dinsdag 20 augustus 2013

Onderwater

Pygmy hippo
Foto: flickr, by Allison Martell
Het hok baadt in warm zomerlicht. Als we klokkende geluidjes maken, hobbelt hij op korte pootjes naar ons toe. Aan de rand van het hok sijpelt een stroompje water uit een buis in een klein bassin. Vier treden, dan komt de bodem al in zicht.
  Zou hij eenzaam zijn? Vaak worden dwergnijlpaarden voor een jong nijlpaardje aangezien.   
  Vreemde vergissing: je ziet zo dat hij al helemaal af is, er hoeft geen centimeter meer bij.
  Vergeleken met zijn grote broer zweeft hij gracieus over de aarde. Hij lijkt vrolijker dan het grote exemplaar, slimmer ook, hoewel hij tegelijkertijd de indruk wekt aan onverklaarbare buien van melancholie te lijden, vooral 's-avonds, als de zon achter het olifantenverblijf zakt en de laatste kinderstemmen over de parkeerplaats schallen.
    Als hij echt in een lollige bui is, spettert hij zijn publiek onder met poep en pis. Hij draait zijn kont naar ze toe en terwijl hij zich ontlast, zwiept zijn staart in de rondte.
  Het panische gegil, daar kan hij weer een paar dagen mee vooruit. Maar dan wordt het weer vijf uur, en wordt het weer stil. Somber zakt hij in zijn bassin, onderwater wacht hij de ochtend af.