zondag 25 juli 2010

Hand

Het eerste dat ik van Arnon Grunberg las was denk ik het boekenweekgeschenk van 1998, de heilige Antonio. Dat smaakte blijkbaar naar meer, ik kan me herinneren dat ik in de bibliotheek Figuranten leende en dat het grappigste boek vond dat ik ooit gelezen had. Sindsdien ben ik groot fan, al begin ik steeds minder fan te worden van Grunberg de romanschrijver, en meer van Grunberg de stukjesschrijver.

Omdat ik U begeer is een bundel van verzamelde brieven, en het is duidelijk dat de brief de perfecte kunstvorm voor Grunberg is. De brieven zijn gericht aan bekenden, familieleden, andere schrijvers, dood of levend. Ze zijn eerder gepubliceerd in Humo en het Parool, ondanks het vaak persoonlijke karakter.

Eén ding is duidelijk: als je een brief van Grunberg krijgt, dan ben je nog niet jarig. De romans van Grunberg worden steeds langer, en hoewel je nog steeds bij de eerste honderd bladzijden denkt: 'dit is geniaal', ga je na een bladzijde of driehonderd toch denken, 'ik weet het wel', of 'heb ik eerder en beter bij jou gelezen.'

De briefvorm geeft hem echter de kans om al zijn humor, rancune, sardonische intelligentie en beeldende kracht samen te ballen in een 'hatchet-job' van 1000 woorden, waarna het slachtoffer zijn wonden mag likken en de volgende patient aan de beurt is.

Ik zeg patiënt, want om Grunberg zelf te citeren:

'De lezer is ziek en moet genezen. Veel van mijn patiënten roepen dat ze niet willen en niet hoeven te genezen, maar een dergelijke ontkenning hoort bij het ziektebeeld.'

Dus schrijft hij door, onze literaire dokter, een spoor van vernietiging achterlatend, om na de zoveelste afrekening toch weer heel beschaafd te eindigen met:

'Vriendelijke groet, Arnon Grunberg'

Alsof je wordt neergeslagen, je portemonee wordt gejat en de overvaller nog even terugkomt om je netjes een hand ten afscheid te geven.