Foto; flickr, by Pug50 |
Hij zit met ontbloot bovenlijf voor een spiegel, een vrouw danst om hem heen, ze maakt korte knipjes met de schaar, stoot toe als een dartel veulen in de wei.
De man, een jongen eigenlijk nog, zit doodstil, de kleinste beweging kan fataal zijn, een oog is snel verloren.
Op de straat voor de pizzeria, voor het onbezette tafeltje, steekt een jongetje verheugd zijn armpjes in de lucht. Hij heeft de takelwagen voor de Kinderboekenwinkel aan de andere kant van de pizzeria in het oog gekregen, een replica van de sleepwagen van Puk van de Petteflet. Hij roept zijn moeder, die voor de etalage van Athenaeum is blijven staan. Hij is ongeduldig, hij wil zijn vondst samen met zijn moeder bewonderen, hij springt op en neer, een volledige tegenpool van de jongen die een verdieping boven hem wordt bijgepunt.
Als je geschoren wordt, moet je stil zitten.
Er klinkt een bel, de tram komt de hoek om, het jongetje wordt aan het zicht onttrokken en het meisje met de schaar sluit de gordijnen naar de straat. Wat niet voor onze ogen is bestemd verdwijnt uit beeld.