maandag 30 september 2019

Darwinisme (2)

Foto: Wikipedia
We staan op om onze rugzakjes uitgereikt te krijgen, het heeft iets van de verdeling na een voedseldropping, hongerige Hollanders die zo snel mogelijk hun dure trainingsjack terug willen. Als we over willen steken krijgen we van een morsige man met wilde ogen een folder in de hand gedrukt.

  'Staak mee', staat erop. 'Make the earth green again'.

  We worden opgeroepen om volgende week in Den Haag te komen staken voor het milieu. Ik kijk de man na die de folders uitdeelt. Hij maakt niet de indruk ergens emplooi te hebben. Misschien beschouwt hij folders uitdelen over de opwarming van de aarde als zijn werk en houdt hij daar volgende week even een dagje mee op.

  Wat een zegen moet de klimaatcrisis voor zo'n man zijn. 

  Je bent een werkeloze zwerver in Amsterdam, je hobbelt doelloos van opvang naar opvang. Dan vertelt iemand je dat we er over honderd jaar allemaal aangaan, tenzij er onmiddellijk actie wordt ondernomen.
  Geestdriftig spring je uit je met vlooien bezaaide stapelbed: je hebt het licht gezien. Je moet de mensheid redden van een catastrofe. Je weet je handen te leggen op een flinke stapel folders en ineens ben je geen kansloze zwerver meer, je bent nu een idealistische activist die zijn medemens voor een verschrikkelijke ramp probeert te behoeden.
 
  Als we eindelijk onze spullen terughebben stap ik de trein naar het zuiden in, waar van gezondheid blakende studentikoze types in het halletje een spreekbeurt houden. Ze behoren duidelijk tot de besturende klasse, ze praten over omzet en bedrijven, ze eigenen zich de ruimte toe zonder er echt de nadruk op te leggen, met die vanzelfsprekende nonchalance die de bovenklasse eigen is, een meisje van een jaar of twintig helemaal in haar element, de wereld is een speeltuin waar ze zich al haar hele leven prima in thuis voelt, mensen zijn er om bestuurd te worden, zaakjes zijn er om geld mee te verdienen.
  Het is vooral het gebrek aan schaamte, aan enige onzekerheid over haarzelf of haar woorden, die haar onderscheidt van de vrouwen die zwijgend op het trapje zitten met een tas van de C&A op schoot, terug van een dagje in de grote stad, morgen weer achter de kassa of het anonieme hok in van een bedrijf waar de vader van een van die studenten tien verdiepingen hoger rondhangt en achtenvijftig keer zoveel verdient.

  Onze toekomstige heerseres is eindelijk aan het einde van haar verhaal gekomen, haar maatjes knikken en mompelen instemmend, behalve eentje, een meisje dat sowieso al wat uit de toon valt, iets in de kleding, de houding, het is allemaal net niet vanzelfsprekend genoeg. Ze krijgt een fikse uitbrander van de groep en als de trein in Utrecht is aangekomen mag ze pas als laatste naar buiten, nog net voor de vrouwen met de C&A-tassen, maar ze moet op haar tellen gaan passen, nog een paar van zulke streken en ze vindt zichzelf ineens terug op een stapelbed in de opvang, afwezig bladerend door folders over de klimaatcrisis.