Hoewel ik groot fan ben van W.F. Hermans, ben ik niet kapot van het boek dat ik net gelezen heb: Au Pair. Ik denk dat dat komt doordat de hoofdpersoon uit Au Pair, Paulina, niet zoveel wil. Ok, ze wil Au Pair zijn, Frans leren en kunstgeschiedenis studeren, maar dat is het wel zo'n beetje. Voor de rest overkomt alles haar: dodelijk voor een spanningsboog.
Als je niet weet wat een hoofdpersoon wil, kan je ook niet meeleven en anticiperen op de gebeurtenissen. Andere (naar mijn idee betere) romans van Hermans hebben wel hoofdpersonen die iets willen: Osewoudt uit de Donkere Kamer wil een verzetsheld zijn (wat grandioos mislukt), Alfred uit Nooit meer slapen wil in de voetsporen van zijn vader treden middels wetenschappelijk onderzoek (wat grandioos mislukt) Sita uit Talloos veel Miljoenen wil schrijfster worden (wat jammerlijk mislukt) en haar man, Clemens, wil in hetzelfde boek hogerop de academische ladder komen (wat tamelijk treurig mislukt).
Allemaal geweldige mislukkingen, die zo geweldig zijn omdat de hoofdpersonen zo graag iets willen. Alleen als je graag iets wilt, kan je grandioos mislukken, en kan de lezer grandioos meegenieten.
Hetzelfde geldt trouwens voor film. Ook hier maakt het niet zoveel uit wat een hoofdpersoon wil, of het nou het redden van de wereld is, het terugvinden van je verleden of het kopen van alcohol met een vals identiteitsbewijs, de spanningsboog wordt vooral veroorzaakt door hoe graag de hoofdpersoon iets wil, niet door wat het is, daardoor kan het kopen van een paar flessen wodka net zo spannend zijn om naar te kijken als iemand die de wereld moet redden.
Maar iemand die niets wil, dat is echt de dood in de pot: geen goed verhaal zonder een goede obsessie.