Foto: flickr, by Gerard Stolk |
Ze bleken het over andere trambestuurders te hebben, een sociologisch fenomeen dat ik eigenlijk ook zo wel had kunnen bedenken, daar heb ik in principe geen vragenlijst voor nodig. Tijdens mijn sterk van elkaar verschillende en vaak zeer kort durende dienstverbanden heb ik al gemerkt dat postbodes het over andere postbodes hebben, dat artsen over artsen praten en dat telemarketeers slechts één overheersende obsessie hebben: de bezigheden van de telemarketeer in het hokje naast hen.
'Zie je die bestuurder naast je', vroeg de vrouw voorin aan de man in het hokje. De man in het hokje keek naar de bestuurder van de tram die in tegengestelde richting naast ons was komen staan. 'Die heeft toen die fietser aangereden, bij die shoarmatent. Ze reed de hele tijd naast hem, en toen nam hij een bocht. En toen knalde ze zo op de tram.'
Collectief draaiden de mensen in de tram hun hoofd naar de man die een fietser bij een shoarmatent had aangereden. Die keek stoïcijns voor zich uit, de kans was vrij groot dat hij zat te luisteren naar wat de vrouw in zijn hokje tegen hem zat te tetteren over de man in ons hokje.
'Ja', antwoordde de man in ons hokje, 'het wordt onrustig vanavond, ik voel het.' De tram reed het stationsplein op en waarom het onrustig zou worden, en hoe dit verbonden was met de trambestuurder aan de andere kant zou altijd een raadsel blijven.