Soms zie ik een film en dan denk ik: was ik maar een filmregisseur.
De totale controle lonkt: controle over de teksten, de bewegingen van de acteurs, de cinematografie, de muziek en het verhaal. Hierna denk ik meestal aan de enorme hoeveelheid energie die het moet kosten om al die mensen de juiste dingen te laten doen en dan denk ik al snel: dat wordt niets.
Niet alleen ontbreekt het me aan elke vorm van relevante vooropleiding, het ontbreekt me waarschijnlijk ook in ernstige mate aan het geduld om twintig mensen twintig keer op de juiste manier zogenaamd spontaan met elkaar in een café te laten praten, terwijl er op de voorgrond een vrouw van een tweeling bevalt en de parkiet van de hoofdpersoon voor de zoveelste keer uit zijn draagbare kooitje is ontsnapt zodat hij in de soep poept die een ober juist bij een culinair recensent neer wil zetten, waarna het spel op de wagen is.
Toen er op mijn werk een scriptje geschreven moest worden voor een promotie-video, rook ik echter alsnog mijn kans. Het is niet helemaal hetzelfde, en de poepende parkiet moet je er zelf maar even bij denken, maar ik heb toch het gevoel dat ik al halverwege het realiseren van mijn droom ben: