij staat voor het raam naar de immer door kletterende regen te kijken.