Een van de eerste dingen waar ik aan moest denken toen ik las dat Bob Dylan de Nobelprijs voor de Literatuur heeft gewonnen, was deze sketch van Peter Sellers:
Sellers laat hier vrij geestig zien dat goede popmuziek niet per se sterke teksten hoeft op te leveren.
Maar Bob Dylan, dat is toch zeker andere koek? Dat ontstijgt toch zeker wel het 'Ik hou van jou en blijf je trouw'-riedeltje van de gemiddelde popsong?
Zeker, en dat is ook een van Dylans grote talenten. De vraag is alleen: is het genoeg voor een Nobelprijs voor de Literatuur?
Bob Dylan is wat mij betreft een genie, maar wel een muzikaal genie. Als je zijn teksten loskoppelt van de muziek, blijft er niet altijd heel erg veel van over. Puur op papier moet taal aan hele andere eisen voldoen, ook al is die taal van een ander niveau dan 'A Hard Day's Night'.
'Knocking on Heavens Door' is bijvoorbeeld een geweldig nummer, maar ik denk niet dat Dylan beroemd zou zijn geworden als hij dit soort poëzie had geschreven:
Knock-knock-knockin' on heaven's door
Knock-knock-knockin' on heaven's door
Knock-knock-knockin' on heaven's door
Knock-knock-knockin' on heaven's door
Hier gaat bij de poëzie-opdracht van Havo-4 al een flinke streep doorheen. Natuurlijk zijn er andere zinnen uit zijn oeuvre te lichten, betere zinnen, die ook puur op papier vrij aardig werken, maar vergeleken met de grote romanschrijvers en dichters zal hij het toch afleggen.
En de kwestie is uiteindelijk ook deze: een schrijver heeft alleen maar zijn woorden. Daar moet hij alles mee doen. Hij heeft alleen maar die dode letters op blanco papier om emotie mee op te wekken, om de lezer mee bij de strot grijpen, om zijn verhaal te vertellen.
Dylan heeft niet alleen woorden, maar ook zijn zang (die zeker in zijn begintijd veel beter is dan hij vaak krediet voor krijgt) en lekker in het oor liggende melodieën. Dylan is misschien in de eerste plaats wel een zanger, in de tweede plaats een liedjescomponist en in de derde plaats een tekstschrijver. Zijn genie bestaat er onder meer uit dat hij op alle drie de vlakken uitblinkt: hij is een geweldige performer, een geweldige componist en, zeker naar popmuziekmaatstaven, een fantastische tekstschrijver.
Maar trek je zijn woorden los van zijn zang en zijn melodieën, en laat je ze puur voor zichzelf spreken op het wit van de onbarmhartige pagina's, dan vrees ik dat ze toch tekortschieten.
Het zijn liedteksten, en Dylan zo'n grote literaire prijs geven voelt toch, al is het met pijn in het hart, als een klap in het gezicht van al die schrijvers en dichters die jarenlang aan woorden en zinnen zitten te prutsen omdat het echt allemaal in die woorden en zinnen moet gebeuren, omdat dat het lot van de letterkunde is: mensen ontroeren en inspireren met alleen maar kale taal en niets dan taal, zonder dat schepje suiker van een lied, een dansje of een fantastische acteur erbij.