dinsdag 29 september 2020

Vreemde kostgangers (2) - Het ongeluk

Nijlpaard
RGB Free, by seepsteen
 Ik ging op de bank liggen en zette de voetbalsamenvattingen op. De beelden van mijn eerste werkdag buitelden door mijn hoofd.
  Er was iets met die Edelsteen. Ik wist bijna zeker dat ik hem eerder ergens had gezien. Of eigenlijk vooral gehóórd. Ik hoorde hem orakelen, ergens tussen de mensen, in een zaaltje, op een bijeenkomst.

 Ik kwam er niet uit, ik drukte het voetbal weg toen PSV in de drieënnegentigste minuut de winnende treffer maakte en ging naar bed.
  Op het moment dat ik mijn ogen sloot, wist ik het weer.
  De cursus 'diversiteit en inclusie' in dat gebouw bij Utrecht Lunetten.
  Daar had hij ook gezeten.
  Die cursus waar ik naar toe was gestuurd toen Jimmy zijn arm had verloren, wat totaal mijn schuld niet was en waar Jimmy's huidskleur ook helemaal niets mee te maken had.
  Ik was in die dierentuin gaan werken omdat ik van dieren houd, wat aanvankelijk een logische beslissing had geleken, maar achteraf een bijzonder slecht idee bleek.
    Elke dag van de week, behalve maandag, ging ik bij ze langs, ze wisten dat ze op me konden bouwen. Ik gaf ze bloemkool of sla, een stukje vlees of kleine vliegjes uit een pakje. Dan gingen ze aan het werk: grommend, piepend of blazend. Soms hadden ze nog een aanmoediging nodig, dat waren de kleine eters, of de dieren die niet zo lekker in hun vel zaten.
    Mijn grote lieveling was Bertha, het nijlpaard. 

  Zodra ze de kruiwagen over de natte tegels hoorde rollen, duwde ze haar hoofd door de plastic lamellen. Als ze zag dat ik het was, schoot ze het binnenbad in. Met haar bek wijd open ging ze op de verhoging in het midden zitten. Ik gooide een paar kroppen sla in haar open bek en deed dan zogenaamd alsof het genoeg was en alsof ik wegging.
  Dan begon ze te loeien en draaide ik me om. Bertha stond inmiddels op haar achterpoten. Ze draaide twee rondjes en ging dan weer netjes zitten. Ze kwispelde met haar oortjes, knipperde met haar oogjes. Als ze ook de laatste krop sla had gehad, zwom ze op me af om me te bedanken. Ik wreef haar even over de snuit en gaf haar een klopje op de kop. Mijn collega verzorger, Jimmy, vond al dat knusse gedoe maar niks.
 
  'Pas maar op brother,' zei hij. 'Straks bijt ze je arm er nog af. Nijlpaarden doden meer mensen dan leeuwen, weet je wel.'
  Jimmy zat vol wijsheden over het verzorgen van dieren.
  'Je moet je niet hechten, weet je' zei hij vaak. 'Zie het puur als werk. Als ze de kans krijgen bijten ze je hartstikke dood.'
  Dat laatste was pertinent onwaar, ik kon praktisch mijn hele arm in Bertha's bek steken zonder een centje pijn.
  Maar zijn gezeur begon toch aan me te knagen en daarom besloot ik hem te betrekken bij mijn onderonsjes met Bertha. Ik liet hem het nijlpaard aaien, eerst nog voorzichtig. Ik liet hem de kroppen sla in haar bek gooien, wat hij stiekem best leuk vond. En als sluitstuk liet ik hem zijn arm in haar bek steken, puur om mijn punt te maken.
  Met een ferme klap beet Bertha Jimmy's arm eraf, waarna er een onderzoek werd ingesteld en ik naar die cursus 'diversiteit en inclusie' werd gestuurd.
  Op die cursus zaten voornamelijk racistische randfiguren maar ook een keurige heer in een pak en ik wist vrijwel zeker dat het mijn nieuwe directeur, de heer Edelsteen was. Ik nam me voor de komende dagen op het werk eens discreet rond te vragen hoe hij daar beland was en viel eindelijk in een diepe slaap.