Als de mensen zijn uitgekletst
Door donkere vensters naar buiten staren
Opent ze haar geluidloze laden
Om het nieuws van de dag in goud te bewaren
Plechtig beleden beloften
Giechelend geloken zwijgen
Waarna ze voor haar balie verschijnen
Verdwaasd onbeholpen grijnzen
Er was niets meer aan te beginnen
Hij moest wel door de knieën
Zij kent de verhalen uit haar hoofd
leeft van wat de toekomst belooft
In stilte tuurt ze door vergrotende glazen
Smeedt mooie praatjes tot edel metaal
Weet dat haar werk het ruimschoots zal winnen
van de mensen en hun overmoedige zinnen.