maandag 26 oktober 2020

Spanning

Als ik de snelweg oversteek kom ik in een bosrijk gebiedje met een aardig kasteeltje en iets wat je met een beetje fantasie een slotgracht zou kunnen noemen. Spaanse toeristen op bakfietsen komen langs, ze worden voorgegaan door een Nederlandse man die in gebroken Engels iets over de Zuiderwaterlinie probeert te vertellen. De toeristen kijken beleefd naar het kasteeltje, zo'n 400 jaar na de oorlog lijken de spanningen tussen onze volken wel wat bedaard. 

  Toch vraag ik me af hoe ze zouden reageren als ik recht voor hun bakfiets ging knielen met mijn vuist omhoog, terwijl ik roep dat ‘Dutch lives matter’ en herstelbetalingen eis vanwege de inname van Den Bosch. Hebben die Spanjaarden wel enig idee hoeveel leed mijn voorouders destijds is aangedaan?
   Hun Hollandse gids lijkt me echter niet het type met gevoel voor humor en ik wandel maar verder, het bos in.
  Al snel kom ik de prachtigste paddenstoelen tegen. De klassieke vliegenzwammen natuurlijk, waarvan ik nog steeds vermoed dat er kaboutertjes in wonen, maar ook kastanjeboleten en beverzwammen.
  Als ik zo’n prachtige paddenstoel zie die helemaal weerloos langs de kant van de weg staat overvalt me de haast onstuitbare aandrang om hem aan stukken te schoppen, om hem met een grote uithaal te vergruizen, zodat het paddenstoelenstof door de lucht vliegt en er niets van over blijft.
  Natuurlijk doe ik dit niet, het is zonde en achterlijk, maar de aanvechting is onmiskenbaar. Ik moet er aan denken als ik ’s middags met mijn driejarige neefje alle speelgoeddieren netjes op een rijtje op de bankleuning plaats. Dit gaat een tijdje goed, totdat de spanning te groot wordt en mijn neefje met een genotvolle zwaai alle dieren van de bank kegelt.
  Nu had ik deze aanvechting niet, maar dat komt waarschijnlijk alleen omdat speelgoeddieren op een bankleuning mij niet genoeg prikkelen. Voor mijn neefje is dat keurige rijtje dieren echter een te grote provocatie, net zoals de prachtige paddenstoel dat bijna voor mij was.
   Ik denk dat Lucebert dit ongeveer bedoelde toen hij dichtte:
 
  Alles van waarde is weerloos
  Wordt van aanraakbaarheid rijk
  En aan alles gelijk


  Het puur schone wekt vernietigingsdrang op. Wat te mooi is moet kapot, zodat het ‘aan alles weer gelijk’ is en de orde hersteld wordt. Het mooiste aan het bouwen van een zandkasteel is het neerschoppen als het tijd wordt om naar huis te gaan. De enige schoonheid die aan deze vernietigingsdrang weet te ontsnappen, is schoonheid waar zelf al spanning in zit, schoonheid die terug bijt, zoals goede kunst en mooie vrouwen.  Ook verklaart dit het enorme evolutionaire succes van Felis silvestrus catis, ook wel bekend als de huiskat, een wandelend kunstwerk met tanden en nagels dat alleen agressie opwekt bij mensen die voorgoed verloren zijn.