De zon scheen en ik mocht mee
naar hun huisje aan de zee
Tante had me aan haar overgegeven
ik staarde naar dat frêle wezen
In het zand had ze een hinkelbaan gemaakt
ik bleef veilig aan de buitenkant staan
Ze zweefde zorgeloos over de grond
ze viel, ze lachte, ik was verstomd
Ze krabbelde op en sprong weer door
Vond het niet erg een beetje te breken
Net zoals ze later in het leven
ik bleef veilig aan de buitenkant staan
Ze zweefde zorgeloos over de grond
ze viel, ze lachte, ik was verstomd
Vond het niet erg een beetje te breken
Net zoals ze later in het leven
in de koude aula staat te spreken
Niet bang een kleine val te maken
Over tijd en dankbaarheid te praten
Een beetje breken is ook wat geven
Zodat je vrijer door kan zweven
Over tijd en dankbaarheid te praten
Een beetje breken is ook wat geven
Zodat je vrijer door kan zweven
En als de rouwenden zijn verdwenen
En de stilte het overneemt
Sta ik nog steeds aan de buitenkant
En teken haar sprong op in het zand
En teken haar sprong op in het zand