zaterdag 20 april 2024

Heldendaden


In de roman Zaterdag van Ian McEwan speelt een neurochirurg de hoofdrol. McEwan heeft zich goed ingelezen en zijn research gedaan: ik heb nooit eerder zo overtuigend de sfeer op een operatiekamer beschreven gezien. Ook weet McEwan treffend de vreugde van het chirurgisch vakwerk te beschrijven:

De afgelopen twee uur is hij verdiept geweest in een droom die elk besef van tijd, en elk bewustzijn van de andere onderdelen van zijn leven doet vervliegen. Zelfs zijn bewustzijn van zijn eigen leven is verdwenen. Hij is geplaatst in een zuiver heden, vrij van de last van het verleden of enige zorg om de toekomst. Naderhand, maar nooit op het moment zelf, voelt het aan als innig geluk. 

Deze beschrijving is waarschijnlijk niet uniek voor de ervaring van een chirurg, maar ook van toepassing op de beleving van een gedreven loodgieter of timmerman. Het draait om de combinatie van problemen en oplossingen:

  Deze goedaardige dissociatie lijkt iets te vereisen als een probleem, een langdurig beroep op concentratie en kunde, druk, moeilijkheden die opgelost moeten worden, gevaar zelfs. Hij voelt zich kalm en weids, zijn bestaansrecht is totaal. 

  Op operatiekamers ben ik nooit verder gekomen dan het aanreiken van instrumenten of het openhouden van bloedvaten, maar de ervaring is herkenbaar. Het is tegelijkertijd de afwezigheid van storend alledaags gerommel en de aanwezigheid van opperste concentratie. Geconcentreerd aan een tekst werken komt in de buurt, maar wat nog meer in de buurt komt is gamen. 
  Ik heb altijd gedacht dat geneeskunde niet veel meer is dan een zeer geavanceerde videogame. Je moet je een vreemde wereld eigen maken, waarin honderden bizarre elementen (endoplasmatische reticuli, mitochondria, pancreatische neuro-endocriene tumoren) in een ingewikkeld evenwicht verkeren, waar je als speler met medicijnen of zelfs met je handen bij in kunt grijpen, zodat je uiteindelijk de overwinning kunt behalen. 
  Niet voor niets deden de plaatjes uit leerboeken celbiologie me vaak denken aan een poster die in de hoek van mijn kleuterklas hing. Die poster beeldde de planeet Eternia af, waar He-Man met zijn makkers streed tegen Skeletor en zijn boevenbende. Wat me vooral aan die poster intrigeerde was de woestijnachtige wereld waarin de figuren waren afgebeeld. Die wereld leek zo tastbaar, alsof ik er zo in zou kunnen stappen. 
  Weg uit de kring kinderen die hoofd-schouders-knieën-teen zongen, een liedje dat me als zesjarige al vrij debiel in de oren klonk, Eternia in, om samen naast He-Man tegen die akelige Skeletor te strijden. 
  Inmiddels zijn we ongeveer veertig jaar verder en het enige wat werkelijk veranderd is, is dat ik inmiddels op de hand van Skeletor ben. Tot mijn grote voldoening leeft de wereld van He-Man nog steeds voort. De hoofdrol is hierbij, zoals wel vaker, naar de slechterik gegaan. Waarom mag He-Man eigenlijk in dat mooie kasteel leven en is Skeletor afgescheept met een donker bouwval ergens in de moerassen? 
  Skeletor verzint plan na plan om Castle Greyskull van He-Man te veroveren en zet al zijn kennis en kunde hiervoor in, maar wordt steeds op het laatste moment gesaboteerd door incompetente collega's of door pure pech. 
  Hier kan je als volwassene veel meer mee dan met die vervelende He-Man, die alleen maar zijn zwaard in de lucht hoeft te steken om superkrachten te krijgen. 
  Hele online communities zijn inmiddels aan Skeletor gewijd en dan vooral aan zijn doorzettingskracht en zijn geniale beledigingen als hij weer eens wordt tegengewerkt door incapabele idioten. Zit het even tegen op het werk, dan kijk ik een minuutje naar Skeletor die zich vermaakt met zijn zoveelste evil scheme en dan kan ik er weer een uurtje tegenaan.