Foto: flickr, by Ed Yourdon |
Ook bekeek ik Amsterdammers op het terras. Amsterdammers zijn zeer kijkbaar: het zijn niet zelden geboren acteurs. Als een Amsterdammer aan een tafeltje gaat zitten, dan is dit een hele operatie. Het is niet de bedoeling dat het iemand ontgaat dat er hier iemand aan een tafeltje gaat zitten. Maar als er afgerekend moet worden komt de ware acteur in de Amsterdammer pas echt naar boven. De Amsterdammer rekent niet af, de Amsterdammer deelt zijn mensbeeld en de kijk op de wereld in het algemeen aan de ober mee, waar deze het al dan niet mee eens is, terwijl er ondertussen geld heen en weer gaat.
Na mijn friet was ik nog steeds te vroeg, samen met twee journalisten zat ik in een zaaltje wat te wachten. 'Mag ik je kaartje', vroeg er een. 'Ik heb geen kaartje', zei ik.
Toen kwam Professor Dr. Swaab ons een hand geven, het was gebeurd voor ik er erg in had.
We kregen een rondleiding en zagen stellages vol met witte emmers. In die emmers zaten breinen. Er werd een brein uit een emmer gelicht, 'altijd een beetje intiem', zei de vrouw die het deed, wat klopte. Er is inderdaad iets intiems aan iemands brein, in tegenstelling tot bijvoorbeeld iemands knieschijf. Alsof je door goed te loeren post-mortem iemands goed bewaarde zonden alsnog zou kunnen ontdekken.
De terugtocht was een wedstrijd tegen de regen. Richting Utrecht werd het nat, in Den Bosch scheen nog net de zon en toen ik de voordeur achter me sloot viel het ook in Den Bosch met bakken uit de hemel.
Twee meisjes dansten in de regen op het plein, met de handen in de lucht. Jonge breinen die nog niet geleerd hebben om het weerbericht met knikkende knieen af te wachten.