Foto: flickr, by Riemer Palstra |
Van der Heijden neemt ons mee op de lijdensweg die hij en zijn vrouw aflegden vanaf het moment dat een agent aan de deur de woorden ‘kritieke toestand’ in de mond neemt, tot het moment waarop de met slangen doorprikte Tonio op de intensive care van zijn beademing wordt losgekoppeld. Hierna doet Van der Heijden het enige wat hij nog kan: hij begint te schrijven. Hij wil alsnog doen waar hij tijdens het leven van zijn zoon blijkbaar in heeft gefaald: zorgen voor Tonio. Wat volgt is een pijnlijk helder relaas van een jongensleven, waarbij de schrijver tot de onaangename ontdekking komt dat de dood niet alleen de toekomst, maar ook het verleden heeft verwoest: ‘De ooit zo zuivere herinneringen worden met terugwerkende kracht verklikkers van de dood.’
Een huiveringwekkende roman.
(Deze recensie is oorspronkelijk verschenen in Medisch Contact)