Beste Wesley,
mijn oprechte advies is: doe het niet. Het kan alleen maar in je nadeel werken.We hoeven niet te zien hoe je in je fluwelen kamerjas de Telegraaf uit de bus pakt. We hoeven niet te zien hoe je met ingehouden adem naar een slechte B-film zit te kijken, of jezelf door de nieuwste John Grisham heen probeert te werken. En wat we al helemaal niet hoeven te zien, is hoe je ’s-avonds laat nog plichtsgetrouw in je Hummer springt om voor Yolanthe die ene, je weet wel, die lekkere, kaviaar te halen, die je met je stomme kop weer was vergeten bij de ‘Delicato’.
Want laten we eerlijk zijn: zij heeft natuurlijk de broek aan. En dat is misschien nog wel het ergste: geen voetballer neemt je meer serieus, als ze gezien hebben hoe ze je dwingt om je servet op je broek te vouwen, of hoe ze je toesnauwt dat je vriendelijk moet lachen, als Ivo Niehe weer eens voor de deur staat. Afgezaagd zul je worden, die Italianen liggen al dubbel als je eraan komt hollen: ‘lachen Wesley’, zullen ze roepen, ‘en niet zo zuur kijken hè, als opa het potje Ganzenborden wint.’
Al je krediet, heel dat zorgvuldig opgebouwde image van serieuze voetballer zal in één keer zijn verdwenen. Natuurlijk, ik snap de verleiding wel. Droomhuwelijk. Droompaar. Penthouse in Italië, en we zijn zo gelukkig met elkaar. Maar beelden liegen niet, Wesley, en de mensen zijn niet achterlijk. Die snor van Voetbal International roept nu al te pas en te onpas dat je een ‘starfuckertje’ hebt opgelopen, alsof je met een nare worm uit een donker Afrikaans land bent teruggekomen, en dat zal met zo’n reallifesoap alleen maar erger worden.
Tenzij het echte liefde is natuurlijk. Tenzij jullie elkaars soulmate zijn, samen lange wandelingen door de parken van Milaan maken, waarbij jij Yolanthe op een bankje in de zon je zelfgeschreven poëzie voorleest. In dat geval heb ik helemaal niets gezegd, en kijk ik uit naar de eerste aflevering: de Eerste Kus,
Vriendelijke groet,