zondag 14 maart 2010

Gezellig

Jan Joost van Gangelen. Wat is er toch met die jongen? Hij zit daar bij Eredivisie Live, en hij heeft het in de eerste plaats reuze naar zijn zin.

'Stuntje bij Twente, Joost?'

'Hey, jongens, haha, nou stuntje, ja zeg, dat kan je wel zeggen, tenminste, het leek er even op, haha, maar Twente heeft die ene, jeweetwel wie ik bedoel, Ruiz ja, haha, wat een rakker is dat toch, en die heeft er toch weer twee in liggen hoor.'

Ik weet niet wat het is, maar ik word hier erg agressief van.

Hij is ook altijd geinteresseerd in de verkeerde dingen: wat voor schoenen de spelers aan hebben, en of twee trainers die ruzie met elkaar hebben elkaar wel of geen hand gaan geven. Jan Joost ziet voetbal in de eerste plaats als een soort gezellig curiosum, waar je van een afstandje een beetje naar kan turen en wat behoorlijk tof kan zijn, een dagje op de ijsbaan, bakje snert erbij, reuze leuk allemaal.

Helemaal erg wordt het, als Jan Joost in gesprek gaat met Humerto Tan. Als die twee eenmaal beginnen, verbaast het je niets als Jan Joost ineens een theepot tevoorschijn haalt: 'suiker, Umberto?' 'een klontje graag.'

En maar giebelen over die gekke broekjes, of het rare kapsel dat die ene voetballer zich nou weer aangemeten heeft.

Het feit dat jongens als Jan Joost en Umberto doodgemoedereerd over voetbal mogen babbelen, toont aan dat het met de feminisering in Nederland wel goed zit. Feminisering: ander woord voor 'laten we het vooral gezellig houden.'

Terwijl als voetbal een ding is, is het niet gezellig. Vijftig jaar geleden had Gert Jan Verbeek die Jan Joost allang drie keer met zijn ontplofte föhn hoofd in de toiletpot geduwd, Humberto hadden ze in zijn dure herenslip op het dak van de studio gezet.

Lichtpuntje in de duisternis: Johan Derksen. 'Als voetbal cabaret wordt, haak ik af', verkondigt de snor geregeld, en hoewel hij soms behoorlijk uit de bocht kan vliegen, is een laatse restje ouderwets mannelijk chauvinisme een verademing naast al die tuttige halve dametjes.