donderdag 4 maart 2010

Vergeten voetballers

Ineens is hij weer opgedoken: Andy van der Meijde. Jarenlang niets van gehoord - of gezien, behalve wat vage berichten bij rubrieken als RTL-shownieuws of Boulevard, wanneer zijn vrouw onverwachts een kameel had gekocht, of er ingebroken was en er acht gouden rolexen waren gestolen.

Ook terug: Ugur Yildirim! Wie? Ugur Yildirim, hij gaat spelen voor FC Oss. Je weet wel, die knappe rechtsbuiten van Heerenveen, hij moest kiezen voor het Turkse elftal of voor het Nederlandse, het werd een zaak van nationaal belang, hij zou ons probleem op rechts op gaan lossen, Marco van Basten zag het in hem zitten.

Langzaam verdwijnen ze uit je blikveld, deze ooit veelbelovende voetballers, ze worden een jaartje uitgeleend, of ze raken geblesseerd. Misschien is hun talent toch niet zo groot als we allemaal dachten en worden ze nog een jaartje uitgeleend, deze keer naar een Zwitserse club ‘waar ze heel veel kunnen leren.’ Het gaat geruisloos, ze verdwijnen als dauw in de ochtendzon, je bent ze eigenlijk totaal vergeten tot je op een dag bij de snackbar op een broodje kroket zit te wachten en je ineens bij jezelf denkt: ‘Quincy Owusu-Abeyie’.

Die wervelstorm van dat jeugdtoernooi, waar is die jongen toch gebleven?

In de boeken van Carlos Ruiz Safron is er een Kerkhof der Vergeten Boeken, zou er ook een Veld der Vergeten Voetballers zijn? Een donker en drassig veldje, waar altijd een dichte mist boven hangt. Ugur Yildirim geeft er al jaren scherpe voorzetten van rechts, die elke keer weer snoeihard binnen worden gekopt door Nikos Machlas. Andy van der Meijde draait er van de vroege ochtend tot de late avond ballen van links in de rechter kruising en Quincy Owusu-Abeyie raast als een schim langs de zijlijn, van voren naar achteren en weer terug, elke dag, elke week van elk jaar, als een losgeslagen Sisyphus, de steen veranderd in een bal.

Ben je eenmaal op het Vergeten Veld beland, dan kom je er nooit meer weg. Tot in de eeuwigheid wordt je gecoacht door Mark Wotte, en na de wedstrijd die nooit eindigt, doet Hans Kraay Sr. de analyse, in een pak met grijze streep, terwijl de avond valt en George Baker zingt over een Little Green Bag.