Het jaarlijkse boek over Literatuur en Geneeskunde dat mede mogelijk gemaakt wordt via het VUmc richtte zich dit jaar op de hersenen. Op het symposium dat bij de boekpresentatie in het VUmc gehouden werd, droeg onder andere Mark Boog gedichten voor. Ook stuiterde er een arts de collegetrappen af om het boek in ontvangst te nemen.
Na het symposium stortte het publiek zich massaal op de uitgestalde exemplaren en de drank. Een wat oudere man ging rond met bitterballen. 'Sommige mensen pakken een hele hand vol', vertrouwde de man ons toe, 'maar daar mag je dan niets van zeggen'.
Miquel Bulnes dronk een drankje mee, hij had zojuist de literaire lezing verzorgd waarin meerdere keren een Utrechtse Albert Heijn voorbijkwam waar ik zelf ook geregeld kwam. Bulnes is een microbioloog die soms een paar maanden vrij neemt om in een uitgestorven Spaanse bibliotheek een boek te schrijven, iets wat op zichzelf al weer een aardig uitgangspunt voor een roman zou kunnen vormen.
Als auteur van één van de 27 essays in het boek mocht ik gratis drie exemplaren meenemen, het voelde alsof ik de boel oplichtte. Waarom? We kunnen ons voor die vraag tot de wetenschap richten, die ongetwijfeld zal beginnen over neurotransmitters, dopamine, serotonine. Machtig interessant, maar laten we de poëzie ook niet vergeten:
Wij zijn o.a. ons brein - Mark Boog
Wij zijn o.a. ons brein.
Ook zijn wij lichaam
in een bescheiden
strekke tijds
In de handelingen
opgetekend:
aanwijzingen
voor het een of ander.
Wij lijken soms
onfalsifieerbaar.
Maar we houden vol.
We ontkrachten ons.