RGB Free, by TouTouke |
Kevin Barents geeft colleges over Bob Dylan aan Boston University (er zijn mindere baantjes denkbaar) en zegt in het boek over Dylan:
Dylan verandert niet om zich aan te passen aan zijn omgeving, maar om af te wijken van zijn omgeving.
Een aardige observatie, je zou Dylan inderdaad de ultieme anti-kameleon kunnen noemen. Zet Dylan in een zwarte kamer, en binnen een paar seconden is hij spierwit geworden. Een mooi voorbeeld van die anti-kameleontische kwaliteiten van Dylan kwam ik tegen toen ik door Eat The Document klikte.
Deze documentaire bevat beelden van de fameuze wereldtour van de Band en Dylan in 1965/1966. Dylan kreeg tijdens die tour van het woedende publiek te horen dat hij een Judas was omdat hij de akoestische gitaar had ingeruild voor elektrische herrie. In onderstaand filmpje is echter te zien dat de anti-kameleon weliswaar uit de folk-scene was ontsnapt, maar dat het rock & roll-wereldje hem ook alweer begon te benauwen.
In een door drank en drugs verstikte hotelkamer, vol hippe rockers met uitgestreken smoelwerken en zonnebrillen op hun kop, pakt Dylan zijn gitaar om zijn lieflijkste stemmetje op te zetten en een liefdesliedje te zingen. Het is een voorbode van zijn volgende metamorfose: zoals hij in '66 de folkies bruuskeerde door elektrisch te gaan, zal hij een paar jaar later de rockers weer verbijsteren door met hoge stem een gemoedelijk country-album in elkaar de draaien.
Zodra je de anti-kameleon in een hokje stopt, ben je hem alweer kwijt.