Een man van een jaar of veertig zit op een zwarte leren bank naar een breedbeeldtelevisie te staren. Op het scherm wordt gevoetbald, de man drinkt bier en praat tegen zichzelf. In de keuken wordt gerommeld, in de hoek van de kamer ligt een witte pitbull gemeen op een balletje te knauwen.
Die klote van Persie raakt ook geen pepernoot... Slome tak is het, typisch een kakkerlak. Altijd de mond vol over werken, maar zelf een beetje in beweging komen… Gooi van der Vaart er maar in, tenminste een Mokumse jongen… Ook niet de snelste trouwens… Snel.. Snelle Jelle noemden ze me vroeger, ha. Het enige wat nu nog snel gaat is het bier door m’n keel, en zelfs dat gaat steeds trager...
De Pitbull heft de kop, hij detecteert ongenoegen bij het baasje en loert de kamer rond om de oorzaak aan stukken te scheuren.
‘Koest, Roef, brave jongen.’
Een zonnebankbruine vrouw komt de kamer binnen, kijkt met walging naar de televisie en dan naar de man op de bank.
‘Zit je nou nog op je luie reet! Je moet Tiffy ophalen, ze staat te wachten voor die zuipschuur.’
‘Over vijf minuten, bijna afgelopen.’
…
‘Penalty,lul!'
De vrouw stormt naar binnen en drukt de televisie uit.
Teringwijf… Na de eerste werd ze dik, na de tweede werd ze vals… Maar als ik toch naar die zuipkeet moet, kan net zo goed even snel een kroketje trekken…
‘Roef, kom, we gaan op stap!’