Ik had al zo hier en daar al iets over dit boek gelezen, iets met een autistisch jongetje, origineel dacht ik dan, maar dan lees je er ergens anders ook weer iets over en op een gegeven moment wordt het onvermijdelijk: je moet het boek zelf ook lezen.
'The curious incident of the dog in the night-time' van Mark Haddon is werkelijk een prachtig boek.
De verteller van het verhaal is een jongetje, waardoor het boek hier en daar enigszins doet denken aan 'Extremely Loud and Incredibly Close' van Jonathan Safran Foer. Toch vond ik 'curious incident' stukken beter. In beide romans heb je te maken met een verteller wie de gebeurtenissen die hij beschrijft, ver boven de pet gaan. Dit zorgt voor ontroering: de gebeurtenissen worden door kinderogen beschreven, en als volwassene heb je veel beter in de gaten wat er gebeurd dan het kind dat de gebeurtenissen beschrijft. De ontroering komt zowel door de kinderlijke taal waarin een en ander bescheven wordt, waardoor de gruwelijkheid nog veel meer nadruk krijgt, als door het feit dat je meevoelt met het kind dat wanhopig probeert wijs te raken uit een stroom gebeurtenissen die hij niet kan plaatsen.
De hoofdpersoon uit 'Curious incident' is een autistisch jongetje voor wie de wereld al ingewikkeld genoeg is, en dan wordt ook nog eens de hond van de overbuurvrouw vermoord. Hij gaat op een speurtocht naar de dader, gehinderd door zowel het feit dat hij vijftien is als het feit dat hij mensen niet kan 'lezen' en zijn handen voor zijn ogen moet doen en keihard begint te schreeuwen als er teveel informatie op hem af komt.
Waar ik 'Extremely Loud' hier en daar wat vond stropen en lichtelijk kitscherig vond, staat er in 'Curious incident' geen woord teveel en is het overdonderend zonder ooit grootsprakig of pathetisch te zijn. Ik heb me in tijden niet zo verbonden gevoeld met een romanpersonage als met de dappere Christopher die op zoek gaat naar de moordenaar van de hond van de buurvrouw.
Gelukkig is er vanavond een WK-finale: even een beetje bijkomen.